240 likes | 431 Views
Ecosystemen. Hoofdstuk 3. Schiermonnikoog, meer dan wat los zand!. Maak groepjes van vier Maak een voedselweb Welke drie abiotische factoren zijn het belangrijkst? Ruil met ander groepje Controleer Benoem de producenten (P), herbivoren (H) en carnivoren (C)
E N D
Ecosystemen Hoofdstuk 3
Schiermonnikoog, meer dan wat los zand! • Maak groepjes van vier • Maak een voedselweb • Welke drie abiotische factoren zijn het belangrijkst? • Ruil met ander groepje • Controleer • Benoem de producenten (P), herbivoren (H) en carnivoren (C) • Leg voedselweb op de juiste plaats bij de kaart • Maak een voedselweb voor Schiermonnikoog
3.1 Kwetsbare ecosystemen • Ecosysteem • Complexe zelfstandige eenheid • Afgebakend gebied met organismen en biotische en abiotische relaties
Ecosysteem • Gesloten • Nauwelijks uitwisseling van stoffen met andere ecosystemen door kringlopen
Organismen in ecosysteem • Producent • Plantaardige organismen • Consument • Dierlijke organismen • Reducent • Bacteriën en schimmels
Draagkracht • De maximale populatiegrootte die een gebied kan onderhouden • Populatiedynamiek • Veranderingen in de populatie a.g.v. (a)biotische factoren • Verstoring: snel optredende blijvende veranderingen
Biomassa • Energie uit biomassa • Totaalgewicht van organismen
Voedselspiramide • Piramide van aantallen • Piramide van biomassa • Trofisch niveau
Welke afbeelding geeft de piramide van aantallen weer? Leg uit waarom • Rechts, in een boom leven heel veel rupsen; links is een piramide van biomassa
Energiestroomschema Laat zien waar de energie naar toe gaat
Autotroof • Organismen die in staat zijn om uit energiearme anorganische stoffen , energierijke organische stoffen te maken (producenten) • Fotosynthese • Heterotroof • Organismen hebben energierijke organische stoffen nodig (consumenten)
Primaire productie • Hoeveelheid organische stoffen (biomassa) die producenten maken • g/opp./jaar • g/volume/jaar • Secundaire productie • De hoeveelheid organische stoffen (biomassa) die de consumenten maken
Neem de piramide over en teken de balk voor de consumenten van de 2e orde en de balk voor de 3e orde
Ontstaan ecosysteem (1) • Pioniersecosysteem • Begin van elk ecosysteem • Kale rots/ omgespitte grond • Verandert door successie • Soortensamenstelling & abiotische factoren veranderen sterk • Toename van biodiversiteit • Productie nieuwe weefsels > afbraak weefsel
Ontstaan ecosysteem (2) • Climaxecosysteem • Eindstadium van een ecosysteem • Soortensamenstelling en abiotische factoren ± gelijk • Maximale biodiversiteit • Productie nieuwe weefsels= afbraak weefsels • Bijv. koraalrif, loofbos, tropisch regenwoud
Ontstaan ecosysteem (3) • Primaire successie • Secundaire successie