1 / 22

Suomi

Suomi. Taalproject Fins Rick Sen Yfke Dulek Benno Kruit Merlijn Boogerd Thomas Mijnhout Niels Rustenberg Herman van Veelen Remo van der Heiden. 1. Finse taal. Fins-Oegrische taal 6.000.000 sprekers Latijns alfabet Van oorsprong “boers” Late officiële status. 2. Fonologie.

landry
Download Presentation

Suomi

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Suomi Taalproject Fins Rick Sen Yfke Dulek Benno Kruit Merlijn Boogerd Thomas Mijnhout Niels Rustenberg Herman van Veelen Remo van der Heiden 1

  2. Finse taal • Fins-Oegrische taal • 6.000.000 sprekers • Latijns alfabet • Van oorsprong “boers” • Late officiële status 2

  3. Fonologie Minimale reeks Klinkers • Makin gen. ev van maki, 'lemur‘. • Mekin me 'wij' + kin 'ook' = 'ook wij'. • Mikin spreektaalwoord mikki, 'microfoon'. • Mokin mv. instructief voor mokka 'suede' en van moka 'fout'. • Mukin is gen. ev. van muki 'mok'. • Mykin meervoud instructief van mykkä, 'dom'. • Mäkin mä(spreektaal voor minä, 'ik') + kin 'ook'= 'ik ook'. • Mökin gen. ev. van mökki, 'hut'. • A (car) • E (let) • I (sit) • O (or) • U (book) • Y (müssen) • Ä (cat) • Ö (bird) 3

  4. Medeklinkers en dubbelklanken • Dubbelklanken (vb: aa, ii) • Driftongen (vb: ai, ei) 4

  5. Lettegreepstructuur • 90% CV(V)(C) • Weinig CCV(V)(C) • Geen CVCCC (Zoals Kerst)  • Assimilatie : Boundary Lengthening • kone + sammui → konessammui 5

  6. Finse Morfologie Complex in: • NaamwoordopbouwStam + Aantal + Naamval + Bez. Nw. + Encl. Part. • Compounding 6

  7. Stam + Aantal + Naamval + Bez. Nw. + Encl. Part. • Meervoudsmorfemen: • t (Nominative & Accusative) • i- (Andere naamvallen) • j- (idem.) 7

  8. Stam + Aantal + Naamval + Bez. Nw. + Encl. Part. 8

  9. Stam + Aantal + Naamval + Bez. Nw. + Encl. Part. Meest belangrijke naamvallen Nominative Partitive Genitive 9

  10. Stam + Aantal + Naamval + Bez. Nw. + Encl. Part. Locatieve naamvallen Inessive – Elative - Illative Adessive – Ablative - Allative 10

  11. Stam + Aantal + Naamval + Bez. Nw. + Encl. Part. Enkelvoud • Eerste persoon (minun) kirja/ni mijn boek • Tweede persoon (sinun) kirja/si jouw boek • Derde persoon hänen kirja/nsa zijn/haar boek Meervoud • Eerste persoon (meidän) kirja/mme ons boek • Tweede persoon(teidän) kirja/nne jullie boek • Derde persoon heidän kirja/nsa hun boek 11

  12. Stam + Aantal + Naamval + Bez. Nw. + Encl. Part. • -kin ook • -kaan ~ -kään (niet)... ook • -ko ~ -kö vragend • -han ~ -hän nadruk leggen • -pa ~ -pä nadruk leggen 12

  13. Leuke weetjes • pullo-i-ssa-nne-kin flessen-in-jullie-ook (ook in jullie flessen) • negatie Luemme we read emme lue we do not read he lukevat they read he eivät lue they do not read hän lukee he/she reads hän ei lue (s)he does not read • lento-kone-suihku-turbiini-moottori-apu-mekaanikko-ali-upseeri-oppilas 13

  14. Persoonlijk Voornaamwoorden 14

  15. Most of his little dragons will fly away next week. • Suurin osa hänen pienistä lohikäärmeistään lentää pois seuraavalla viikolla. • Harry passed all his exams easily. • Harry läpäisi kaikki kokeensa helposti. 15

  16. Tijden en Wijzender Finse Werkwoorden 16

  17. Ter vergelijking: Rennen • Things to notice: • Persoonlijke voornaamwoorden weinig gebruikt • In plaats daarvan geeft de uitgang de persoon aan • Voor de verleden tijd wordt olla (hebben) als hulpwerkwoord gebruikt • Verschillende voltooid deelwoorden voor enkelvoud en meervoud 17

  18. Syntaxis • Het Fins is een subject-verb-objecttaal (SVO): • Harryläpäisikokeensa. • Harrypassedhis exams. • Bij vraagzinnen wordt het vraagwoord naar voren gehaald: • MikäHarryläpäisi? • What did Harry pass? 18

  19. Syntaxis “These students made some potions.” “Harry said that Ron was a good friend.” 19

  20. Syntaxis “These students made some potions.” Het Fins kent geen onbepaalde of bepaalde lidwoorden. “Harry said that Ron was a good friend.” 20

  21. Uit de voorbeeld-zinnen zijn 11 subcatego-rieën van werkwoor-den af te leiden. 21

  22. Onko kysyttävää?

More Related