1 / 78

Leerstoornissen

Leerstoornissen. CONCEPTUEEL MODEL DIAGNOSTIEK. 1. ALGEMEEN CONCEPTUEEL MODEL. Diagnostiek van kinderen met leerstoornissen. CRITERIA OF SUBTYPES? HISTORIEK normaliteitscriterium discrepantiecriterium exclusiecriterium

oshin
Download Presentation

Leerstoornissen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Leerstoornissen CONCEPTUEEL MODELDIAGNOSTIEK

  2. 1. ALGEMEENCONCEPTUEEL MODEL

  3. Diagnostiek van kinderen met leerstoornissen • CRITERIA OF SUBTYPES? HISTORIEK • normaliteitscriterium • discrepantiecriterium • exclusiecriterium • ‘70: leerstoornissen zijn geen unitaire groep maar verschillende subtypes • ‘90: foutenanalyse ipv neuropsychologische subtypes zoeken

  4. Diverse normeringssystemen -1SD leerprobleem pc 16 (of < pc17) 15.9% Cum. Perc. Z=-1 T=40 Stanine=3 -2SD leerstoornis pc 2 (of <pc 3) 2.3% Cum. Perc. Z=-2 T=30 Stanine=1

  5. 2. DYSLEXIE Leesstoornissen

  6. Wat is lezen? Lezen=begrijpen van geschreven taal • Lezen=omzetten van tekens (grafemen) in klanken (fonemen) • teken klank betekenis • boom ‘boom’ • technisch lezen • begrijpend lezen

  7. Leren lezen • INLEIDING • Lezen moet worden aangeleerd • Fonemisch bewustzijn stimuleren bij kinderen is essentieel Wat hoor je achteraan in kat? Wat rijmt op kat? Wat maak je van p.a.k?

  8. Specifieke leesvoorwaarden Drie soorten leesvoorwaarden • Taalvoorwaarden (taalbeheersing=essentieel om vlot te lezen) • Perceptueel-motorische voorwaarden Auditieve discriminatie, Visuele discriminatie, Analyse, Synthese, L/R Hoog/laag oriëntatie, vocaal motorische beheersing en expressie • Objectieve voorwaarden Zingeving, objectivatie, fonologisch bewustzijn

  9. Cerebrale organisatie van lezen • Prikkel komt binnen in de prim. Vis. Cortex • Prikkel gaat Li/Re occipitaal (streepjes) • Gyrus angularis (fonetische klank) • Wernicke (temporaal) (betekenis/taalbegrip) • Broco (frontaal) Gramm. Sequentiële structuren herkennen • + belang rechter hemisfeer (vis. Voorstellen)

  10. Dual road theorie (Boder, 1973) • Letter per letter verklanken ANALYTISCH • k.a.t • Globaal tot herkenning van woordbeelden • kat=woordbeeld van ‘kat’ of ‘poes’ • moeder=woordbeeld van ‘moeder’ of ‘mama’ • Tussenvorm • ge/sch/i.f.t VISIE IS MOMENEEL OMSTREDEN.

  11. Subtypes in dyslexie? • Boder (1973), Mattis, French & Rapin (1975), Denckla (1977) • Taalstoornisdyslexie • Auditieve leesstoornis • Visuele leesstoornis

  12. Taalstoornisdyslexie • Anomie + belemmering in de ontwikkeling van woordbeelden • Bij het zien van een woordbeeld kan men dat beeld niet onmiddellijk benoemen • Taalbegrip, spraakimitatie en auditieve discriminatie vallen uit

  13. Auditieve leesstoornis 67% • =disfonetisch of articulatorische-grafomotorische discoördinatie stoornis • bucco-linguïstische dyspraxie en grafomotorische moeilijkheden • problemen met AUDITIEVE SYNTHESE • compenseren met GLOBALE leesstrategie • kunnen hoog frequente woorden radend lezen, kunnen geen nonsens woorden lezen • vallen uit op KLEPEL

  14. Visuele leesstoornis 10% • =visueel spatieel of diseidetische stoornis • uitval op VISUEEL RUIMTELIJKE perceptie, vooral zonder motoriek • compensatie met een ANALYTISCHE leesstrategie • BEL=KLEPEL

  15. Balansmodel (Bakker) • Beginnend lezen • Re hemisfeer • Perceptueel (analytisch, spellend) lezen • Vlot lezen • Li hemisfeer • Linguistisch lezen vanuit context (globaal lezen)

  16. Bakker typologie • P DYSLEXIE • blijven spellend lezen • schakelen te laat over van Re naar Li hem. • Lezen traag, accuraat (weinig fouten) • Veel tijdconsumerende fouten (herhalingen, aarzelingen, inwendig spellen) • L DYSLEXIE • te snel globaal lezen • schakelen te snel over naar Li hem • Lezen snel, onnauwkeurig • Maken substantiële fouten (vervormingen, substibuties)

  17. Diagnostiek van dyslexie • Logopedisch onderzoek • taalbegrip, woordenschat, fonemisch bewustzijn, geheugen voor woorden, spec. Leesvoorwaarden, deeltaken in leesproces, begrijpend luisteren, lezen zelf (EMT,KLEPEL,BEL) • Psychopedagogisch onderzoek • familiaal? • intelligentie

  18. Een minuut test (EMT) (Brus & Voeten) (1979-1999) • 116 onder elkaar gedrukte, niet samenhangende woorden (A en Bvorm) • technisch lezen : l minuut • 2de-6de lj • RU, afgeleide scores,SS (1-19) • Prestaties vgl met leerjaarnormen (C,deciel) • Prestaties vgl met did. leeftijdsnormen

  19. KLEPEL (vanden Bos e.a., 1993) • Pseudo- en nonsenswoorden • A en Bvorm • LO en start secundair onderwijs • RU, SS (1-19) • Voor welke vorm van dyslexie zinvol?

  20. AVI-toetskaarten (1981) • Avi toetsen= 2x9 teksten verschillende AVI-niveaus • Interpretatie op basis van • tijd nodig om tekst volledig te lzen • gemaakte fouten

  21. Begrijpend lezen • BEL • Toetsen van Aernoutse • HYPERLEXIE= technisch lezen is OK, begrijpend lezen valt uit

  22. Soort dyslexie? • Hannes TIQ WISC-R 95, EMT pc 50, KLEPEL pc 2, BEL pc 8 • Wim leest heel traag maar vrijwel foutloos. EMT pc 3, KLEPEL pc 3, BEL pc 12 • Arno leest radend met veel fouten. EMT pc 3, KLEPEL pc 3, BEL pc 2 • Ushi EMT pc 45, KLEPEL pc 40, BEL pc 2

  23. Hot topics • Dyslexie gen • Gebruik van gekleurde lezen tav dyslexie...

  24. 3. DYSORTHOGRAFIE Spelling valt uit.

  25. Wat is spellen? • Schrijven = expressie d.m.v. geschreven taal • Ons schrift = fonografisch schrift • systeem van tekens die klanken weergeven • in bepaalde volgorde produceren van tekens • Schrijven = motorische act • Fijne handmotoriek, oog-hand coördinatie

  26. FONOGRAFISCH SCHRIFT • Begin: fonetisch schrift • kat, klok, pen • Later : niet-klankzuivere woorden op basis van spellingsregels • klinkerdief (bomen), verdubbelaar (kat’t’en) • Later : niet klankzuivere woorden op basis van woordbeelden • appel (apul), voogul (vogel), pokémon

  27. MOTORISCHE ACT • Schrijfvoorwaarden: pincetgreep, ruimtelijke oriëntatie, kritisch onderscheidingsvermogen,oog-hand coördinatie, analyse, synthese, geheugen • Grondpatronen van letters Vertikaal, schuin en horizontaal lijnpatroon hoek-, ovaalpatroon, soorten spiraalpatronen

  28. Dysorthografie • Spellingsprobleem • Schrijfprobleem

  29. Spellingsprobleem • ALGEMEEN • probleem omdat men niet kan klanken omzetten in een woord gebruik makend van spellingsregels • probleem omdat men het vocabularium van gekende woorden niet kan bereiken

  30. Spellingstoornis • Lexicale of orthografische dys(ortho)sgrafie • geen toegang tot woordbeeld • moet spellen, wat veel schrijffouten oplevert • VOLGUNDE DONDURDAG GAAN WU ZWEMUN MET TIENKIEWIENKIE • Fonologische dys(ortho)grafie • kan niet spellen op basis van klanken, kan geen nonsenswoorden schrijven • VOLGENDE DONDERDAG GAAN WE ZWEMMEN MET ?

  31. Schrijfproblemen • Ideationele apractische dysgrafie • kunnen letters en woorden kopiëren • kunnen niets schrijven in een dictee • Spatiële dysgrafie • oriëntatieafwijkingen b d, neglect b o

  32. Diagnostiek • Gelijk aan dyslexie • PI Dictee (Geelhoed e.a., 1994): 135 woorden in zinnen 1ste-6de leerjaar • AUDI50 : 50 woorden dictee • ANALYTISCH LEES- EN SCHRIJFOND. (Goetmaeckers): grafemen, woorden, zinnen dictee

  33. Soort spellingsprobleem • Wim schrijft ‘vurboodun voor onbuvoegdun, ophupast werkun’ op een bord • Katrien schrijft traag maar maakt geen fouten tegen hoogfrequente woorden. Ze kan echter geen nieuwe woorden schrijven.

  34. 4. DYSCALCULIE Rekenstoornissen

  35. Rekenstoornissen • 10% problemen, 4% LS • Problemen met • perceptuele input (6=9) • procedurale aspecten 36+4=76; 82-15=73 • taal, voorstellingsvermogen (50 is 1 meer dan ? ‘51’) • aandacht, geheugen

  36. Wat is rekenen? • Gebruik maken van logografische symbolen (Van Borsel, 1998) 1=één +=plus • HTEstructuur • Klankzuivers getalwoorden Minder logische getalwoorden (ll ééntien/20 tweetig)

  37. Koppeling hoeveelheid/betekenis getalwoord symbool • boom één 1 • Voorbereiden rekenvaardigheden • psychologische voorwaarde (conservatie, correspondentie) • kernvoorwaarde (classificatie, seriatie) • Neo-Piagetiaanse inzichten (tellen, taal)

  38. Tellen • Tellen via herkennen • Akoestisch tellen (eerste rekenrijpheid 3j) • Asynchroon tellen (pre-aritthmatisch 4j) • Synchroom,structurerend tellen (4j6m) • Resultatief tellen (tweede rekenrijpheid 5j) • Verkort tellen

  39. In welk telstadium? • Stijn telt het aantal kippen Er zijn 11 kippen. Hij telt 1 2 3 4 5 6 zé-ven 8 né-gen’ • Geert telt het aantal glazen aan tafel. Hij verschuift de glazen om ze te tellen maar bekomt een correct aantal (nl 4) • Opa en oma komen erbij. Ilse telt ‘we zijn nu met 5,6 mensen’.

  40. Soort cognitieve vaardigheden • L taken • S taken • K taken • T taken • V taken • P taken • C taken • N taken • R taken

  41. L opgave STIPPENOPGAVE • Set oefeningen met getallen 2 ,3, 40, 42, 50, 53 • (L ). Stippenopgave • Verbind het correcte aantal stippen met het overeenkomstige getal 2, 3, 40, 42, 50, 53

  42. S opgave TEKENOPGAVE • (S ). Tekenopgave • Leg de betekenis van + en = met je eigen woorden uit

  43. P opgave REKENOPGAVE • (P ). Rekenopgave • 3+50= • 42-3=

  44. K opgave GETALLENLIJNOPGAVE • (K). Getallenlijnopgave • Teken 2, 3, 40, 42, 50 en 53 op een getallenlijn. • 53 bestaat uit … groepjes van 10 en … losse elementen. • 42 bestaat uit … groepjes van 10 en … losse elementen

  45. T opgave ZINOPGAVE • (T ). Zinopgave • 40 meer dan 2 is ? • 3 minder dan 50 is ?

  46. C opgave KNIKKEROPGAVE • (C ). Knikkeropgave • Lisse heeft 3 knikkers. Ze krijgt 50 knikkers bij. Hoeveel knikkers heeft ze nu nog? • Lisse heeft 40 knikkers. Ze geeft 2 knikkers weg. Hoeveel knikkers heeft ze nu nog?

  47. R opgave STICKEROPGAVE • (R ). Stickeropgave • Kjell heeft 2 knikkers en 1 sticker. Hij krijgt 40 knikkers bij. Hoeveel knikkers heeft hij nu?

  48. V opgave FILMOPGAVE • (V ). Filmopgave • 50 is 3 meer dan ? • 40 is 2 minder dan?

  49. N opgave BETAALOPGAVE • (N ). Betaalopgave • Je moet 42 fr betalen. Hoe betaal je dat best? Met 2 stukken van 20 fr? Met 3 stukken van 20 fr of met 1 stuk van 50fr?

  50. Rekenproblemen soort • L-probleem 50 lezen en 1 lezen • S-probleem + en x lezen en interpreteren • K-probleem 50 en 1 situeren op getallenas • T-probleem 1 meer dan 50 is? • V-probleem 50 is 1 meer dan? • P-probleem 50+1=

More Related