140 likes | 377 Views
Boekje: Kopen en Werken Hoofdstuk 1:. Huishoudens. §1.1 De parkweg, om in te leven. Huishouden. Eén persoon of meer personen samen vormen een huishouden als ze alleen of gezamenlijk economische beslissingen nemen. Gezinshuishoudingen. Bedrijfshoudingen.
E N D
Boekje: Kopen en WerkenHoofdstuk 1: Huishoudens
§1.1 De parkweg, om in te leven Huishouden Eén persoon of meer personen samen vormen een huishouden als ze alleen of gezamenlijk economische beslissingen nemen. Gezinshuishoudingen Bedrijfshoudingen Zijn ondernemingen die producten maken (produceren) en diensten aanbieden om te verkopen. Zijn huishoudingen die producten en diensten kopen (consumeren)
§1.2 Hoe kom je aan geld? Primaire inkomens Inkomen dat je verdient door het beschikbaar stellen van productiefactoren, dus: rente, huur, loon, pacht en winst. Productiefactoren De middelen die nodig zijn om te kunnen produceren. 4 productiefactoren: kapitaal, arbeid, natuur & ondernemerschap. Nationaal inkomen Het inkomen van alle mensen in een land in een jaar bij elkaar opgeteld.
Overdrachtsinkomens Ander woord voor uitkeringen. Uitkeringen & subsidies Uitkeringen Subsidies Een betaling van de overheid aan burgers of bedrijven zonder dat daar een tegenprestatie voor hoeft te worden geleverd. Een betaling van de overheid aan burgers. Uitkeringen voor : - ouderdom (AOW) - ziekte & invaliditeit (ZVW, WIA) • Kinderbijslag • Studiefinanciering • Huursubsidie
Bijstandsuitkering Huishoudens die geen inkomen of een te laag inkomen hebben, komen in aanmerking voor een uitkering door de gemeente.
§1.3 Belangstelling voor huishoudens Reclame Het openlijk aanprijzen van een product Marketing Alle manieren die gebruikt worden om producten zo goed mogelijk te verkopen. Doelgroep Een door bepaalde kenmerken te onderscheiden groep mensen waarop de ondernemer zich richt. Jongeren, gezinnen met kinderen, bejaarden, sporters, scholieren, mensen met een eigen huis, klussers, huisvrouwen enz.
Marketing Direct marketing Ongeadresseerde marketing Marketingstrategie waarbij een bedrijf zich rechtstreeks richt tot de mogelijke klanten. Drukwerk dat deur aan deur verspreid wordt en niet is voorzien van een adres. • Direct mail (geadresseerde reclame) - Telemarketing (benadering via telefoon) - e-mail marketing (benadering via e-mail)
Makelaar Een makelaar is een persoon die er zijn beroep van maakt om koper en verkoper met elkaar in contact te brengen. Overheid Bestaat uit de rijksoverheid & de lagere overheden • Rijksoverheid • De staat: Regering & Parlement • Lagere overheden Provincies, gemeenten & instellingen zoals waterschappen.
De samenstelling van huishoudens is belangrijk voor - Reclamemakers zij willen weten waar de mogelijke klanten in geïnteresseerd zijn. (bejaarde mensen hebben geen behoefte aan informatie over luiers) - Overheid gemeente moet rekening houden met het beleid (scholen of bejaardenhuizen), burgers moeten belastingen betalen aan of vergoedingen ontvangen van de gemeente.
§1.4 Tijd NIBUD Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting Doet onderzoek naar & geeft voorlichting over; tijdbesteding, zakgeld, studiekosten, op kamers wonen. Gemiddelde tijd Is gelijk aan de totale tijd van alle deelnemers gedeeld door het aantal deelnemers. 1 uur + 3 uur + 1,5 uur + 2 uur + 0,5 uur = 8 uur : 5= 1,6 uur Percentage (procent) Uitgedrukt in honderdste.
Tabel Titel van tabel Een verzameling gegevens in rijen en kolommen 3 rijen, Een aantal naast elkaar geplaatste gegevens. 7 kolommen, Een aantal onder elkaar geplaatste gegevens. Absolute getallen Relatieve getallen Uitgedrukt in getallen (aantallen). In verhouding tot iets anders Aantal euro, aantal uren Procenten, breuken
Staafdiagram §1.5 Grafieken maken wordt gebruikt om getallen te vergelijken. Cirkeldiagram wordt gebruikt om verhoudingen weer te geven Lijngrafiek wordt gebruikt om ontwikkelingen in tijd te laten zien.
§1.7 Punten, komma’s & rekenen met grote getallen De komma is op je rekenmachine een . Bij grote getallen mag je een aantal nullen eventjes wegstrepen of wegzetten a) 16.000.000 x € 480,- = 16 x 480 = 7.680 miljoen = 7.680.000.000 b) 420 miljoen : 70.000= 420.000.000 70.000 = 420 : 70 = 6 duizend = 6.000