470 likes | 648 Views
Informatieavond socio-emotionele opvoeding. Theoretische achtergrond en vertaling naar de klaspraktijk toe. Vragenronde PAUZE SEO in de kleuterschool: en doos vol gevoelens. SEO in de lagere school: axenland. Vragenronde. DE AXENROOS. Theoretisch kader.
E N D
Informatieavond socio-emotionele opvoeding. • Theoretische achtergrond en vertaling naar de klaspraktijk toe. • Vragenronde PAUZE • SEO in de kleuterschool: en doos vol gevoelens. • SEO in de lagere school: axenland. • Vragenronde
DE AXENROOS Theoretisch kader.
DOELSTELLING Kinderen een kader geven om over hun gevoelens en hun relaties met anderen na te denken en te praten.
Uitgangspunten voor een gezonde relationele vorming. • Een relatie is twee-zaam. • Eenduidige boodschappen. • Iedereen is verschillend. • Oog hebben voor het effect.
Ethiek. • Relationele evenwaardigheid. Respect voor elkaar. • Elke relatiewijze is waardevol. • Iedereen is verschillendde ene relatiewijze hanteer je gemakkelijker dan de andere.
BESCHIKKENDEN NIET-BESCHIKKENDEN
De axenroos. • Iedere mens beschikt over een breed gamma van mogelijke relatiewijzen. • F. Cuvelier ordening van de menselijke interacties. • Werkinstrument de axenroos. • Ax = het vermogen om zich op een bepaalde wijze relationeel te gedragen.
Drie invalshoeken: • De relatiewijze Op welke manier? • De inzet Wat – waarom? • Het communicatiekanaal Hoe?
Invalshoek 1: de relatiewijzen. Aanbieden Geven Aanvechten Houden Aannemen Vragen Weerstaan Lossen Ondergaan HARMONIE CONFLICT AFZONDERING
AFZONDERING HOUDEN AANBIEDEN GEVEN AANVECHTEN HARMONIE CONFLICT WEERSTAAN AANNEMEN VRAGEN LOSSEN ONDERGAAN
AFZONDERING HOUDEN GEVEN STUREN ZICH PRESENTEREN BEDIENEN AANVECHTEN CONFLICT HARMONIE WEERSTAAN BENUTTEN VOLGEN WAARDEREN AANNEMENVRAGEN LOSSEN - ONDERGAAN
Invalshoek 2: de inzet. BIJZIJN DIENSTEN INFORMATIE PERSOON GOEDEREN RICHTLIJNEN
Invalshoek 3: de communicatiekanalen. • Handelingskanaal. • Lichaamstaal:* gebaren* mimiek* lichaamshouding* stemgeving • Tekst.
DE AXENROOS DE KLASPRAKTIJK
SOCIALE VORMING • Gebeurt de hele dag door. • Als leerkracht gebruik je spontaan verschillende relatiewijzen. • Je kiest soms bewust voor een bepaalde relatiewijze. • Je besteedt aandacht aan de kwaliteit van de axen. • Interactie tussen leerkracht en leerlingen.
SOCIALE VORMING • Kinderen toestaan en aansporen om alle axen in te nemen. • In alle leeftijdsgroepen, ook bij de jongste kleuters. • In werk en organisatievormen: klassikaal, groepswerk, contractwerk, hoekenwerk, projectwerk, … • In alle leergebieden: wereldoriëntatie, taal, godsdienst, bewegingsopvoeding, …
De axenroos en het leerplan wereldoriëntatie. Domein: Mens en medemens. Onderdeel: Ik ga om met anderen.
MENS EN MEDEMENSIk ga om met de anderen Geven van persoon en bijzijn • 4.6- KINDEREN KUNNEN ZICH ALS PERSOON PRESENT STELLEN.* zich kunnen voorstellen* iets over zichzelf vertellen* een gesprek beginnen / voortzetten* ….
MENS EN MEDEMENSIk ga om met de anderen Aannemen of vragen van persoon en bijzijn. • 4.7 – Kinderen kunnen respect en waardering opbrengen.* vormen van waarderend of afwijzend gedrag herkennen* waardering uiten* respectvol omgaan met leeftijdsgenoten* …
MENS EN MEDEMENSIk ga om met de anderen Geven van goederen en diensten • 4.11 – Kinderen kunnen een ander helpen door zich dienstbaar op te stellen.* anderen helpen bij het opruimen* bereid zijn materiaal te delen / uit te lenen* attent zijn voor specifieke noden van anderen* …
MENS EN MEDEMENSIk ga om met de anderen Aannemen – vragen van goederen en diensten • 4.12 – Kinderen kunnen hulp vragen en zorg aanvaarden.* op een beleefde manier iets kunnen vragen* dankbaarheid tonen tegenover wie hen helpt* zich laten helpen als ze iets niet kunnen* …
MENS EN MEDEMENSIk ga om met de anderen Geven van informatie en richtlijnen • 4.10 – Kinderen kunnen leiding geven.* een voorstel naar voor kunnen brengen* in een groepje zeggen wat de anderen moeten doen* verslag kunnen uitbrengen van een taakgroepje* …
MENS EN MEDEMENSIk ga om met de anderen Leiding volgen of meewerken • 4.9 – Kinderen kunnen leiding volgen of meewerken.* het leiderschap van een ander kind aanvaarden* regels en afspraken kunnen nakomen* met inzet meespelen in een ploegspel* …
MENS EN MEDEMENSIk ga om met de anderen Aanvechten • 4.13 – Kinderen kunnen constructief kritisch zijn.* kunnen verwoorden wat ze verkeerd vinden in hun eigen omgeving* op een aanvaardbare wijze leeftijdsgenoten confronteren met het effect van hun gedrag* leren wantoestanden zien en aanklagen* …
MENS EN MEDEMENSIk ga om met de anderen Weerstaan • 4.14 – Kinderen kunnen zich op een passende manier weerbaar opstellen.* voor zichzelf en leeftijdsgenoten opkomen* zich weten te verdedigen tegen ongewenste lichamelijke nabijheid of intimiteit* …
MENS EN MEDEMENSIk ga om met de anderen Houden • 4.15 – Kinderen kunnen zich discreet opstellen als derden daar niet door benadeeld worden.* zich op de achtergrond houden* geen roddel rondstrooien* iets wat ze over een ander weten voor zichzelf kunnen houden* …
MENS E N MEDEMENSIk ga om met de anderen Ondergaan - lossen • 4.16 – Kinderen kunnen hun ongelijk of onmacht toegeven.* eigen onkunde of mislukking toegeven* zich verontschuldigen na een ruzie, fout, …* gerechtvaardigde kritiek kunnen aanvaarden* …
HARMONISCHE ZONE Ziet en bewondert wat er gebeurt.Verwelkomt nieuwe lln. Uit complimentjes. Staat graag in de belangstelling.Vertelt over zijn hobby.Vertelt over wat hij goed/nietgoed kan.
HARMONISCHE ZONE Is dankbaar voor gekregen geschenken. Laat zich graag verwennen.Vraagt materiaal, hulp. Leent gerief uit. Doet boodschappen.Helpt iemand.
HARMONISCHE ZONE Kiest het spel op de speelplaats. Geeft informatie door. Geeft leiding bij groepstaken. Gehoorzaamt. Vraagt bijkomende informatie.
CONFLICTZONE Laat zich niet doen. Is niet akkoord met een opgedrongen taak. Neemt bevelen van anderen niet zomaar aan. Zegt wat hij niet goed vindt. Wijst terecht. Vecht voor zijn plek. Duidt fouten aan.
AFZONDERINGSZONE Weet en ziet het wel maar… komt niet tussen. Komt weinig aan bod in discussies. Is bang en onzeker. Twijfelt, weet het niet precies. Kan moeilijk keuzes maken.
Overdreven beklemtonen van een bepaalde ax: PSYCHOSOCIALE PATHOLOGIE
Slechtgemutste leeuw. • AUTORITAIR • BETWETERIG
Slechtgemutste kameel. • MEELOPER
Slechtgemutste bever. • BETUTTELEND • OVERBESCHERMEND
Slechtgemutste poes. • PROFITEREND • REGRESSIEF
Slechtgemutste pauw. • EXIBITIONISTISCH • NARCISTISCH
Slechtgemutste wasbeer. • DWEPEND • HYSTERISCH
Slechtgemutste havik. • DESTRUCTIEF • CYNISCH • VERWERPEND • SADISTISCH
Slechtgemutste steenbok. • DEFENSIEF • WANTROUWIG
Slechtgemutste uil. • AFGESLOTEN • HAUTAIN • GIERIG
Slechtgemutste schildpad. • AAN DE GROND • DEPRESSIEF • UITZICHTLOOS • KRACHTELOOS • MASOCHISTISCH
DE AXENROOS: EEN WERKINSTRUMENT • Werken op schoolniveau. • Werken op klasniveau. • Werken op leerlingenniveau.
Dit schooljaar… • Aanbreng van de dieren van de axen via gemeenschappelijke opening. ( = schoolniveau) • Verwerking in de klas. ( = klasniveau) • De axendieren zichtbaar brengen in de school. ( =schoolniveau) KENNISMAKING