190 likes | 845 Views
Aims and Background. Interscaleen blocks:uitstekende per- en postoperatieve analgesieMinder opiaten gebruik => minder nauseaGoede mobilisatie postoperatief = vlotter herstelNielsen KC, Greengrass RA, Pietrobon R et al. Continuous Interscalene brachial plexus block provides good analgesia at ho
E N D
1. Continuous Interscalene plexus block for postoperative pain control, after arthroscopic shoulder surgery: Necessary or not?
2. Aims and Background Interscaleen blocks:
uitstekende per- en postoperatieve analgesie
Minder opiaten gebruik => minder nausea
Goede mobilisatie postoperatief = vlotter herstel
Nielsen KC, Greengrass RA, Pietrobon R et al. Continuous Interscalene brachial plexus block provides good analgesia at home after major shoulder surgery- report of four cases. Can J Anesth 2003; 50:57-61.
Bishop J, Sprague M, Geber J, et al. Interscalene regional anaesthesia for shoulder surgery. J Bone Joint Surg Am 2005 May; 87(5):974-9.
Noodzakelijk als postoperatieve analgesie na arthroscopische schouderchirurgie, bij patiënten die op POD 1 naar huis gaan??
VAS-score 4, 8, 12, 16 u PO en op POD 1 en 2?
(Extra) analgesie-nood in ziekenhuis en thuis?
3. Algemene tevredenheid op POD 0, 1 en 2?
3. Methods Groep 1: Single shot ISPB met 20 ml Ropivacaine 0.5% + 100 µg Adrenaline.
Groep 2: Single shot IPSB met 20 ml Ropivacaine 0.5% + 100 µg Adrenaline + perineurale katheter, geconnecteerd met een elastomeerpomp (Ropivacaine 0.2%, basal rate: 5.2ml/h) tot en met dag 2 postoperatief.
4. Methods Pre-operatief:
Inclusie – exclusie criteria
Inclusion criteria
Arthroscopische schouderingreep onder ISPB, gecombineerd met een algemene anesthesie
Getekende 'informed consent'
Exclusie criteria
Contra-indicaties voor ISPB
Chronische pijnpatiënten
Gekende perifere neuropathie
<18 jaar of > 80 jaar
Allergie voor locale anesthetica
Geen correcte plaatsing van de katheter
Geen sensorisch block na 20 minuten
Noteren leeftijd, lengte, gewicht, ASA-score en medicatie, VAS-score
'Onschuldige hand' van patiënt => Groep 1 vs Groep 2
5. Methods Punctie
Infuus, niet-invasieve monitoring (saturatie-pols)?
Correcte positie van patiënt + landmarks + steriel afdekken + aanleggen neurostimulator
6. Landmarks Interscaleen Blok 1. Clavicula
2. Cricoïd
3. Anterieure deel van de musculus Sternocleidomastoïdeus
4. Posterieure deel van de musculus Sternocleidomastoïdeus
5. Sternum
Interscaleen groeve
7. Methods Punctie
Infuus, niet-invasieve monitoring (saturatie-pols)
Correcte positie van patiënt + landmarks + steriel afdekken + aanleggen neurostimulator
Lokalisatie van de plexus onder echo
8. Lokalisatie van de plexus onder Echo Plexus brachialis, pars infrascapulair:
Uit de posterieure koord ontstaat de N. radialis en de N. axillaris. De N. axillaris zorgt voor de motorische bezenuwing van de M. deltoideus en de M. teres minor. De N. radialis zorgt voor de M. Triceps Brachialis, M. Anconeus, M.Brachioradialis,
Op sensorisch vlak neemt de N. radialis het laterale bovenzijde van de arm voor zijn rekening.
De N. musculocutaneus zorgt voor M. Biceps Brachii, M. Coracobrachialis, M. Brachialis en de radiale zijde van de onderarm. Plexus brachialis, pars infrascapulair:
Uit de posterieure koord ontstaat de N. radialis en de N. axillaris. De N. axillaris zorgt voor de motorische bezenuwing van de M. deltoideus en de M. teres minor. De N. radialis zorgt voor de M. Triceps Brachialis, M. Anconeus, M.Brachioradialis,
Op sensorisch vlak neemt de N. radialis het laterale bovenzijde van de arm voor zijn rekening.
De N. musculocutaneus zorgt voor M. Biceps Brachii, M. Coracobrachialis, M. Brachialis en de radiale zijde van de onderarm.
9. Lokalisatie van de plexus onder Echo
10. Methods Punctie
Infuus, niet-invasieve monitoring (saturatie-pols)?
Correcte positie van patiënt + landmarks + steriel afdekken + aanleggen neurostimulator
Lokalisatie van de plexus onder echo
Lokale anesthesie met Linisol 2%
Insertie van de 'Stimulating Needle' (5 cm, 18-gauge) + neurostimulator (Settings: 0.5 mA en 3 Hz)?
Indien motorisch antwoord van distale spiergroep (hand) => injectie van 20 cc Ropivacaïne 0.5 %.
Eventueel inbrengen van de katheter
11. Methods Peroperatief
Algemene Anesesthesie:
Standaard monitoring (NIBP, Saturatie, EKG)
Propofol 2.5 mg/kg
Alfentanil 7 µg/kg
Mivacurium 0.15 mg/kg
Sevoflurane + Air/Oxygen (FiO2= 40%)
Analgesie:
Paracetamol 30 mg/kg bij het begin van de ingreep
Postoperatief
Recovery: “rescue ”: 0.03 mg/kg Piritramide IV
Afdeling: 1g/6 u Paracetamol
Zonodig: 0.25 mg/kg Piritramide IM
Thuis: Zonodig: Paracetamol 1g, max. 4x/d
+ extra: Brufen 600 mg, max. 2x/d
12. Results: Demographic Values
13. Results: VAS-scores
14. Results: VAS-scores
15. Results: Analgesie - nood
16. Results: Overall Satisfaction
17. Conclusion Patients undergoing arthroscopic shoulder surgery and having a continuous regional anesthesia, during surgery until 2 days postoperatively:
1. Have lower VAS-scores
2. Need less systemic analgetics
3. Higher overall satisfaction