60 likes | 322 Views
H1 Landschapszones De aarde als systeem. Par 2 en 3. Bij Par 2: Aardopp. als systeem. Drie dominante geofactoren die het aardopp. vorm geven: Ondergrond, klimaat en mens deze be ïnvloeden elkaar en de andere geofactoren: . Bodem, water, lucht, plant en dier.
E N D
H1 LandschapszonesDe aarde als systeem Par 2 en 3
Bij Par 2: Aardopp. als systeem • Drie dominante geofactoren die het aardopp. vorm geven: • Ondergrond, klimaat en mens deze beïnvloeden elkaar en de andere geofactoren: . Bodem, water, lucht, plant en dier. Bestudering v/h aardopp.systeem zowel: -Verticaal: bodemprocessen a.g.v. klimaat en ondergrond. -Horizontaal: landschapszones a.g.v. klimaat te zien in: vegetatie zones: bepaald door breedteligging. Uitzondering: nabijheid Zee(matigende werking) en gebergte(hoogte,loef/lijzijde) Bekijk de kaarten: 52e: 181D, 182 en 184, 53e: 195D, 196, 197!! en 198
Bodem en grondWat is het verschil? • Grond: • Los materiaal(zd,klei) dat je in je hand kunt nemen; ontstaan door: • verwering en/of sedimentatie Los materiaal = mineralen. • Bodem: • Ca 1,50 – 2 m dikte v/h aardopp. dat bestaat uit grond waarin: -plant en dier voedsel vinden en -geleidelijk verandering plaats vindt door: org.afvalstoffen, regen- water en chemische processen. Tijd: 1000en jaren. Let op! Bodemverschillen in rel.klein gebied: oorz: verschil in ondergrond: bijv klei of zand (= grondsoorten) groot gebied: L.s zones: oorz: klimaat en vegetatie
Twee lastige begrippenzie schema par 2 blz 8 • Mineralisatie; • Volledige afbraak van org. materiaal → CO2 en voedingsstoffen • Humificatie: • Onvolledige afbraak v. org. mat. → ontstaan humus: = • Dood plantenmat.met zwarte kleur dat voedingsstoffen en water vasthoudt.
Bij par 3. Basisinfo bij: -Neerslag, -Ls zonder bos en -geofactor mens→ls.zones • Neerslag: Relatie: Neerslag(=N), Verdamping(=V) en Effectieve neerslag(=E) ook wel Neerslagoverschot/ nuttige neerslag genoemd. Drie mogelijkheden: waterhoeveelheid gemeten in cm/mm per jr. N = E + V E = N – V V = N – E . LS zonder bos: -koude gebieden: beperkende factor: lengte groeiseizoen. Denk aan permafrost: water en wortels kunnen bodem niet in. -warme gebieden: beperkende factor: tekort aan water. Denk aan: E = < 0 dus V > N gevolg: capillaire opstijging van bodemwater. . Geofactor mens→Ls.zones: Welke ls.zone/ bodem is het meest geschikt voor landbouw?
Grassteppe van de Gematigde zone. • Waarom? • E = 0 (niet teveel verdamping/ geen uitspoelen van neerslag in de bodem. Gevolg: veel humus→ veel voedingsstoffen in dikke zwarte humusrijke bovenlaag die water vasthoudt. Dus: Zeer vruchtbaar! Verwissel de volgende begrippen niet! (zie blz 11 rechts): Chemische vruchtbaarheid: mate v. voedingsstoffen in de bodem Fysische vruchtbaarheid: beschikbaarheid water/lucht en door- dringbaarheid voor wortels. (fys.vbh wordt bepaald door korrelgrootte bijv zand/klei