1 / 16

Ecosystemen in verandering

Ecosystemen in verandering. successie. successie. Zand blijft liggen  na verloop van tijd plantengroei Eerste planten weinig ≠ soorten eerste planten = pioniersplanten Later meer soorten en dichter begroeid. Successie rotsbodem. Eerst verwering rotsblok (wind regen vorst)

perrin
Download Presentation

Ecosystemen in verandering

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Ecosystemen in verandering successie

  2. successie • Zand blijft liggen na verloop van tijd plantengroei • Eerste planten weinig ≠ soorten • eerste planten = pioniersplanten • Later meer soorten en dichter begroeid

  3. Successie rotsbodem • Eerst verwering rotsblok (wind regen vorst) • Kiertjes ontstaan met gruis • Wind brengt fijne bodemdeeltjes aan •  korstmossen • Eerste diertjes volgen pioniersecosysteem

  4. Rots later • korstmossen scheiden zuren uit die ondergrond aantasten zouten komen vrij • Uit korstmossen ook klein beetje humus ( organische stoffen, anorganische stoffen en micro-organismen of reducenten) •  bodemvorming • Mossen , varens en grassen kunnen zich vestigen • Verdringen de korstmossen • Andere dieren vestigen zich

  5. pioniersvegetatie

  6. Nog verder • Abiotische factoren veranderen: • Overdag schaduw planten  minder heet • S’nachts houden planten warmte vast •  terrein steeds meer geschikt voor meer soorten planten en dieren • Soortensamenstelling ven levensgemeenschap gaat geleidelijk over in andere  successie • Biomassa neemt toe (opbouw groter dan afbraak)

  7. Van pioniers-  climaxecosysteem • Uiteindelijk … eindstadium : • abiotische factoren constant • soortensamenstelling constant = climaxecosysteem • Productie = afbraak => biomassa blijft = • Kringloop is gesloten -> weinig uitwisseling met omgeving • Climaxecosysteem bv • tropische regenwouden • Koraalriffen, • loofbossen, • oude duinen

  8. http://www.biodoen.nl/biodoenLite.php?idOrder=0701010301

  9. Oude duinen bv zwarte polder

  10. Ontbossing bv schotse hooglanden, Ierland, Brazilie • Als stuk bos is gekapt  kale plek  abiotische factoren ongunstiger • Temp schommelt meer • Geen humus ontstaat meer  makkelijker uitdrogen • Moeilijker te begroeien • Er komt een secundaire successie • Kringloop van stoffen is open (deel kan wegwaaien) • Gemakkelijk soorten immigreren • De successie naar climaxecosysteem verloopt snel

  11. Secundaire successie • Biodiversiteit neemt toe • Vegetatie gaat gelaagdheid vertonen • Mossen • Kruidige zaadplanten • Struiken • bomen

  12. climaxecosysteem • Maximale soortenrijkdom • Afhankelijk van klimaat • zon • Water •  tropisch regenwoud meer soortenrijkdom dan woestijn

  13. gevolgen houtkap

  14. bodemerosie • Climaxecosystemen zijn kwetsbaar voor veranderingen van buitenaf. • Tropisch regenwoud weinig humus • Reducenten en afvaleters groot  mineralisatie verloopt snel • Als gekapt  bodem bloot  erosie •  successie moet helemaal van voren af aan beginnen  weer primaire successie duurt lang

  15. Overstromingen bv Bangladesh, Zwitserland, Italië, polen • Begroeide terreinen houden veel water vast . •  berghellingen zonder begroeiing • Modderstromen • Overstromingen

More Related