Literatuuronderzoek

1. Literatuuronderzoek Tweede College Academische vaardigheden: Literatuuronderzoek William M. van der Veld vdveld@tiscali.nl

2. Overzicht • Onderzoeksopzet (kader 2) • Onderzoeksverslag (kader 4, later) • Voorbeelden: • Politieke tolerantie • Reclame bereik vs het effect van reclame • Bespreken vraagstellingen • Volgende week: • Maandag vòòr 17:00 uur onderzoeksopzet inleveren in mijn postvakje (OIH). • Subgroepbijeenkomsten. Academische vaardigheden: Literatuuronderzoek

3. Onderzoeksopzet (kader 2) • Inleiding • Waar gaat het onderzoek globaal over?=> Ondersteund met literatuur • Wat is de aanleiding? (Mag je achterwege laten) • Probleemstelling • Wat is het doel? (Mag je achterwege laten) • Welke vraag/vragen wordt beantwoord?=> Vraagstelling (kader 1) • Past bij de doelstelling • Bevat geen onbewezen veronderstellingen • Niet te ruim maar ook geen enquêtevraag • Niet vaag, wel eenduidig Academische vaardigheden: Literatuuronderzoek

4. Onderzoeksopzet (kader 2) • Onderzoeksvraag (kader 1) • Algemeen: • Geeft richting aan je onderzoek • Kies meerdere leuke vragen • Scan literatuur (bij voorkeur alleen de abstracts) • Kijk of er connecties bestaan met een onderzoeksvraag(en). • Ga door op die vragen en gebruik de gevonden literatuur als startpunt. • Kies op een bepaald punt voor 1 vraag, tenzij je deelvragen kunt onderscheiden. • Stel je onderzoeksvraag(en) achteraf bij indien je onderzoek niet volledig overeenstemt met de vraag (reconstructed logic). • Details: bespreken we in subgroepjes. Academische vaardigheden: Literatuuronderzoek

5. Onderzoeksopzet (kader 2) • Meest gemaakte “fouten” onder eerstejaars: • Te brede onderzoeksvraag die met de aanwezige middelen niet te onderzoeken is, dus te ambitieus • Te specifieke vraag waar geen literatuur over is/te weinig • Achterhaalde vraag. Te vaak gesteld en onderzocht met weinig/geen aanleiding om dit nog eens te doen. • Vraagstelling zien als eenmalig te bedenken activiteit die niet meer bij te stellen is. Academische vaardigheden: Literatuuronderzoek

6. Onderzoeksopzet (kader 2) • Doelstelling/belang (Mag je achterwege laten) • Wetenschappelijk belang? • Maatschappelijk belang? • Theorie (Indien van toepassing) • Wat zijn mogelijke verbanden tussen variabelen in de vraag en waarom? • Wat is de reikwijdte van de variabelen (definities) • Welke verwachtingen hebben onderzoekers (hypothesen) Academische vaardigheden: Literatuuronderzoek

7. Onderzoeksopzet (kader 2) • Maximaal 3 A4 hoofdtekst • Zorg dat de opzet een geheel is. • Maak er een lopend verhaal van. • Zorg ervoor dat iedereen in je groepje het eens is met je onderzoeksopzet. • Onderzoeksopzet is 30% van het eindcijfer • Beoordelingscriteria het werkboek (pag.7) • Let op de literatuurvoorwaarden (pag. 8) pas van toepassing voor eindverslag!!!!! • Inleveren uiterlijk maandag 21 februari 17.00 uur Academische vaardigheden: Literatuuronderzoek

8. Voorbeeld: Politieke Tolerantie • Thema: Politieke Tolerantie • Wat is politieke tolerantie? • Hoe wordt politieke tolerantie gemeten in de VS? • Hoe hoog is het niveau van politieke tolerantie in de VS gedurende de afgelopen decennia? Academische vaardigheden: Literatuuronderzoek

9. Voorbeeld: Politieke Tolerantie • Literatuurlijst: • Stouffer, S. (1955). Communism, Conformism, and Civil Liberties. Garden City, NY: Doubleday. • Sullivan, J. L., J. Piereson, and G. E. Marcus (1979). An alternative conceptualization of Political Tolerance: Illusory Increases 1950s-1970s. The American Political Science Review, 73 [3]: 781-794. • Mueller, J. (1988). Trends in Political Tolerance. Public Opinion Quarterly, 52 [1]: 1-25. • Sullivan, J. L., and G. E. Marcus (1988). A Note on Trends in Political Tolerance. Public Opinion Quarterly, 52 [1]: 26-32. • Gibson, J. L. (1992). Alternative Measures of Political Tolerance: Must Tolerance be ‘Least-Liked’? American Journal of Political Science, 36 [2]: 560-577. Academische vaardigheden: Literatuuronderzoek

10. Voorbeeld: Politieke Tolerantie • Wat is politieke tolerantie? • Politieke tolerantie is de bereidheid om basisrechten (grondwet) aan personen en groepen toe te kennen waarvan de ideeën en opvattingen afwijken van je eigen ideeën en opvattingen. Academische vaardigheden: Literatuuronderzoek

11. Voorbeeld: Politieke Tolerantie • Hoe wordt politieke tolerantie gemeten in de VS? • Meetinstrument ontwikkeld door Samuel Stouffer (1956) • There are always some people whose ideas are considered bad or dangerous by other people. For instance, somebody who is against all churches and religion. If such a person wanted to make a speech in your city against churches and religion, should he be allowed to speak, or not? (Yes/No). • Should such a person be allowed to teach in a college or university, or not? (Yes/No). • If some people in your community suggested that a book he wrote against churches and religion should be taken out of your public library, would you favor removing this book, or not? (Yes, No). • Now, I would like to ask you some questions about a man who admits he is a communist. Suppose this admitted communist wanted to make a speech in your community. Should he be allowed to speak, or not? (Yes/No). • Suppose he is teaching in a college. Should he be fired, or not? (Yes/No). • Suppose he wrote a book which is in your library. Somebody in your community suggests that the book should be removed from the library. Would you favor removing it, or not? (Yes/No). Academische vaardigheden: Literatuuronderzoek

12. Voorbeeld: Politieke Tolerantie • Meetinstrument ontwikkeld door Sullivan, Piereson, en Marcus (1979). Instructions to interviewer: Hand the respondent our handout A, the “List of Groups in Politics.” Then say:I am giving you a list of groups in politics. As I read the list please follow along: socialists, fascists, communists, Ku Klux Klan, John Birch Society, Black Panthers, Symbionese Liberation Army, Atheists, pro-abortionists, and anti-abortionists. Which of these groups do you like the least? If there is some group that you like even less than the groups listed here, please tell me the name of that group. (Note to interviewer: If they have trouble making up their mind encourage them to think, just generally, which group is the most unpleasant, in their opinion. If they really can’t decide, mark that opinion below.) |___| Respondent can’t decide; doesn’t know |___| Respondent dislikes group Name of group: |___| Respondent dislikes group not listed here. Name of group: Academische vaardigheden: Literatuuronderzoek

13. Voorbeeld: Politieke Tolerantie A series of items (questions) is asked, among them the following six items. Note for interviewer: replace the blanks in the questions with the first selected group (1) Members of the _________________ should be banned from being president of the United States.1. Strongly Disagree 2. Disagree 3. Uncertain 4. Agree 5. Strongly Agree (2) Members of the _________________ should be allowed to teach in public schools.1. Strongly Disagree 2. Disagree 3. Uncertain 4. Agree 5. Strongly Agree (3) The _________________ should be outlawed.1. Strongly Disagree 2. Disagree 3. Uncertain 4. Agree 5. Strongly Agree (4) Members of the _________________ should be allowed to make a speech in this city.1. Strongly Disagree 2. Disagree 3. Uncertain 4. Agree 5. Strongly Agree (5) The _________________ should have their phones tapped by our government.1. Strongly Disagree 2. Disagree 3. Uncertain 4. Agree 5. Strongly Agree (6) The _________________ should be allowed to hold public rallies in our city.1. Strongly Disagree 2. Disagree 3. Uncertain 4. Agree 5. Strongly Agree This procedure might be repeated for a second ‘least-liked’ group and if volunteered even a third. Academische vaardigheden: Literatuuronderzoek

14. Voorbeeld: Politieke Tolerantie • Welk verschil is er? • Dit is onderzocht. • Bron: Twin Cities (St. Paul and Minneapolis) 1976. • Split sample => Stouffer items (SI76) en Sullivan items (CC76). • Verwachting: • Beide samples zijn hetzelfde • Beide even tolerant! Academische vaardigheden: Literatuuronderzoek

15. Voorbeeld: Politieke Tolerantie • Hoe hoog is het niveau van politieke tolerantie in de VS gedurende de afgelopen decennia? Academische vaardigheden: Literatuuronderzoek

16. Voorbeeld: Effect van Reclame • Bereiksonderzoek houdt zich bezig met de vraag of mensen zich reclames herinneren of ze herkennen. • Maar uiteindelijk gaat het daar natuurlijk niet om. • Kan koopgedrag worden beïnvloed? • Een voorbeeld uit consumentenonderzoek is de Behavior scan methode. • De Behavior-scan methode bestaat uit: • Een steekproef van de bevolking krijgt een spot, een vergelijkbare steekproef krijgt een andere spot (populatie-steekproef). • Het effect van de reclame wordt vastgesteld aan de hand van het koopgedrag (operationalisatie). • De waarneming gebeurt automatisch via de scannende kassa (waarnemingsmethode). • Er wordt nagegaan of de mensen die de reclame gezien hebben meer kopen dan de andere mensen (analyse). Academische vaardigheden: Literatuuronderzoek

17. Voorbeeld: Effect van Reclame Academische vaardigheden: Literatuuronderzoek

18. Tot slot • Pauze • Daarna bespreken onderzoeksvragen • Maandag vòòr 17:00 uur onderzoeksopzet inleveren in mijn postvakje (OIH). • Subgroepbijeenkomsten: bespreking opzet. • Facultatief • Volgende week dinsdag vanaf 12:00 • Plaats: E115 OIH • Tijdstip zie website: www.vanderveld.nl • Teaching => PLO Academische vaardigheden: Literatuuronderzoek