120 likes | 239 Views
CAT 06-01-2005. Véronique Hornikx. Achtergrond 1. Atriumfibrilleren: prevalentie 1-2 %, bij patiënt > 75 jaar 10%! 50% strokes bij patiënt > 75 jaar OAC werkt beter dan aspirine Toch krijgen slechts 50% OAC: Verhoogd bloedingsrisico moeizame dosering. Achtergrond.
E N D
CAT 06-01-2005 Véronique Hornikx
Achtergrond 1 • Atriumfibrilleren: prevalentie 1-2 %, bij patiënt > 75 jaar 10%! • 50% strokes bij patiënt > 75 jaar • OAC werkt beter dan aspirine • Toch krijgen slechts 50% OAC: • Verhoogd bloedingsrisico • moeizame dosering
Achtergrond • Vaak oudere patiënt met ischaemisch CVA obv atriumfibrilleren. • Steeds opnieuw afweging wel of geen orale anticoagulantia ivm verhoogd risico op bloedingscomplicaties • Evidence?
Vraagstelling: Welke factoren verhogen het risico op bloedingscomplicaties bij orale anticoagulantia bij een patiënt met een ischemisch CVA en atriumfibrilleren?
PICO • P: Patiënt met ischaemisch CVA en atriumfibrilleren • I: Orale anticoagulantia • C: Aspirine • O: Bloedingscomplicaties
Zoekopdracht • "Cerebrovascular Accident/prevention and control"[MeSH] AND "Atrial Fibrillation/drug therapy"[MeSH] AND "Anticoagulants/adverse effects"[MeSH] • Limits: Review, English • 10 artikelen; 3 bruikbaar, alleen abstracts • Geen limits: 31 artikelen, 6 bruikbaar, 1 vindbaar
Merli G, Weitz HH: “The decision to anticoagulate: assessing whether benefits outweigh the risks for patients with atrial fibrillation” Clin Cardiol. 2004 Jun;27(6):313-20. • Verhoogd bloedingsrisico bij overdosering OAC en bij “bepaalde neurologische aandoeningen” bij de laatste groep geen OAC • Toekomst: orale directe trombine-inhibitoren (ximelagatran) misschien veiligere en voldoende werkzame antistolling bij risicopatiënten
Pengo V. :“Oral anticoagulant therapy in patients with atrial fibrillation”; Semin Vasc Med. 2003 Aug;3(3):333-8 • Atriumfibrilleren + 1 andere sterke risicofactor voor stroke = indicatie OAC • Leeftijd > 75 jaar is sterke risicofactor voor zowel stroke als bloeding • Bij deze patiëntengroep indicatie voor OAC op individuele basis vaststellen
Abdelhafiz AH; “A review of anticoagulation with warfarin in patients with nonvalvular atrial fibrillation” Clin Ther. 2001 Oct;23(10):1628-36. • Klinische trials goed geselecteerde en vaak jongere patiënten dan gemiddelde populatie; lijkt wel generaliseerbaar • Indicatie OAC afhankelijk van individuele stroke-risico • Bij oudere patiënt is stroke-risico nog steeds hoger dan bloedingsrisico: toch OAC
Man-Son-Hing M, Laupacis A. “Anticoagulant-related bleeding in older persons with atrial fibrillation: physicians' fears often unfounded.” Arch Intern Med. 2003 Jul 14;163(13):1580-6. • Artsen vaak ongegronde redenen om geen anticoagulantia te geven: VG van gastrointestinale bloeding, valrisico, oudere leeftijd, onzekerheid over compliantie • Belangrijkste inschatting is die van het risico op stroke!
Rozzini R, Sabatini T, Bellelli G, Trabucchi M. “Anticoagulation of older patients.” Age Ageing. 2000Sep;29(5):457-8 • Editorial • Verhoogd bloedingsrisico bij oudere patiënt: algehele zwakte, slechte mobiliteit, vergeetachtigheid, slechte compliance • Stroke-risico belangrijkste indicatie OAC, niet valrisico • Overdosering belangrijkste oorzaak bloedingscomplicaties
Conclusie • Risico op bloeding verhoogd bij oudere patiënt, echter risico op stroke ook • Belangrijkste oorzaak voor verhoogd bloedingsrisico is overdosering • Overige oorzaken van verhoogd risico lijken onvoldoende argument te zijn om tegen OAC te kiezen; dit is echter geen definitieve uitspraak!