430 likes | 671 Views
Taal en logica. Over het gebruik van eerste orde propositie/predikatenlogica voor de analyse van natuurlijke taal. Logische Ingrediënten . Individuele constanten: a, b, c, .. Individuele variabelen: x,y,z,.. Predikaatconstanten: P(s), R(x,y), .. Connectieven: ,,,,… Kwantoren: , .
E N D
Taal en logica Over het gebruik van eerste orde propositie/predikatenlogica voor de analyse van natuurlijke taal
Logische Ingrediënten • Individuele constanten: a, b, c, .. • Individuele variabelen: x,y,z,.. • Predikaatconstanten: P(s), R(x,y), .. • Connectieven: ,,,,… • Kwantoren: , . • Let wel: eerste orde logica
Wat kun je hiermee? • Vertalen Interpretatie • Want: interpretatie van 1e orde logica ligt vast (m.b.t. model, variabele toekenning). • B.v. eigennamen • Jan kust Marie • Kussen(j,m) <j,m> K
Kwantoren • Iedere student leest een boek • x(St(x) y(Boek(y) Lezen(x,y))) • Niet iedereen is gelukkig • x(Gelukkig(x)) • De koningin van Nederland is gelukkig • x (KvN(x) G(x) y (KvN(y) y=x))
Anafora • Anafoor: uitdrukking die voor zijn interpretatie afhankelijk is van een andere uitdrukking (antecedent). • Reflexieven: zichzelf • Pronomina: hij/zij
Coreferentie en Binding • Jani houdt van zichzelfi. Hv(j,j) • Coïndicering = coreferentie • Iedereeni houdt van zichzelfi. • x Hv(x,x) • Niemandi houdt van zichzelfi. • xHv(x,x) • Coïndicering = binding
Pronomina • Jani denkt dat hiji/j gelukkig is. • Coïndicering = coreferentie • Iedereeni denkt dat hiji/j gelukkig is. • Coïndicering = binding • Syntactische beperkingen op anafora.
Principe A • Principe A: Een reflexief moet worden gebonden aan een antecedent dat voorkomt in de kleinste zin (S) of NP. • Jani denkt dat Elsk van zichzelf*i/k houdt. • Iedereeni denkt dat Elskvan zichzelf*i/k houdt. • Elsi denkt dat iedereenk van zichzelf*i/k houdt.
Principe B • Principe B: een (niet-reflexief) pronomen mag niet worden gebonden aan een antecedent dat voorkomt in de kleinste zin (S) of NP. • Jani houdt van hem*i/k. • Iedereeni houdt van hem*i/k.
Principe C • Principe C: eigennamen kunnen niet worden gebonden. • Jani houdt van Jan?i/k. • Jani denkt dat Jan?i/k een genie is.
C-commanderen • Standaard: antecedent c-commandeert anafoor. • C-commanderen: links en hoger in de (syntactische) boom (informeel). • C-commanderen: een knoop A c-commandeert een andere knoop B in een boom als de eerste knoop die A domineert ook B domineert.
Boomstructuur I • A c-commandeert B en omgekeerd A B
Boomstructuur II • A c-commandeert B, maar niet omgekeerd (asymmetrie). • • • A • B
Binding en coreferentie • Zijni buurman haat Jani. • Zijn*i/k buurman haat iedereeni. • Coreferentie is minder gevoelig voor schending van c-commanderen dan binding. • Mogelijk: coreferentie geen syntactische binding in dit soort gevallen.
Grenzen.. • Wat voor soort natuurlijke taal uitdrukkingen kunnen we niet beschrijven met de middelen van de eerste orde propositie/predikatenlogica?
Vertaalproblemen I • Implicaturen: wilt u soep of salade? • Inclusief of versus exclusief of
Vertaalproblemen II • Wilt u soep of salade? Nee, ik wil geen soep of salade.
Problemen met ‘en’ • Jeroen en Jenny zijn getrouwd. • Jeroen en Jenny houden van elkaar. • Jan mengt rode en gele verf. • (NP en NP) VP kan niet worden vertaald als p q, want en is hier niet distributief. • Natuurlijke taalconnectieven passen niet altijd binnen waarheidstafels.
Problemen met negatie • Als niemand luistert naar niemand vallen er doden in plaats van woorden. • xy Luisteren(x,y) …. Liever dan • xy Luisteren(x,y). • Compositionaliteit van betekenis? • Andere interpretatie voor niemand? • Hogere orde analyse?
Negative concord • Personne n’est venu [Frans] Niemand is gekomen. • Je n’ai rien mangé. Ik heb niets gegeten. • Personne n’a rien dit. Niemand heeft iets gezegd.
1e orde te beperkt I • Andere argumenten dan individuele variabelen. • Jan denkt dat hij gelukkig is. • Denken(j, hij is gelukkig) [propositie] • Jenny houdt van schaatsen. • Hv(j, Schaatsen) [predikaat] • Dit zijn geen wff’s in 1e orde logika!
1e orde te beperkt II • Predikatie en modificatie • Een rode trui, een Nederlandse taalkundige. • x (Taalk(x) Ned(x)) intersectief • Een grote muis/ een snelle motor • Niet: x (Muis(x) Groot(x)) • Maar: x (Muis(x) (Gr(Muis))(x) deelverz. • Een valse munt, vals spelen, imitatie bont, een porseleinen olifant. • Niet: x (Munt(x) Vals(x)) intensioneel
1e orde te beperkt III • 2e orde kwantificatie • Jan heeft alle eigenschappen van Sinterklaas. P (P(s) P(j)) • De meeste studenten zijn tevreden. • Niet: variant op x of x. • Meer dan 80% van de Democraten heeft gestemd op Kerry.
Compositionaliteit • Principe van Compositionaliteit van betekenis: de betekenis van het geheel is functie van de betekenis van de samenstellende delen, en van de manier waarop ze zijn samengesteld. • Natuurlijke taal vereist 2e orde logica. • Typenlogica: Montague Grammatica.
GQ theorie • N en VP denoteren eigenschappen (verzamelingen individuen). • NP denoteert verzameling van eigenschappen (verzameling van verzamelingen). VP NP • Det legt relatie tussen twee verzamelingen A en B gegeven door N en VP: Q(A,B).
Eigennamen in GQ • Jenny is gelukkig. • Gelukkig(j) j G (1e orde) • Gelukkig {P| P(j)} G • GQ-theorie j
Standaardkwantor I • Alle studenten zijn intelligent. • Intelligent Alle studenten • Intelligent {P|x (St(x) P(x))} S I S I
Standaardkwantor II • Geen student is rijk. • Rijk Geen student. • Rijk {P| x St(x) P(x)} S R RS=
2e orde • De meeste studenten zijn gelukkig • Gelukkig de meeste studenten SG |SG| > |S-G|
Relaties • Alle studenten zijn intelligent • Studenten Intelligent • Geen student is rijk • Student Rijk = • De meeste studenten zijn gelukkig • |Student Gelukkig| > |Student – Gelukkig|.
Kwantificatie over andere domeinen • Telbaar/niet telbaar onderscheid • Telbare nomina: stoel, boek, student, .. • Niet telbare nomina: water, olie, zand, liefde, meubilair, …
Criteria telbaar • Sg/pl: stoel/stoelen, kind-kinderen • Indefiniet lidwoord en telwoorden ok: • Een mens, twee stoelen, drie kinderen • many/few OK: many children, few books. • Maateenheden niet ok: *twee kilo stoelen, *twee liter banaan. • ‘kale’ NP alleen bij pl: • Ik heb *kind/kinderen gezien.
Criteria niet-telbaar • sg/pl onderscheid verschil in betekenis: zand/#zanden, liefde/liefdes, olie/oliën. • Indefiniet en telwoorden niet OK: *een meubilair, *twee zand, *vijf olie • Maar: twee water, drie koffie, vijf wijn • Ik houd wel van een Californische wijn.
Meer criteria.. • Much/little OK in Engels: much wine, much oil, little love, little sand. • Maateenheden OK: twee kilo zand, twee liter olie. • ‘Kale’ NP OK: • Ik heb zand gestrooid/olie gelekt.
Tellen en meten • Kwantificatie over telbare nomina: tellen • Kwantificatie over niet-telbare nomina: meten • De meeste studenten zijn gelukkig. (grootste aantal) • Het meeste water is verontreinigd. (grootste hoeveelheid)
Referentie I • Cumulatieve referentie (niet-telbaar): • Water + water = water • Water – water = water • Deel van het geheel is van hetzelfde type als het geheel, en som van delen idem.
Afbeeldingen • Veel telbare nomina komen ook voor in een niet-telbare variant, en andersom. • Van niet-telbaar naar telbaar: • Afbeelding op standaard hoeveelheid (geen maateenheid nodig): een koffie • Afbeelding op ‘subsoorten’: taxinomie. • Drie rode wijnen uit Portugal.
Verschillen tussen talen • Ober, mag ik twee koffie, drie rode wijn en een mineraal water alstublieft. • Waiter, can I have two coffees, three red wines and a mineral water, please. • NL: impliciete maateenheid. • En: alternantie met telbaar nomen.
Substanties • Afbeelding van telbaar naar niet-telbaar: ‘substantie’ • Er zit teveel appel in de salade. • There is too much apple in the salad.
Object en substantie • Verschillende woorden voor object en substantie: boom-hout, varken-varkensvlees. • Engels: tree-wood, cow-beef, pig-pork • Maar: kip-kip, vis-vis (chicken-chicken).
Taal en concept • Nomina die verwijzen naar ‘massa’achtige concepten zijn meestal niet-telbaar: zand, olie, water, .. • Bij alternantie: niet-telbare woord verwijst naar ‘abstracte’ betekenis, telbare woord naar ‘concrete’.
Kennis van de wereld? • Telbaar/niet-telbaar niet altijd conceptueel. • Twee woorden voor hetzelfde: • Meubel-meubels-meubilair. • Haar-haren-haar; • Cheveu-cheveux-chevelure. • Liefde-liefdes, ruimte-ruimtes, advies-adviezen.
Classifiers • Sommige talen conceptualiseren (bijna) alles als niet-telbaar nomen: Chinees. • Classifiers maateenheden. • *Twee vee/ twee stuks vee. • Twee cl mens, veel cl boek, etc. • Conclusie: concepten + taalkunde.