250 likes | 749 Views
hoor je een S met daarna een G , dan schrijf je SCH sch ip, sch aap, sch eef, sch eur, sch aar, sch oen. de R plaagt de dubbelklank -eer, -eur en -oor je hoort bir: je schrijft b eer je hoort dur: je schrijft d eur je hoort bor: je schrijft b oor.
E N D
hoor je een S met daarna een G,dan schrijf je SCHschip, schaap, scheef, scheur, schaar, schoen
de R plaagt de dubbelklank -eer, -eur en -oorje hoort bir: je schrijft beerje hoort dur: je schrijft deurje hoort bor: je schrijft boor
Denk aan het oor:ik schrijf het woord zoals ik het hoor: lamp, kers, slaksoms bestaat een woord uit twee woorden: schooltas, fietspomp
de L en de R zijn kleefletters; soms hoor je er een U tussen maar die schrijf je niet melk, jurk, kalf, warm
de F is een fietspompletter, je hoort FFFFFFfluit, feest, fruit, film
de N en de K zitten op de bank te kussen, daar mag de G niet tussen!pink, bank, denk
Hoor je op het eind van een woord een T, maak er dan meer van. Hoor je dan een D, schrijf die dan ook.Ik hoor HONT, ik maak er HONDEN van. Ik schrijf HOND.huid, paard, bord, tand, woord
je hoort een J bij –aai, -oei, -ooi maar je schrijft een ihaai, bloei, mooi
hoor je een U bij een lage stemtrap, dan schrijf je een E wortel, poesje, kelder, dokter
de V is van vloer, je hoort VVVVVvloer, vlieg, verf, verkeer, vlug
Ik zie de Zon. Ik weet hoe ik het schrijf. Ik schrijf ZON. Ik maak een foto in mijn hoofd van de Z-woorden.zand, zwaar, ziek, zanger
als ik aan het eind van een klankstuk een lange klank hoor,gebruik ik daar maar 1 klinker voor(lange klanken hebben pech, je haalt gewoon een letter weg!)apen, bomen, muren, jaren, peren, tafel, beter
als ik aan het eind van een klankstuk een korte klank hoor, ga ik met 2 medeklinkers doorkatten, sommen, bruggen, lippen, vulling, middag
als je na een korte klank GT hoort, schrijf je meestal CHTBehalve bij : hij ligt, hij legt, hij zegtacht, recht, dicht, bocht, lucht
hoor je eeuw, ieuw, uw, denk dan aan de U voor de Wleeuw, nieuw, duw, sneeuw, schreeuw
alleen bij de ee achteraan, laat ik 2 klinkers staantwee, ree, zee, slee, snee, vee, nee
bij het langer maken wordt de F na een lange klank of dubbel klank bijna altijd een Vduif-duiven, slaaf-slaven, neef-neven, druif-druiven, brief-brieven F V
hoor je LUK aan het eind van een woord, dan schrijf je LIJKgevaarlijk, dierlijk, moeilijk, vrolijk, gemakkelijk luk lijk
Ug is een indianenwoord, je schrijft IGbeestachtig, driftig, twintig, zielig, nodig
hoor je aan het eind van een woord de lange klank aa, oo, ie, uu dan komt er in het meervoud een komma in plaats van de tweede letterzebra’s, opa’s, taxi’s, kano’s, paraplu’s ’S
bij het langer maken wordt de S na een lange klank of dubbele klank bijna altijd een Zhaas-hazen, glas-glazen, doos-dozen, mees-mezen, kies-kiezen S Z
hoor je ZJ, dan schrijf je alleen een Ghorloge, manege, stage, etalage, garage ZJ-G