1 / 71

PREDIKATENLOGICA

PREDIKATENLOGICA. §0. Inleiding. Kwantoren. (∀x) Universele kwantor Voor elke x geldt dat … (∃x) Existentiële kwantor Er bestaat een x zodat … Voorbeelden: (∀x) (Mens(x) → Sterfelijk(x)) ¬ (∃x) (Mens(x) ∧ ¬ Sterfelijk(x)). Voorrangsregels.

leoma
Download Presentation

PREDIKATENLOGICA

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. PREDIKATENLOGICA §0. Inleiding

  2. Kwantoren • (∀x) Universele kwantor Voor elke x geldt dat … • (∃x) Existentiële kwantor Er bestaat een x zodat … Voorbeelden: (∀x) (Mens(x) → Sterfelijk(x)) ¬ (∃x) (Mens(x) ∧ ¬ Sterfelijk(x))

  3. Voorrangsregels Kwantoren binden sterker dan ¬ ∧ ∨ → ↔. Voorbeeld: (∃x) (Mens(x) ∧ Kanibaal(x)) heeft andere betekenis dan (∃x) Mens(x) ∧ Kanibaal(x) ((∃x) Mens(x))∧ Kanibaal(x)

  4. Gebonden en vrije variabelen • Een variabele x (op een bepaalde plaats in een formule) heet gebonden indien ze voorkomt in het bereik van de kwantor (∀x) of (∃x)(of er deel van uitmaakt). • Het bereik van een kwantor is de deelformule waarop de kwantor betrekking heeft. Dit is de kleinste deelformule die erop volgt. • x is vrij(op een bepaalde plaats) indien niet gebonden. Voorbeeld: blauw is vrij: (∃x) Mens(x) ∧ Kanibaal(x) Mens(x) → (∃y) {Sterfelijk(x) ∧Vader(y,x)}

  5. Interpretaties • Relatie-identifiers: bijvoorbeeld: Mens, Sterfelijk, Kanibaal, Vader, … • Een formule zonder vrije variabelen krijgt een waarheidswaarde (waar of vals) van zodra men vastlegt over welke verzameling de variabelen lopen (universum) en wat men precies bedoelt met de relatie-identifiers. Deze data noemt men een interpretatie. • Aan vrije variabelen moet men eerst waarden geven alvorens waarheidswaarde te bepalen.

  6. Universums Voorbeeld: (∀x) {Mens(x) → (∃y) Vader(y,x)} • Universum = {nu levende wezens} Dan is de formule vals. • Universum = {wezens die ooit geleefd hebben} Dan is de formule waar. AFSPRAAK: een universum is niet leeg.

  7. TARSKI-WERELDEN

  8. Een Tarski-wereld bestaat uit figuren op een schaakbord • Minstens 1 figuur • 8x8 velden • Driehoek (Triangle) • Vierkant (Square) • Vijfhoek (Pentagon) • Groot, middelmatig of klein • Sommige figuren hebben een naam: a, b, … (hoogstens één)

  9. De wereld 111.wld

  10. … is een driehoek … is een vierkant … is een vijfhoek … is klein … is middelmatig … is groot … is (strikt) kleiner dan … … is (strikt) groter dan … Triangle (…) Square (…) Pentagon (…) Small (…) Medium (…) Large (…) Smaller (… , …) Larger (… , …) De relaties

  11. … ligt links van … … ligt rechts van … … ligt voor … … ligt achter … … ligt tussen … en … LeftOf (… , …) RightOf (… ,…) FrontOf (…, …) BackOf (…,…) Between (…, …, …) De relaties (vervolg)

  12. De Tarski-wereld-pred-taal • Relatie-identifiers: Triangle, Square, Pentagon, Small, Medium, Large, Smaller, Larger, LeftOf, RightOF, FrontOf, BackOf, Between. • Constanten: a, b, …, q (namen voor sommige figuren). • Variabelen: x, y, z, … • Gelijkheidssymbool: = • Kwantoren en connectieven:∀, ∃, ¬, ∧, ∨, →, ↔  Formules van de Tarski-Wereld-pred-taal. Universum = {de figuren op het schaakbord}

  13. Vertaaloefeningen Vertaal de volgende uitspraak over Tarski-werelden naar de Tarski-wereld-pred-taal: Geen enkele vijfhoek heeft iets achter zich liggen.

  14. Geen enkele vijfhoek heeft iets achter zich liggenOef 4 (1) demo1.utxt • ¬(∃x)(Pentagon(x) ∧ (∃y)BackOf(y,x)) • (∀x)(Pentagon(x) → ¬(∃y)BackOf(y,x)) • (∀x)(∀y)(Pentagon(x) → ¬BackOf(y,x)) 4. ¬(∃x)(Pentagon(x) → (∃y)BackOf(y,x)) Foutief. Dit is vals in elke wereld met een niet-vijfhoek.

  15. Geen enkele vijfhoek heeft iets achter zich liggen. Maar laatste zin van vorige slide is vals in deze wereld.

  16. Geen enkele vijfhoek heeft ietsachter zichliggen (*) (1) ¬(∃x)(Pentagon(x) ∧ (∃y)BackOf(y,x)) (2) ¬(∃x)(Pentagon(x) ∧ (∃y)FrontOf(x,y)) (1) is een trouwe vertaling van (*) (2) is een vertaling van (*) die niet trouw is

  17. A is een vertaling van (*) asa A en (*) hebben zelfde waarheidswaarde in elke Tarski-Wereld Hier is (*) een bewering over Tarski-werelden in het Nederlands, en A een zin van de Tarski-pred-taal.

  18. Een vertaling is een trouwe vertaling asa correctheid van de vertaling is onafhankelijk van precieze betekenis van de relaties en van hoe Tarski-werelden er uit zien. Trouwe vertalingen zijn logisch equivalent. Je eigen vertaling moet logisch equivalent met docent!!

  19. Vertaaloefening 2 Geef een trouwe vertaling naar de Tarski-pred-taal voor de volgende uitspraak: Het aantal driehoeken die achter alle vierkanten liggen is hoogstens één.

  20. Het aantal driehoeken die achter alle vierkanten liggen is hoogstens één. 1. ¬(∃x)(∃y){ x ≠ y ∧ Triangle(x) ∧ Triangle(y) ∧ (∀z)(Square(z) → BackOf(x,z) ∧ BackOf(y,z)) } 2. (∀x)(∀y){[ Triangle(x) ∧ Triangle(y) ∧ (∀z)(Square(z) → BackOf(x,z)∧BackOf(y,z))] → x = y } 3. (∃x)(∀y){[ Triangle(y) ∧ (∀z)(Square(z) → BackOf(y,z))] → y = x } Examen juni 2005, demo2.utxt

  21. Vervolg Het aantal driehoeken die achter alle vierkanten liggen is hoogstens één. 3. (∃x)(∀y){[ Triangle(y) ∧ (∀z)(Square(z) → BackOf(y,z))] → y = x } 4. (∃x)(∀y){Triangle(y) → [(∀z)(Square(z) → BackOf(y,z)) → y = x ] } 5. (∃x)(∀y){ Triangle(y) → (∀z)[ (Square(z) ∧ BackOf(y,z)) → y =x ] } Foutief: ↔ aantal driehoeken die achter een vierkant liggen is hoogstens één. 2 driehoeken en 0 vierkanten →4 vals, 5 waar. Construeer een Tarski-wereld waarin 4 waar en 5 vals. (bv. 111.wld)

  22. Software: Tarski’s World in LogicPalet • De tool kan nagaan of een zin al dan niet waar is in een gegeven Tarski-wereld. • De tool kan nagaan of jouw vertaling logisch equivalent is met die van de docent. (Ask Spass) • Oefeningen, bv: zoek wereld waarin een gegeven zin waar is. Je oplossing verifiëren! • Variabelen x, y, z, u, v, w, r, s, t • Twee soorten bestanden: .wld .utxt

  23. Demonstratie • Open: Make TarskiWorld • Fig. verplaatsen en creëren /// bewerken /// size? • Waarheidswaarde • Open 111.wld • Open demo2.utxt • Exporteren. Copy-paste vanuit pdf. • Vertaaloefening 2 • AskSpass

  24. §1. Structuren Een relatie op een verzameling D is een deelverzameling van Dn = {(x1, x2, …, xn) | x1, x2, …, xn∈ D}. n is het aantal argumenten van de relatie (n = 1, 2, 3, …). Voorbeeld: De relatie …is vader van …, op de verzameling D = { nu levende mensen }. Wiskundig bekeken is dit {(x1, x2) ∈ D2 | x1 is vader van x2}. Voor n = 1: relatie met 1 argument = een deelverzameling van D.

  25. Structuren (vervolg) Een structuur D bestaat uit: • Een niet lege verzameling D (universum). • Een eindig aantal relaties op D. • Een eindig aantal functies van Dn naar D. • Een eindig aantal elementen van D (constanten). Voorbeeld: • Universum D = { mensen die ooit geleefd hebben } • Relaties: … is ouder dan … , … is mannelijk • Functies: de vader van … , de moeder van … • Constanten: Madonna, Britney Signatuur:<2,1;1,1;2>(geeft aantal argumenten, en aantalconstanten)

  26. §2. Predikatenlogicatalen Vertrekkende van een eindig aantal relatie-identifiers, functie-identifiers, en constante-identifiers vormen we een formele taal (een pred-taal). Een identifier is een rij bestaande uit letters en cijfers die start met een letter. Voorbeeld: • Relatie-identifiers: • ouderDan (met 2 argumenten) • mannelijk (met 1 argument) • Functie-identifiers: • vader (met 1 argument) • moeder (met 1 argument) • Constante-identifiers: • MADONNA • BRITNEY Signatuur:<2,1;1,1;2>

  27. Termen • De variabelen van onze taal zijn x, y, z, … of eender welke identifiers die geen relatie-, functie-, of constante-identifier zijn. • De termen: • Elke variabele is een term. • Elke constante-identifier is een term. • Als G een functie-identifier voorstelt met n argumenten, en als t1, t2, …, tn termen zijn, dan is G(t1, t2, …, tn) ook een term.Ook voor [ ] { }. Voorbeelden: • vader(moeder(Madonna)) • moeder(moeder(x))

  28. Formules en zinnen • Als P een relatie-identifier voorstelt met n argumenten, en als t1, t2, …, tn termen zijn, dan is P(t1, t2, …, tn) een formule. • Als t1 en t2 termen zijn, dan zijn t1 = t2 en t1 ≠ t2 formules. • Als A en B formules zijn, dan zijn ook de volgenden formules: ( A ∧ B ) ( A ∨ B ) ( A → B ) ( A ↔ B ) ¬ AOok voor [ ] { } • Als A een formule is en x een variabele dan zijn (∀x) A en (∃x)A ook formules. • Een zin is een formule zonder vrije variabelen. Voorbeeld: (∃x) { ouderDan[moeder(MADONNA), vader(moeder(x))] ∧ mannelijk(x) }

  29. ASCII versus Unicode-syntax • ASCII-karakters = karakters op Amerikaanse toetsenborden + enkele controle karakters. • ∀ ∃ ∧ ∨ ¬ → ↔ ≠zijn geen ASCII, maar wel Unicode karakters. Niet ondersteund door alle tekstverwerkers en email clients. • Daarom ASCII-syntax: A x in plaats van (∀x), E x in plaats van (∃x) / \ \ / ~ -> <-> <>

  30. §3. Interpretaties van pred-talen • Zij L een pred-taal, bepaald door het geven van zijn relatie-, functie- en constante-identifiers. • Zij Deen structuur met zelfde signatuur als L. • Elke zin A van L kan geinterpreteerdworden in D op voor de hand liggende wijze: • De relatie-identifiers interpreteren door de relaties van D. • De functie-identifiers interpreteren door de functies van D. • De constante-identifiers door de constanten van D. • (∀y) … ‘voor elk object y in het universum van D geldt …’ • (∃x) … ‘er bestaat een object y in het universum van D zodat …’ • x = y steeds interpreteren door ‘ x is gelijk aan y ’ • Ofwel is A waar in D,notatie D ⊨A , ofwel vals: D⊭A.

  31. Bedelingen • Zij D het universum van de structuur D. • Een bedeling s voor D is een functie s: {variabelen} → D. • Zij B een formule van L met vrije variabelen. • B is waar in D onder de bedeling s, als B waar is in D nadat men de vrije variabelen vervangen heeft door wat de bedeling s er aan associeert. • Notatie: D,s ⊨B • Anders is B vals in D onder de bedeling s.

  32. Zeer belangrijke definities • Zij A en B formules van een pred-taal L. • A is logisch waar asa A waar is in elke structuur D (met zelfde signatuur als L) onder elke bedeling voor D. Notatie⊨A Dit betekent dat A waar is in elke interpretatie. • A en B zijn logisch equivalent asa A ↔ B logisch waar is. Dit wil zeggen dat A en B dezelfde waarheidswaarde hebben in elke interpretatie. • Een theorie in L is een verzameling van zinnen van L. Een model voor een theorie T is een structuur waarin de zinnen van T waar zijn.

  33. Al dan niet logisch waar ??? • (∀y){(∀x)R(x,y) → (∃x)R(x,y)} • (∃x)(∀y) x = y • ¬(∃x)(∀y) x = y • (∀x){Small(x) ∨ Medium(x) ∨ Large(x)} • (∃x){W(x) → (∀y)S(y)} → {(∀x)W(x) → (∀y)S(y)} • {(∀x)W(x) → (∀y)S(y)} → (∃x){W(x) → (∀y)S(y)} Oplossing: Alleen 1,5,6 zijn logisch waar.

  34. Deca-werelden • Een DecaWorld is een structuur met • universum {1,2,…,N}, met 1 ≤ N ≤ 9, • hoogstens 4 relaties met 1 argument, • hoogstens 5 relaties met 2 argumenten, • hoogstens 1 relatie met 3 argumenten, • geen functies, • willekeurig aantal constanten. • Software-tool: DecaWorld in LogicPalet!!!

  35. Oefening Zij A de zin: (∀x)(∃y){ (Triangle(y) ∧ Square(x)) → ((∀z)Triangle(z) ∧ (∀z)Square(z)) } 1. Is A waar in elke Tarski-wereld? Ja, want als er een niet-triangle ligt neem die dan voor y, else ¬Square. • Is A logisch waar? Nee, vals in Deca-wereld met: Triangle altijd waar, Square waar voor sommige maar niet voor alle. Bv: Universum = {1,2}, Triangle = {1,2}, Square = {1}. 3. Geef een zin B met slechts 1 kwantor zodat: • B is waar in elke Tarski wereld, • A is een logisch gevolg van B. Oplossing: Neem voor B: ¬(∃x){Triangle(x) ∧ Square(x)}.

  36. §4. Logische Equivalenties ¬(∀x)A ↔ (∃x)¬A ¬(∃x)A ↔ (∀x)¬A

  37. Doorschuiven kwantoren I (∃x)(A ∨ B) ↔ (∃x)A ∨ (∃x)B (∀x)(A ∧ B) ↔ (∀x)A ∧ (∀x)B (∃x)(A → B) ↔ ((∀x)A → (∃x)B)kwantor klapt om Bewijs (3): (∃x)(A → B) equiv (∃x)(¬A ∨ B) equiv (∃x)¬A ∨ (∃x)B equiv ¬(∀x)A ∨ (∃x)B equiv (∀x)A → (∃x)B

  38. Doorschuiven kwantoren II Zij S formule waarin x niet vrij voorkomt. Zij A(x) formule waarin x vrij mag voorkomen. (∃x)S ↔ S , (∀x)S ↔ S (∃x)(A(x) ∧ S) ↔ ((∃x)A(x) ∧ S) (∀x)(A(x) ∨S) ↔ ((∀x)A(x) ∨ S) (∀x)(A(x) → S) ↔ ((∃x)A(x) → S) kwantor klapt om (∀x)(S → A(x)) ↔ (S → (∀x)A(x))

  39. Verwisselen van kwantoren Logisch waar : (∀x)(∀y)A ↔ (∀y)(∀x)A (∃x)(∃y)A ↔ (∃y)(∃x)A (∃x)(∀y)A → (∀y)(∃x)A Niet logisch waar voor sommige formules A : (∀y)(∃x)A → (∃x)(∀y)A bv. Voor A de formule x = y

  40. Gebonden variabele van naam veranderen Zij x,t variabelen, A(x) formule. Zij A(t) bekomen uit A(x) door substitutie van t voor x. (Vrije voorkomens x vervangen door t) Veronderstel: t komt niet voor in A(x). Dan: (∃x)A(x) ↔ (∃t)A(t) (∀x)A(x) ↔ (∀t)A(t)

  41. t mag niet voorkomen in A(x) Want anders, bijvoorbeeld: • Neem voor A(x): ¬x = t Dan is (∃x)A(x)↔(∃t)A(t) de formule: (∃x)¬x = t ↔ (∃t)¬t = t • Neem voor A(x): (∀t)x = t Dan is(∃x)A(x)↔(∃t)A(t) de formule: (∃x)(∀t)x= t ↔ (∃t)(∀t)t= t

  42. Prenex normaalvorm Rij kwantoren, gevolgd door een formule B zonder kwantoren, met geen buitenste haakjes weggelaten in B. (∀x)(∃y)(Square(x) → RightOf(x,y))prenex (∀x)Square(x) ∧ Larger(x,a)geen prenex Eigenschap:Elke formule is logisch equi-valent met een prenex normaalvorm. Werkwijze: zie cursustekst!!!

  43. §5. OefeningenAl dan niet logisch waar Notatie: Zij Deen structuur met signatuur <2,1>. Zij a,b elementen van het universum van D. Zij s een bedeling voor D met s(v1) = a, s(v2) = b. In plaats van D,s⊨ (∃v1)(P(v1,v2) ∧ R(v2)) mogen we ook schrijven D⊨ (∃v1)(P(v1,b) ∧ R(b)). Maak alle oefeningen van §5 in de cursustekst!!!

  44. §6. Logische gevolgen • Zij T een verzameling zinnen en B een zin. • Definitie: B is een logisch gevolg van T asa B waar is in elke structuur waarin alle zinnen van T waar zijn. • Zij T = {A1 , A2 , A3 , …, An}, dan geldt: B is een logisch gevolg van T asa ⊨ A1∧ A2 ∧…∧ An → B Maak alle oefeningen van §6 in de cursustekst!!!

  45. Logische gevolgen: motivatie 1. Britney is een ster. • Elke ster heeft talent of heeft een slimme manager. • Elke ster haat minstens één knappe ster zonder talent. • Christina haat alle sterren die een jaloerse manager hebben. • Slimme managers van knappe sterren zijn altijd jaloers. • Britney en Christina haten beiden een zelfde ster. Is (6) een logisch gevolg van (1),(2),…,(5) ?

  46. Vertalen naar pred-taal ster(Britney) (∀x)(ster(x) → talent(x) ∨ (∃y)(manager(y,x) ∧ slim(y))) (∀x)(ster(x) → (∃y)(haat(x,y) ∧ ster(y) ∧ ¬talent(y) ∧ knap(y))) (∀x)(ster(x) ∧ (∃y)(manager(y,x) ∧ jaloers(y)) → haat(Christina,x)) (∀x)((∃y)(manager(x,y) ∧ ster(y) ∧ knap(y) ∧ slim(x)) → jaloers(x)) (∃x)(ster(x) ∧ haat(Britney,x) ∧ haat(Christina,x)) Zo kan een computer dit probleem behandelen! Toepassing: deductieve databanken.

  47. §7. De Peano Axioma’s • L+. is de pred-taal met 2 functie-identifiers PLUS en MAAL met elk 2 argumenten, en 2 constante-identifiers ZERO en ONE. We kunnen in deze taal over ℕspreken. • PA is de verzameling der Peano axioma’s. Dit zijn zinnen van L+. die de meest fundamentele eigenschappen van ℕ weergeven: • Commutativiteit en associativiteit van + en • • (∀x) 0+x = x , (∀x) 1 • x = x • Distrubitiviteit van • ten op zichte van + (zin 3 in cursustekst). • (∀x)(∀y)(∀z) ( x + y = x + z → y = z ) , (∀x) x + 1 ≠ 0 • Principe van de inductie (zie cursustekst). • Alle klassieke eigenschappen van ℕ zijn logisch gevolg van PA.

  48. §8. Waarheidsbomen: doel Zij A1 , A2 , A3 , …, An , B zinnen. Doel: aantonen dat B een logisch gevolg is van A1 ,…,An. Werkwijze: Bewijs uit ongerijmde: • Hypothesen: {A1 , A2 , A3 , …, An , ¬B} = Σ • Gevolgtrekkingen maken. (Strikte regels.) • Gevalsonderscheidingen maken. • Totdat je contradictie bekomt in elk geval. Zo ontstaat een boom: De gevalsonderscheidingen leveren de takken van de boom.

  49. Waarheidsbomen: voorbeeld A Dus (¬2) is logisch gevolg van (1)

  50. Waarheidsbomen: Definitie Zij Σ een verzameling zinnen, bijvoorbeeld: Σ = {A1 , A2 , A3 , …, An , ¬B}. Een waarheidsboom voor Σ is een boom waarbij aan elk knooppunt een zin geassociëerd is, en die opgebouwd is door toepassing van een aantal regels. De zinnen mogen nieuwe constante-identifiers bevatten die niet voorkomen in L.

More Related