530 likes | 701 Views
lopen. de benen. de fiets. de kar. de bel/ bellen/tring. de buggy. fietsen. r ijden met de auto. d e vrachtwagen. het wiel. h et stuur/sturen. meenemen. meerijden. de bus. de trein. instappen. uitstappen. rond. open en dicht. het vliegtuig. v aren met de boot. het water.
E N D