120 likes | 263 Views
Evenwichten. 2. Werklijn en arm van een kracht. 1. Het zwaartepunt. 3. Hefboomwet. 4. Einde. Evenwichten. 2. Werklijn en arm van een kracht. 1. Het zwaartepunt. 3. Hefboomwet. 4. Einde. O. O. F z. F z. F z. 2. Z vind je met symmetrieassen.
E N D
Evenwichten 2. Werklijn en arm van een kracht. 1. Het zwaartepunt. 3. Hefboomwet. 4. Einde.
Evenwichten 2. Werklijn en arm van een kracht. 1. Het zwaartepunt. 3. Hefboomwet. 4. Einde.
O O Fz Fz Fz 2. Z vind je met symmetrieassen. . . 3. Of door het voorwerp op te hangen. 1. De zwaartekracht werkt in punt Z . . . Z zit vertikaal onder ophangpunt O. O Z Z Z
Evenwichten 2. Werklijn en arm van een kracht. 1. Het zwaartepunt. 3. Hefboomwet. 4. Einde.
O 2. De werklijn loopt door de kracht F. 1. Het draaipunt O blijft op zijn plaats. 3. De armr is de loodrechte afstand . . . van draaipunt tot werklijn. werklijn r1 r2 F2 F1
F1 F1 F1 F1 F1 is steeds minder kracht nodig! Om een kast rechtop te zetten . . .
1. Teken de krachten, Fzen F1 . . . 2. Teken de werklijnen . . . 3. Teken de armen rz en r1 . . . 4. Je ziet dat rz steeds kleiner wordt . . . F1 Fz r1 rz
Evenwichten 2. Werklijn en arm van een kracht. 1. Het zwaartepunt. 3. Hefboomwet. 4. Einde.
Hefboomwet: M1 = M2 Moment linksom = Moment rechtsom F1 . r1 = F2 . r2 F1 F2 r1 r2
Geg: F1 F2 r1 r2 m = 100 kg. De schaal is : 1 cm = 0,30 m. F2 = m.g = 100 . 9,81 = 981 N. r1 = 6,0 cm = 1,80 m Meet op met de rood/blauwe liniaal: r2 = 1 cm = 0,30 m = 981 N = 1,80 m = 0,30 m
Hefboomwet: F1.r1 = F2.r2 F1 F2 = 981 N r1 = 1,80 m r2 = 0,30 m F1 . 1,80 = 981 . 0,30 Waarden invullen: F1 = 164 N = 164 N
Evenwichten 2. Werklijn en arm van een kracht. 1. Het zwaartepunt. 3. Hefboomwet. 4. Einde.