790 likes | 2.54k Views
Thema 5. CLASSIFICEREN VAN DIEREN. 1 Basiskenmerken van dieren. Dieren zijn meercellig Eukaryote cellen Nooit celwand Nooit bladgroenkorrels Heterotroof Ingewikkelde lichaamsbouw. hazelmuis. kwalpoliep.
E N D
Thema 5 CLASSIFICEREN VAN DIEREN
1Basiskenmerken van dieren • Dieren zijn meercellig • Eukaryote cellen • Nooit celwand • Nooit bladgroenkorrels • Heterotroof • Ingewikkelde lichaamsbouw hazelmuis kwalpoliep
2Vergelijkend onderzoek van dierenstammen • Vergelijkend onderzoek van 9 representatieve diersoorten. • O.b.v. classificatiecriteria groeperen we dieren in 9 stammen. • Welke lichaamssymmetrie? • Darmzak of darmkanaal? • Is er segmentatie? • Zijn er gelede aanhangsels? • Welk skelet? • Is er een chorda?
2.1 Welke lichaamssymmetrie vertoont het dier? • niet-symmetrisch • veelzijdig symmetrisch • tweezijdig symmetrisch
2.2 Darmzak of doorlopend darmkanaal? • Geen spijsverteringsstelsel • sponzen kraagcellen • Darmzak • neteldieren en platwormen • Darmkanaal • meeste andere dieren
2.3 Vertoont het dier segmentatie? • Inwendige en uitwendige segmentatie • ringwormen bv. regenworm • Alleen uitwendige segmentatie • geleedpotigen • Inwendige segmentatie • chordadierenwervelkolom
2.4 Draagt het dier gelede aanhangsels? • Geleedpotigen
2.5 Welk skelet is er aanwezig? • Skelet verleent stevigheid en bescherming • exoskelet • endoskelet • hydroskelet
2.6 Is er een chorda aanwezig? • chorda: elastisch steunweefsel aan de rugzijde • wordt bij de vertebratavervangen door de wervelkolom (tijdens embryonale fase) • Stam: chordadieren • onderstam: vertebrata
2.7 Argumenten voor de classificatie van de representatieve diersoorten in hun respectievelijke stam 9 stammen oorkwal broodspons trilworm • Sponzen • Niet symmetrisch • Geen spijsverteringsstelsel • Neteldieren • Veelzijdig symmetrisch • Hydroskelet • Darmzak • Platwormen • Tweezijdig symmetrisch • Darmzak
wortelknobbelaaltje regenworm groene sabelsprinkhaan • Ronde wormen • Tweezijdig symmetrisch • Niet geleed • Doorlopende darm • Gelede wormen • Tweezijdig symmetrisch • Doorlopende darm • Geen gelede aanhangsels • Geleedpotigen • Tweezijdig symmetrisch • Segmenten met gelede aanhangsels • Exoskelet
tuinslak zeester buizerd • Weekdieren • Tweezijdig symmetrisch • Exoskelet • Doorlopende darm • Week lichaam • Stekelhuidigen • Tweezijdig symmetrisch • • Veelzijdig symmetrisch • Endoskelet (kalkplaatjes) • Chordadieren • Tweezijdig symmetrisch • Hebben als embryo een chorda • Endoskelet
Cladogram dierenrijk 9 stammen Op basis van verwantschap en afstamming (via moleculaire gegevens zoals DNA en bouw van eiwitten)
3Vergelijkend onderzoek binnen de stam van geleedpotigen • Arthropoda • Taxonomische niveaus • stam klasse orde familie geslacht soort • Morfologische kenmerken om in te delen in klassen: • segmentatie • aantal en soorten aanhangsels
3.2 Aantal en soorten aanhangsels 3.2.1 Aanhangsels bij de klasse van insecten • 1 paar antennes • 3 paar looppoten • monddelen • soms 2 paar vleugels woestijnsprinkhaan koninginnenpage wesp
3.2.2 Aanhangsels bij de klasse van de spinachtigen • geen antennes • 4 paar looppoten • 1 paar kaakpoten met gifklier • 1 paar tastpoten • schorpioenen: scharen i.p.v. tastpoten wolfsspin tastpoten kaakpoten
3.2.3 Aanhangsels bij de klasse van de schaaldieren • Ieder segment kan aanhangsels hebben • Noorse kreeft • 2 grote antennes (tast + chemische prikkels) • 2 kleine antennes (chemische prikkels) • 3 paar kaakpoten • 5 paar looppoten (voorste: grote scharen) • 5 paar achterlijfspoten • 1 paar zwempoten
3.2.4 Aanhangsels bij de klasse van de duizendpoten en de klasse van de miljoenpoten • kleine kop met gesegmenteerd achterlijf • 1 paar antennes • duizendpoten: 1 paar poten per segment • miljoenpoten: 2 paar poten pet segment
3.4 Situering van de kruisspin binnen de hiërarchische classificatieniveaus
kopborstuk achterlijf 4 10 + kieuwen schaaldieren kop borststuk achterlijf 2 6 tracheeën insecten tracheeën boeklongen kopborstuk achterlijf 8 0 spinachtigen kop + vele segmenten 1 paar/ segment 2 tracheeën duizendpoot kop + vele segmenten 2 paar/ segment 2 tracheeën miljoenpoot
4Chordadieren 4.1 Kenmerken van chordadieren • In het embryonale stadium: • chorda • zenuwstreng aan rugzijde • kieuwzakjes • aanleg staart • In foetaal stadium: • chorda meestal vervangen door • wervelkolom rond ruggenmerg vertebrata (gewervelden)
STAM CHORDATA Onderstam Cephalochordata ( ‘schedellozen’ ) Klasse Lancetvisjes Onderstam Vertebrata ( gewervelden )
4.2 Criteria om gewervelden dieren van elkaar te onderscheiden • Criteria om de verschillende klassen te onderscheiden • Transport en ademhaling • Lichaamstemperatuur • Voortplanting • huidbedekking
4.2.2 Lichaamstemperatuur • Koudbloedigen: afhankelijk van omgevingstemperatuur • Warmbloedigen: constante lichaamstemperatuur zeeleguaan kameleon koningspinguïn lepelhaas
4.2.3 Voortplanting • Uitwendige bevruchting: vissen en amfibieën • Inwendige bevruchting: reptielen, vogels en zoogdieren • Inwendige ontwikkeling nakomelingen: zoogdieren • Uitwendige ontwikkeling nakomelingen: • vissen: eieren zonder schaal • amfibieën: eieren zonder schaal • reptielen: eieren met lederschaal • Vogels: eieren met kalkschaal
4.2.4 Huidbedekking • Kraakbeenvissen: schubben = kleine tandjes • Beenvissen: benige schubben met slijmlaag • Amfibieën: naakte huid met slijmlaag (+ soms gifklieren) • Reptielen: schubben met hoornstof (keratine) • Vogels: veren + schubben op de poten • Zoogdieren: haren
4.3 Classificeren van zoogdieren • Klasse zoogdieren wordt onderverdeeld in orden slurfdieren knaagdieren opperdieren cloacadieren buideldieren buistandigen vleermuizen onevenhoevigen walvisachtigen haasachtigen evenhoevigen roofdieren
4.4 Situering van de mens binnen de hiërarchische classificatieniveaus
Gemeenschappelijke voorouder van alle dieren: leek op huidige ééncelligechoanoflagellaten
Einde Thema 5 CLASSIFICEREN VAN DIEREN