H4 De tijd van steden en staten

1. Wat moet je weten aan het eind van de les? -Wat centralisatie is -Wat staatsvorming is -Hoe de staatsvorming verliep in Duitsland, Engeland en de Nederlanden Wat moet je snappen aan het eind van de les? -Waarom er staatsvorming en centralisatie kwam -Waarom staatsvorming en centralisatie samenhangt met de opkomende geldeconomie -Wat de gevolgen daarvan waren voor de koning en de adel -Hoe en waarom de adel staatsvorming en centralisatie tegen probeerden te houden H4 De tijd van steden en staten §4.3 Staatsvorming en centralisatie

2. Koning regeert vanuit de hoofdstad Wint macht Ambtenaren Centralisatie Uniforme regels Huurlegers Staatsvorming Geestelijkheid En gebruikt daarvoor een overheid met ambtenaren en een door de overheid betaald leger Adel Verliest macht Burgers Boeren H4 De tijd van steden en staten §4.3 Staatsvorming en centralisatie

3. Centralisatie in Duitsland Duitse koningen waren rond 1000 machtiger dan de Franse koning maar van centralisatie kwam weinig terecht Duitse koningen lieten zich wel tot keizer kronen door de paus om te laten zien dat ze opvolgers waren van Karel de Grote -Het koningschap was niet erfelijk in Duitsland -Koningen werden gekozen door keurvorsten H4 De tijd van steden en staten §4.3 Staatsvorming en centralisatie

4. Centralisatie in Engeland In 1066 stak de Normandische hertog Willem de Veroveraar het kanaal over en veroverde Engeland Hij gaf grote delen in leen aan edelen maar hield ze wel onder controle Zijn opvolgers hadden ambtenaren in dienst die belasting inden wetten maakten en recht spraken Engeland werd de best georganiseerde staat van Europa in de middeleeuwen http://www.youtube.com/watch?v=F8OPQ_28mdo H4 De tijd van steden en staten §4.3 Staatsvorming en centralisatie

5. Centralisatie in de Nederlanden Het grootste deel van de Nederlanden hoorde in de middeleeuwen bij het Duitse Rijk Rond 1430 kwamen de meeste Nederlanden onder één vorst: Filip de Goede Hij was overal apart hertog of graaf maar begon ook met het instellen van een centraal bestuur H4 De tijd van steden en staten §4.3 Staatsvorming en centralisatie

6. In 1477 sneuvelde Karel de Stoute de laatste Bourgondische vorst op het slagveld Hij wordt opgevolgd door zijn dochter Maria van Bourgondië die trouwt met Maiximiliaan van Habsburg Hij liet zijn zoon Filips de Schone trouwen met Johanna de Waanzinnige de dochter van de Spaanse koningin Hun zoon Karel V erfde op 15-jarige leeftijd alle Habsburgse bezittingen H4 De tijd van steden en staten §4.3 Staatsvorming en centralisatie

7. Conclusie centralisatie Centralisatie in Duitsland Duitsland wordt pas in 1871! Één land Lukt niet door keurvorsten Maar de Engelse adel weet macht terug te krijgen onder Jan zonder Land en er komt zelfs een parlement Lukt wel door edelen grond in leen te geven onder strikte voorwaarden Centralisatie in Engeland Lukt redelijk maar door dat Karel de Stoute sneuvelt komen de Nederlanden in Habsburgse handen en is de centralisatie nog niet af Centralisatie in de Nederlanden Maar de Habsburgers lukt het niet door de Nederlandse Opstand H4 De tijd van steden en staten §4.3 Staatsvorming en centralisatie

8. Wat moet je weten aan het eind van de les? -Wat centralisatie is -Wat staatsvorming is -Hoe de staatsvorming verliep in Duitsland, Engeland en de Nederlanden Wat moet je snappen aan het eind van de les? -Waarom er staatsvorming en centralisatie kwam Huiswerk: L. Par. 4.3Lezen Par. 4.4M. Par. 4.3kijken: http://www.youtube.com/watch?v=HydkO923SUw&list=PLiIYa8Sijh23jpurxUmaW03NV36i9Nknk -Waarom staatsvorming en centralisatie samenhangt met de opkomende geldeconomie -Wat de gevolgen daarvan waren voor de koning en de adel -Hoe en waarom de adel staatsvorming en centralisatie tegen probeerden te houden H4 De tijd van steden en staten §4.3 Staatsvorming en centralisatie