110 likes | 253 Views
Gedragsregulerende mechanismen in situationele preventie van criminaliteit. Straatverlichting en cameratoezicht als voorbeelden uit de praktijk. Leontien M. van der Knaap & Stefan Bogaerts. Straatverlichting. Straatverlichting kan bijdragen tot een daling van de criminaliteit.
E N D
Gedragsregulerende mechanismen in situationele preventie van criminaliteit. Straatverlichting en cameratoezicht als voorbeelden uit de praktijk. Leontien M. van der Knaap & Stefan Bogaerts
Straatverlichting Straatverlichting kan bijdragen tot een daling van de criminaliteit.
Straatverlichting • Straatverlichting vergroot de zichtbaarheid. • De straatverlichting vergroot het aantal voetgangers op de straat. • De uitstraling van de buurt verbetert en meer mensen begeven zich ook ‘s avonds nog op straat. • Het bevorderd het vertrouwen dat mensen hebben in hun buurt. • Het geeft een directe reducerende invloed op de angst voor criminaliteit. Mensen merken dat een goed verlichte buurt veiliger is.
Straatverlichting • Straatverlichting schrikt potentiële daders af omdat de kans dat ze betrapt en herkend worden toeneemt waardoor de pakkans stijgt. • Doordat meer mensen zich op straat begeven is er meer surveillance en dus meer risico voor de daders om gestoord te worden. • De mensen kunnen hun wijk meer en meer appreciëren en zo neemt het gevoel van angst voor criminaliteit af.
Straatverlichting • Het kan ook leiden tot een toename van criminaliteit • Er bevinden zich meer potentiële slachtoffers op straat. • De zichtbaarheid van slachtoffers kan negatief zijn. Zo kan de dader meer inschatten of het een aantrekkelijk slachtoffer is, in termen van kwetsbaarheid en beschikbare buit. • De daders hebben ook meer zicht op vluchtroutes.
Cameratoezicht Het beperkt daders om criminele daden te plegen.
Cameratoezicht • Daders worden live betrapt. • Schrikt daders af omdat het risico betrapt te worden te groot is. • Beveiligingspersoneel kan naar verdachte situaties worden gestuurd. • Het kan mensen eraan herinneren eenvoudige voorzorgsmaatregelen te nemen zoals hun waardevolle bezittingen uit hun auto verwijderen. • Het zet mensen ertoe aan voorzichtiger te zijn. • Mensen geven vlugger een delict aan als er cameratoezicht was.
Cameratoezicht • Mensen gaan meer delicten aangeven, omdat ze van mening zijn dat de inspanning van de gemeente beloont moet worden. • De mensen worden ook minder voorzichtig, omdat ze toch in de gaten gehouden worden. • Criminaliteit gaat zich verplaatsen naar gebieden waar geen cameratoezicht is, of naar nachtelijke uren.
Conclusie • Alles draait om het mechanisme waarin de maatregel wordt gezet. • Het inplanten van preventiemaatregelen moet dus weloverwogen gebeuren. • Vooraf moet duidelijk omschreven worden wat het doel is van de maatregel en of het doel in die context haalbaar is.