670 likes | 798 Views
Zorgconferentie 2012. Programma. Passend onderwijs. Marc Mittelmeijer. Programma Passend Onderwijs. Corinne Sebregts. Aanleiding. Meer leerlingen uit het VSO naar het regulier onderwijs. Welke leerlingen (met welke kenmerken) naar welke school? Wie bepaalt dat?
E N D
Passend onderwijs Marc Mittelmeijer
ProgrammaPassendOnderwijs Corinne Sebregts
Aanleiding • Meer leerlingen uit het VSO naar het regulier onderwijs. Welke leerlingen (met welke kenmerken) naar welke school? Wie bepaalt dat? • Twee SWV’en met eigen dynamiek en ontwikkelweg. Een uniforme werkwijze van het bestuur is niet aan de orde. • Quadraam moet gaan samenwerken met PO, VSO, gemeenten en jeugdzorginstellingen (regionaal ondersteuningsplan • Docenten moeten onderwijs en begeleiding bieden aan een populatie met grotere zorgbehoefte. Welke scholing is nodig?
Doelstelling • Keuzes maken t.a.v. thema’s die voortkomen uit implementatie Passend Onderwijs • Standpunten bepalen voordat derden tot keuzes dwingen • Bestuur als regievoerder, input vanuit de eigen scholen
4 projecten • Governance • Onderwijsarrangementen • Financien • Professionalisering
Governance • Projectleider: Paul Kanters • Doel: Bepalen van beleidskaders voor vormgeving van Passend Onderwijs • Thema’s: • Besturing Quadraam • Organisatie en structuur SWV’en • Bovenschoolse processen en procedures
Onderwijsarrangementen • Projectleiders: Ward Habets en Kim van de Belt • Doel: onderwijszorgprofielen en regionaal ondersteuningsplan opstellen • Thema’s: • Basiszorg • Extra zorg • Bepalen leerlingkenmerken die scholen ‘aankunnen’ • Profiel per school
Financiën • Projectleider: Martin Kruis • Doel: adviseren en ondersteunen t.a.v. gevolgen Passend Onderwijs • Thema’s: • Onderzoek naar huidige kosten basis- en extra zorg • Organiseren en regisseren overleg tussen scholen • Oplossingen om basis- en extra zorg te bekostigen
Professionalisering • Projectleider: VOC • Doel: docenten en leidinggevenden informeren en professionaliseren/scholen • Thema’s: • Inhoudelijke scholing op basis van onderwijszorgprofielen • Begeleiding en ondersteuning ‘op maat’ bij vormgeving Passend Onderwijs
Stuurgroep • Leden: Maarten Delen, Maarten van de Louw, Harald Wiggers, Léon Lucas, Marc Mittelmeijer • Doel: • Leden worden geïnformeerd • Leden geven input op ontwikkelingen • Leden communiceren met SE’s
Meldcode AMK Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Kim van de Belt
Verplichte Meldcode • 20-05-2011: De ministerraad heeft ingestemd met het wetsvoorstel verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. • Professionals zijn verplicht om met een meldcode te gaan werken wanneer ze beroepshalve te maken hebben met een signaal van huiselijk geweld of kindermishandeling.
Meldcode • In kaart brengen van signalen • Collegiale consultatie & zo nodig raadplegen AMK • Gesprek met de cliënt • Wegen van het geweld of kindermishandeling • Beslissen: hulp organiseren en/of melden
Scholing Docenten 29-09-2011 • Signaleren kindermishandeling: hoe doe ik dat? • Wat kan ik doen met een signaal? • Wat is mijn verantwoordelijkheid als docent en waar stopt deze? • Hoe kan ik ondersteund worden? • Informatie werkwijze AMK
Scholing Zorgteam 11-10-2011 • Verdieping kennis signalering kindermishandeling • Waarden en normen en belemmeringen • Ondersteuning van docenten • Bespreken van zorgen met leerling en/of ouders • Handelingsmogelijkheden bij signalen • Gebruik van meldcode • Confrontatiegesprek met ouders
Belangrijke leerpunten • Meer dan 1/3 van de kinderen in het VO heeft te maken met kindermishandeling. • Je bent niet verplicht tot melden maar wel tot het werken met de meldcode. • Verwenning is ook een vorm van kindermishandeling. • Schakel het AMK in voor Advies.
Werkgroep • Ilse Koenders Candea College • Rinus van de Kerkhof Liemers College • Ilse Thiele Symbion • Kim van de Belt coördinator SWV • Eindproduct: Meldcode per school, aangepast op de zorgstructuur.
Oproep • Aan directieleden: • Vaststellen Meldcode • Verspreiden meldcode onder personeel • Scholen personeel • Aan leden zorgteam en docenten: • Breid je kennis uit • Verspreid je kennis
Contactpersonen • Ilse Koenders • Rinus van de Kerkhof • Ilse Thiele
Workshop 1:Basiszorg Eric Robbers en Peter Kickken
Workshop 2: Trajectgroep Maarten van de Bent, Johan Hijnberg, Alice Wolterinck
Trajectgroepen Een verdere kennismaking met de trajectgroepen op het Candea en Liemers College.
Voor Wie? • Leerlingen met een complexe problematiek op sociaal emotioneel, gedragsmatig en/of cognitief gebied die niet goed functioneren in de reguliere setting. • Leerlingen bij wie aanpassingsproblemen worden verwacht bij de overgang van het basisonderwijs (of een andere vorm van onderwijs) naar het voortgezet onderwijs.
Kenmerken • Adaptief : onderwijs op maat • Individuele begeleiding • Rustige werkomgeving • Kleine setting • Gestructureerd werken • Planmatig werken • Intensief contact met ouders
Doel van de trajectgroep • De leerling uit een verstoorde onderwijssituatie halen. • Hem of haar een zo veilig mogelijk onderwijsklimaat bieden. • Diagnose stellen door de orthopedagoge. • Een persoonlijk onderwijskundig en pedagogisch trajectplan maken. • Einddoel: • De leerling op de juist plaats krijgen (terug in eigen klas of op een andere school, opleiding, instelling).
De leerling: doelen en werkwijze • Elke leerling heeft eigen doelen. • De trajectgroep ondersteunt de leerling bij het bereiken van deze doelen. • Hoe?: • Hulp bij plannen & organiseren • Voor- en nabespreken van de dag • Het oefenen van specifieke vaardigheden (samenwerken, zelfstandig werken, etc.) • Individuele begeleiding door een orthopedagoog
Leerling kenmerken • Verstoorde gezinssituatie • Gedragsstoornissen • Zware motivatie problemen • Angststoornissen • Verslaving • Depressies • Hechtingsstoornissen
Opdracht • Formuleer SMART* één lange termijndoel, gerelateerd aan bovenstaande casus. Dit doel is onderdeel van het IHP , gebruikt in de trajectgroep. • Formuleer SMART* twee korte termijndoelen en beschrijf vervolgens activiteiten om deze doelen te behalen. Deze doelen zijn onderdeel van het IHP, gebruikt in de trajectgroep.
SMART Wat is een doel? Een gewenste en duidelijke omschreven situatie die op een vooraf vastgesteld tijdstip bereikt moet zijn. Wat is een activiteit? Concrete acties die nodig zijn om het doel te behalen. Wat is resultaat? Concrete gevolgen van de acties die voortkomen uit de doelstelling Smart De meest gebruikte manier om goede doelen te maken is de SMART methode. SMART staat voor: S = Specifiek M = Meetbaar A = Acceptabel R = Realistisch T = Tijdgebonden
Workshop 3:Taal en Rekenen Angelieke Post en Hans van Kol
PresentatieAngelieke Post en Hans van KolCandea College te Duiven Lesgeven: (Ned, Engels, MM) Deel uit maken van het management team leerweg KB/BB/SB Aanwezig op de Helpdesk, een plaats waar leerlingen altijd terecht kunnen
Programma 1 werksituatie 2 beginsituatie 3 toetsing 4 acties 5 plannen 6 Zeeuws principe
Leerpleinen: Z@P en Challenge • Leerlingen werken zelfstandig aan zelfgekozen taken die de leerkrach- ten gemaakt hebben. • Uitnodigende opstelling. • Meerdere groepen bij elkaar. • Meerdere docenten. • Werken met een planner • Controle door vakdocent
Voordeel • Leerkracht heeft gelegenheid om individuele hulp te bieden • Leerkracht heeft gelegenheid om groeps- instructie te geven • Dit geldt ook voor de Remedial Teachers.
Meijerink is de norm Van onze belasting en voor onze belasting is de commissie Meijerink ingesteld die de gewenste kwaliteit van ons onderwijs in een waarde heeft uitgedrukt. Dit betreft Taal/Nederlands en Rekenen/Wiskunde Het eindniveau van de basis- school wordt weergegeven met 1F. Het eindniveau van het VMBO is vervolgens vastgelegd met 2F.
Als dan Meijerink de norm is, passen we in zoverre ons onderwijs aan, dat we aan deze norm kunnen voldoen.Die doelstelling wordt bemeten door de afname van CITO-toetsen.Daar is een na te streven vooruitgang, zichtbaar te maken.
Startgegevens verzameld door Brigitte BulléeContactpersoon BOVO(basisonderwijs – voortgezet onderwijs)
Eerste keuze tot hulp • Leerlingen waarvan de basisschool aangeeft dat er eigenlijk onmiddellijk hulp gegeven moet worden. • RT maakt groepen of deelt individueel in. • Streven is om in week 2 te starten.
Toets muiswerk • In de tweede week afname testsuites van Muiswerk. • Geeft informatie over taal en rekenen
Vier groepen • Individuele RT • Groepsinstructie 3 Interventiegroep Nederlands 4 Iedere leerling werkt aan een eigen oefen- programma