180 likes | 311 Views
Niveaus en stijlen in mind-body onderzoek. Cognitiewetenschap: coproductie van psychologie, informatica, taalkunde, neurowetenschap, antropologie, filosofie CW: wetenschap van cognitie (in ruime zin) Cognitie: kennis-verwerving en -verwerking. CW: 3 onderscheidingen.
E N D
Niveaus en stijlen in mind-body onderzoek • Cognitiewetenschap: coproductie van • psychologie, informatica, taalkunde, neurowetenschap, antropologie, filosofie • CW: wetenschap van cognitie (in ruime zin) • Cognitie: kennis-verwerving en -verwerking
CW: 3 onderscheidingen • Menselijke en kunstmatige cognitie • onderscheiden doelen en heuristieken • Primaire en secundaire cognitie • mbt aangeboren leerprocessen • taal, spraak, zien • mbt cultureel verworven vaardigheden • common sense, toegepaste wetenschappelijke kennis • zuiver wetenschappelijke cognitie • Formeel en computationeel modelleren
Formeel en computationeel modelleren • Mbv formules en/of computerprogramma’s • van een produkt en/of een proces • simulatie vd natuur of ontwerp artefacten • C: modellen van cognitieve systemen • architectuur, representaties, operaties • B: modellen van gedragssystemen • slechts virtueel of ook reëel
Hoofdgebieden CW • Cognitieve (Neuro-) Psychologie (CP) • modelleren van menselijke cognitie • Kunstmatige Intelligentie (AI) • comp. modelleren van kunstmatige cognitie • bv Computationele Wetenschapsfilosofie (CWF): comp. modelleren van kunstmatige wetenschappelijke cognitie • mbt kunstmatig gedrag: verderop • Onderlinge heuritische ondersteuning
MENTAAL Hersenen in omgeving Mentale programma’s mentale representaties + computationele procedures = denken ARTIFICIEEL Systeem van modules Comp. programma’s data structuren + algorithmes = running programs Analogie: architectuur, representaties, operaties
Gedragswetenschappen3 onderscheidingen • Menselijk (natuurlijk) en kunstmatig gedrag • Primaire en secundair gedrag • Formeel en computationeel modelleren
Nieuwe gebieden in de gedragswetenschappen • computationele disciplines • comp. sociologie: simulatie van (groeps)gedrag • o.a. computationele wetenschapssociologie • comp. biologie: analoog • robotica/artificial life: • computationeel en reëel modelleren van kunstmatig gedrag
Behavioral and Cognitive Neuroscience (BCN) • neurowetenschap: letterlijk, soms figuurlijk • minimaal 4 ontologische niveaus: • atomen, cellen, organen, individuen (in omg.) • atomen, nodes, modules, artefacten (in omg.) • 3 stijlen van beschrijven en verklaren: • causaal, functioneel, intentioneel • 4x3 matrix van niveaus en stijlen • intentionele stijl alleen op hoogste niveau
Mind/Body-onderzoek • Voorbeeld: 2 typen van jeugddelinquentie • adolescentie delinquenten (AD) • beginnend bij puberteit, eindigend na adolescentie • persistente delinquenten (PD) • beginnend voor puberteit, voortdurend na adolescentie
2 Verschillende verklaringen • functionele verklaring van AD: • normale psychofysiologische constitutie • abnormale omgeving itv rolmodellen • causale verklaring van PD: • abnormale psychofysiologische constitutie • normale omgeving • NB: abnormaal:zwakke pos. causale factor
Relaties tussen stijlen(Millikan/Mackor) • Causale explicatie van functionele stijl • itv causaal-historische relaties van “proper functions” • Functionele explicatie van intentionele stijl • itv proper functions van beliefs en desires
4 Niveaus van representatie van individuen (en omgeving) • Individuen (één ontologisch niveau) als: • gehelen van mind en body in een omgeving • intentioneel, functioneel, causaal • georganiseerde systemen van organen e.d in …. • functioneel, causaal • georganiseerde systemen van cellen in ….. • functioneel, causaal • ‘georganiseerde’ systemen van atomen in ….. • causaal
Relatie tussen representatie-niveaus: biophysicalism • Alle relaties reduceerbaar tot: • substantiële ‘horizontale’ relaties • conceptuele ‘verticale’ relaties • horizontaal: causaal, functioneel, intentioneel • verticaal: 1-1, veel(lager)-1(hoger), quasi-identiteiten tussen ‘representatietypes’ • niet-eliminatieve reductie (zoals meestal in nat.wet.) • niet:‘reductie van M naar B’, • maar ‘reductie naar MB naar ……’
macro-representatie aggregaat-niveau quasi micro-representatie echt basis-niveau basis-representatie Representatie niveaus bij (één) macro-micro onderscheid één (georganiseerd aggregaat-) systeem
Correlaties een-een (enkelvoudig): aa[a] veel-een (meervoudig): AA[A] Aa[A] quasi-: ?? Identiteiten een-een (enkelvoudig): gem. kinetische energie (gke) temperatuur veel-een (meervoudig): isotopische atomen chemisch element translatie/vibratie gke temperature quasi-: golflengte kleur (classificatie) Correlatie en reductie van begrippen mbv
Correlatie en reductie van wetten door theorieën • PM: Stappen tbv DN-verklaring • toepassingsstap • aggregatiestap • identificatiestap • correlatiestap • approximatiestap (AN) • Reductie als:aggregatie/identificatie/approximatie • Correlatie als alleen: toepassing en correlatie
2 lagen model van individu I in omgeving E • 2 representatie-niveaus voor I en E • MB macro-portret vs biofysisch micro-portret • op beide niveaus interactierelaties • in causale, functionele of intentionele termen • 3 soorten verticale conceptuele relaties: • quasi, meervoudige, enkelvoudige identiteiten • voor beschrijven en verklaren is niveau-sprong v.v. mbv identiteiten toegestaan