1 / 42

Voortplanting…

Voortplanting…. Definitie. Op 2 manieren:. Ongeslachtelijke voortplanting. er zijn geen mannelijke en vrouwelijke voortplantingscellen. er is geen bevruchting. een deel van het organisme groeit uit tot een nieuw. voortplanting is het maken van nieuwe organismen. voorbeelden:.

montana
Download Presentation

Voortplanting…

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Voortplanting…

  2. Definitie Op 2 manieren: Ongeslachtelijke voortplanting er zijn geen mannelijke en vrouwelijke voortplantingscellen er is geen bevruchting een deel van het organisme groeit uit tot een nieuw voortplanting is het maken van nieuwe organismen

  3. voorbeelden: uitloper (Aardbei) bollen (Tulp) stekken (Geranium) deling (bacterie, alg) knollen (Aardappel) wortelstok (brandnetel, bamboe)

  4. Geslachtelijke voortplanting er zijn mannelijke en vrouwelijk geslachtscellen er is bevruchting nakomelingen lijken op de vader en op de moeder Man (symbool voor Mars Vrouw (symbool voor Venus)

  5. Planten Planten die zich geslachtelijk voortplanten hebben ALTIJD bloemen. De stamper is het vrouwelijke orgaan, de meeldraad het mannelijke schematisch: 1 stempel 2 stijl 3 vruchtbeginsel 4 stamper 5 kroonblad 6 helmknop 7 helmdraad 8 meeldraad 9 kelkblad 10 (bloem)steel

  6. Bestuiving Het overbrengen van stuifmeel van een meeldraad op een stamper van een plant van dezelfde soort insectenbestuiver windbestuiver

  7. Stuifmeelkorrels (nummer 1) ontkiemen Er groeit een buis (nummer 2) door de stijl (nummer 3) naar het vruchtbeginsel. De buis heet stuifmeelbuis of pollenbuis De kern van de stuifmeelkorrel versmelt met de kern van de eicel in het zaadbeginsel (nummer 4) Dit heet BEVRUCHTING

  8. De bevruchte eicellen groeien uit tot de zaden Het vruchtbeginsel groeit vaak uit tot de vrucht Meloen met zaden Paprika met zaden Framboos

  9. Zaden… Sommige zijn groot En zwaar Andere zijn veel kleiner Dit ‘zaadje’ kan wel 2,5 kg wegen!

  10. VERSPREIDING VAN ZADEN passief Door dieren: Blijft met weerhaken aan de vacht hangen actief Klis De dieren eten de zaden en/of vruchten appel lijsterbes Hulst

  11. VERSPREIDING VAN ZADEN Door de wind Parachute: Paardebloem De zaden of vruchten hebben verschillende manieren om langer In de lucht te blijven Deltavleugel: Linde Vleugels: Esdoorn en Den Pluis: Wollegras en Katoen

  12. VERSPREIDING VAN ZADEN Door de plant zelf De plant ‘schiet’ de zaden weg Bijvoorbeeld het Viooltje

  13. Voortplanting bij dieren Er zijn bij de meeste dieren zowel mannetjes als vrouwtjes Er zijn ook uitzonderingen Bijvoorbeeld: de regenworm heeft vrouwelijke en mannelijke geslachtsorganen Zo’n organisme noemen we HERMAFRODIET

  14. Geslachtskenmerken Primair Kenmerken die bij de geboorte aanwezig zijn Penis en balzak Vagina, baarmoeder, schaamlippen secundair Kenmerken die tijdens de puberteit verschijnen (een jongen wordt een man, een meisje een vrouw) Bredere schouders, haargroei in oksels en schaamstreek, zwaardere stem, eerste zaadlozing (natte droom) Borstgroei, haargroei in oksels en schaamstreek, rondere vorm, eerste menstruatie

  15. Secundaire ontwikkeling meer haar op de schedel Borstontwikkeling rondere vormen bredere schouders bredere heupen borsthaar grotere gestalte

  16. Mannelijke voortplantingscellen: zaadcellen - gevormd in de teelballen - 0,05 mm groot - voortbeweging door golvende bewegingen van een staartje - 300 tot 500 miljoen per zaadlozing - levensduur : 48 tot 72 uur

  17. Voortplantingsstelsel van de man (schematisch) Urineblaas zaadblaasje prostaat zaadleider zwellichaam penis urinebuis bijbal teelbal balzak eikel voorhuid

  18. vrouwelijke voortplantingscellen: eicellen - gevormd in de eierstokken - 1 eicel om de 28 dagen - 0,2 mm groot ( . ) - vanaf de puberteit tot de leeftijd van 45 – 50 jaar - wordt voortbewogen door fijne trilhaartjes in de eileiderwand - levensduur: 12 tot 24 uur

  19. Voortplantingsstelsel van de vrouw (schematisch) baarmoeder eileider eierstok urineblaas urinebuis vagina

  20. De menstruatiecyclus (gemiddeld 28 dagen) dag 1: eerste dag van de menstruatie Gedurende de eerste 5 dagen wordt het verdikte baarmoederslijmvlies, samen met de onbevrucht eicel, afgestoten: de menstruatie Vanaf het einde van de menstruatie tot de 14e dag rijpt een eicel in de eierstok dag 14: ovulatie of eisprong. De eicel komt vrij tussen dag 15 en dag 28 wordt het baarmoederslijmvlies steeds dikker

  21. De tijdbalk van de menstruatiecyclus dag 1 t/m 5 menstruatie dag 5 t/m 13 de eicel rijpt dag 14 ovulatie baarmoederslijmvlies wordt steeds dunner dag 13 t/m 15 Vruchtbare periode dag 5 t/m 28 Het baarmoederslijmvlies wordt steeds dikker Als de eicel NIET bevrucht wordt, begint na dag 28 de cyclus opnieuw Als de eicel WEL bevrucht wordt, blijft het baarmoederslijmvlies dik

  22. De bevruchting en innesteling in de baarmoederwand

  23. De bevruchting:eicel en zaadcelontmoetenelkaar en versmelten

  24. De kop van de zaadcel dringt de eicel binnen

  25. Na de bevruchting gaat de eicel zich delen..

  26. Het delende organisme heeft tot ongeveer 2 maanden na de bevruchting nog niet een duidelijke menselijke vorm We spreken van een EMBRYO Na 2 maanden is een duidelijke menselijke vorm herkenbaar Het embryo is veranderd in een foetus

  27. De ontwikkeling van het kind (hoef je niet te leren, interessant om te zien…)

  28. Innesteling • Eicel zet zich stevig vast in baarmoederslijmvlies • Slijmvlies wordt dikker • Slijmprop ontstaat in baarmoedermond

  29. 3 weken • 2 mm • Embryo ligt in vruchtwater  bescherming tegen schokken • Placenta & Navelstreng ontstaan (voor uitwisseling stoffen met moeder)

  30. 4 weken • 6 mm • Begin hersenen / ruggegraat • Staart • Hart (zakje onder hoofd)

  31. 5 weken • 10 mm • Ogen, neus en mond ontwikkelen • Start ontwikkeling ledematen

  32. 6 weken • 15 mm • Gezicht steeds duidelijker • Ontstaan ribben

  33. 8 weken • 4 cm • Alle organen aanwezig • Begin vorming zenuwstelsel • Spieren beginnen te werken • Embryo heet nu FOETUS!

  34. 13 weken (3 maanden) • 8 cm / 28 gram • Lichaam produceert zelf bloedlichaampjes • Spieren sterker  ‘schoppen’

  35. 16 weken (4 maanden) • 15 cm / 125 gram • Foetus bedekt met laagje donzig haar • Huidcellen maken huidsmeer (bescherming) • Geslachtsorganen ontstaan (zien via echoscopie)

  36. 21 weken (5 maanden) • 23 cm / 380 gram • Zintuigelijke reacties  bijv reacties op licht, geluid en bewegingen moeder • Foetus kan draaien

  37. 7 – 9 maanden • 7 mnd: 38 cm / 1300 gram • 8 mnd: 40 cm / 2500 gram • 9 mnd 3000 – 4000 gram • Foetus ligt steeds vaker met hoofdje naar beneden

  38. Na ongeveer 40 weken ( 9 maanden):Geboorte

More Related