750 likes | 1.38k Views
Thema 2. CHEMISCHE STOFFEN IN ORGANISMEN. DEEL 1 De cel: basiseenheid van leven. Chemische samenstelling van organismen. 1. Organismen bestaan uit anorganische en organische stoffen. Vergelijking mens en plant.
E N D
Thema 2 CHEMISCHE STOFFEN IN ORGANISMEN DEEL1 De cel: basiseenheid van leven
Chemische samenstelling van organismen 1 • Organismen bestaan uit anorganische en organische stoffen
Vergelijking mens en plant • Planten bevatten meer sachariden (reservestof) dan dieren. • Dieren bevatten meer proteïnen (o.a. spierweefsel) dan planten.
96% van de massa is O, C, H en N. • Water (H2O), lipiden (C, H, O) • en eiwitten (C, H, O en N) • De andere elementen komen voornamelijk voor in minerale verbindingen of als ionen (Ca, P, K, S, Na, Cl, Mg, I en Fe) • Er komen ook sporenelementen voor (bv. koper, zink)
Anorganische verbindingen in organismen 2 2.1 Water in organismen 2.2 Minerale verbindingen in organismen 2.3 Gassen in organismen
2.1 Water in organismen • 2.1.1 Watergehalte van organismen • Watergehalte bepalen • massaverschil tussen • verse massa en droge massa • (hoogoven 105 °C) • Intracellulair water • Intercellulair water
2.1.2 Functies van water in organismen • Water is een belangrijk oplosmiddel. • polair oplosmiddel • waarin polaire moleculen • goed oplossen • zuren lossen op en • vormenH+-ionen • zuurtegraad (pH)
Water komt tussen in chemische reacties. • hydrolyse • C12H22O11 + H2O C6H12O6 + C6H12O6 • maltose water glucose glucose • condensatiereactie • C6H12O6 + C6H12O6 C12H22O11 + H2O • glucose glucose maltose water • Water is een belangrijk transportmiddel.
Water heeft een warmteregelende functie. • hoge specifieke warmte capaciteit • (4184 J/kg K) • koelt traag af en warmt traag op • hoge latente warmte • (2340 kJ/kg) • heeft veel warmte nodig om • te verdampen Zweetproductie heeft een warmteregelende functie
Water heeft een functie als smeer- of glijmiddel. Gewrichtssmeer in een gewricht
Organismen maken gebruik van de hoge • oppervlaktespanning van water. Schaatsenrijder lopend op wateroppervlak Sequoia sempervirens
2.3 Gassen in organismen • 2.3.1 Zuurstofgas (O2) • Geproduceerd tijdens fotosyntheseproces: • 6 CO2 + 6 H2O C6H12O6 + 6 O2 • Zuurstofgasmoleculen zijn apolair. • slecht oplosbaar in water • kunnen doorheen membranen
Transport van zuurstof in het bloed: • 2%opgelost in het bloedplasma • 98% wordt gebonden aan hemoglobulinein rode bloedcellen (oxigenatie) • oxigenatie • in de longcapillairen • Hb + 4 O2 Hb(O2)4 • deoxigenatie • in alle weefselcapillairen • Hb(O2 )4 Hb + 4 O2 • Myoglobinein spiercellen neemt zuurstof over van hemoglobine.
Overzicht O2-transport in het bloed
2.3.2 Koolstofdioxide (CO2) • Geproduceerd tijdens celademhaling: • C6H12O6 + 6 O2 6 CO2 + 6 H2O • CO2 verlaat de cel • 7% lost op in bloedplasma • 70% reageert met water • CO2 + H2O H2CO3 H+ + HCO3- • 23% getransporteerd met hemoglobine • Hb + CO2HbCO2 • carbaminohemoglodine
Planten gebruiken opnieuw CO2 bij de fotosynthese: • 6 CO2 + 6 H2O C6H12O6 + 6 O2 • Koolstofmonoxide (CO) • CO wordt gevormd bij: • vulkaanuitbarstingen, bosbranden • verbranding fossiele brandstoffen: industriële activiteiten, autoverkeer, … • binnenhuis: tabaksrook en slecht afgestelde verwarmingstoestellen • CO bindt onomkeerbaar met hemoglobine, zodat hemoglobine geen • zuurstof meer kan transporteren: stikkingsgevaar
Koolstofverbindingen in organismen 3 3.1 De droge massa van een organisme analyseren 3.2 De belangrijkste groepen van C-verbindingen
3.1 De droge massa van een organisme analyseren • koolstofverbindingen bepalen • massaverschil tussen • droge massa en as • (moffeloven 450 °C) • As bevat anorganische stoffen • zoals Ca2+ -ionen moffeloven
3.2 De belangrijkste groepen van C-verbindingen
amylose amylopectine zetmeelkorrels
glycogeen Cellulose
Exoskeletbevat chitine Celwand paddenstoel bevat chitine
rachitis osteomalacie
Waterafstotende veren Onderhuids vet
3.2.3 Proteïnen (eiwitten) • Proteïnen zijn macromoleculen ontstaan door de aaneenschakeling van aminozuren
Secundaire structuur: α-helix Secundaire structuur: β-plaat