820 likes | 1.11k Views
De Zuiderzeewerken en de deltawerken. Het Zuiderzeeproject (1920-1968). Wat was de aanleiding?. Watersnoodramp 1916 Voedseltekorten tijdens de Eerste Wereldoorlog. Klik in je eigen tempo.
E N D
De Zuiderzeewerken en de deltawerken Het Zuiderzeeproject (1920-1968) Wat was de aanleiding? • Watersnoodramp 1916 • Voedseltekorten tijdens de Eerste Wereldoorlog Klik in je eigen tempo.
Watersnoodramp van 1916Door een storm in de nacht van 13 op 14 januari 1916 kwamen grote delen van de Zuiderzeekust onder water te staan. De schade was zeer groot, met name in Noord-Holland, en er waren vele doden te betreuren.
Eerste Wereldoorlog In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit. Nederland bleef neutraal. De aanvoer van levensmiddelen en veevoer van overzee, met name uit Amerika, ondervond veel hinder van de Britse blokkade tegen Duitsland en van de Duitse onderzeebootoorlog tegen Groot-Brittannië. Daarom was er behoefte aan landbouwgrond
Om Nederland in de toekomst minder afhankelijk te maken van het buitenland, moest de eigen voedselproductie worden verhoogd. Dit kon door de Zuiderzeewet. Uitvoering van deze wet zou Nederland niet alleen beter tegen overstromingen beschermen, maar ook duizenden hectaren goede landbouwgrond opleveren.
Het Zuiderzeeproject bestond uit de afsluiting en gedeeltelijke drooglegging van de Zuiderzee. Er waren in het verleden al eerder plannen gemaakt om de Zuiderzee te beteugelen.
Hendric Stevin: In het Twaalfde Boek van zijn Wisconstich Filosofisch Bedrijf uit 1667, stelde hij voor om "het geweld en vergif der Noordzee uit het Verenigd Nederland” te verdrijven
Gezicht op de pas drooggevallen polder Wieringermeer vanuit Medemblik
De Wieringermeer werd een soort proefpolder voor de inrichting van het nieuwe land en de opbouw van een samenleving. De kennis, opgedaan in de Wieringermeer, kon bij de latere, grotere polders worden benut.
In de toekomst : Wieringen weer een eiland?
Afsluitdijk (1927-1932) De Afsluitdijk sluit sinds 1932 het IJsselmeer (de voormalige Zuiderzee) af van de Waddenzee en loopt van Den Oever op het voormalige eiland Wieringen (Noord Holland) naar Zurich (Friesland). De waterkering is tweeëndertig kilometer lang en zo'n 90 meter breed, en is een onderdeel van de Zuiderzeewerken ontworpen door Cornelis Lely.
Noordoostpolder (1937-1942) Zicht op de Noordoostpolder 1950
De Noordoostpolder werd, net als de Wieringermeer, aan het oude land vastgelegd. Door de lage ligging van de nieuwe polders onttrokken zij water aan het vasteland. Verdroging en verzakkingen waren hiervan het gevolg.
Bij de latere aanleg van Oostelijk Flevoland en Zuidelijk Flevoland heeft men daarom besloten de polders geheel te omringen met een dijk en met randmeren van het oude land te scheiden.
De Noordoostpolder kreeg een agrarische bestemming.De nieuwe boeren werden streng geselecteerd. Ze kwamen voornamelijk uit Friesland, Noord-Holland, en Zeeland (onder andere uit Walcheren dat in oktober 1944 door de geallieerden onder water was gezet).En later na de watersnood van 1953 boeren van Schouwen-Duiveland, Tholen en Zuid-Beveland.
Voormalige eilanden In de Zuiderzee: Urk en Schokland
Na inpoldering van de Noordoostpolder werden op de voormalige zeebodem diverse Scheepswrakken gevonden
Urk met haven Toen!! En Nu
Oostelijk Flevoland (1950-1957) De droogmaking van Oostelijk Flevoland begon in 1950. Zeven jaar duurde het in totaal: het maken van een ringdijk en het droogmalen van het ingesloten gebied. Met 54.000 hectare land is Oostelijk Flevoland tot op heden de grootste Nederlandse polder.
In Oostelijk en Zuidelijk Flevoland was het winnen van landbouwgronden niet langer het voornaamste doel van de inpoldering. Huisvesting en recreatiemogelijkheden voor mensen uit de overbevolkte randstad waren nu belangrijker.