1 / 31

HF 2: intra- en interpersoonlijke conflicten

HF 2: intra- en interpersoonlijke conflicten. Waar verschillende mensen samenleven komt het vroeg of laat tot een conflict Een conflict is echter niet noodzakelijk iets negatief Intermenselijke relaties kunnen zelfs slecht functioneren door te weinig conflict

taya
Download Presentation

HF 2: intra- en interpersoonlijke conflicten

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. HF 2: intra- en interpersoonlijke conflicten • Waar verschillende mensen samenleven komt het vroeg of laat tot een conflict • Een conflict is echter niet noodzakelijk iets negatief • Intermenselijke relaties kunnen zelfs slecht functioneren door te weinig conflict • Conflicten creëren heel wat mogelijkheden:

  2. intra- en interpersoonlijke conflicten • Voordelen conflicten: • Manifest probleem geraakt opgelost. Onderhuids opgehoopte spanningen, die de cohesie ondermijnden, kunnen door het conflict verminderen. • Doordat het conflict openbarstte, kunnen de normen scherp gesteld worden. Een conflict beantwoordt de vragen: waar staan wij voor? Waarvoor kiezen wij? De eigen groepswaarden en normen en verbondenheid word nog eens bevestigd. • De solidariteit binnen de groep zal verhogen omdat er een externe vijand is waartegen de groep samen moet strijden. (interne groepsverschillen worden hiervoor opzij gezet) • Daarnaast biedt dergelijk conflict aan de groepsleden een gemeenschappelijk gedeelde ervaring. Dit brengt de leden dichter bij elkaar. • Probleemoplossend vermogen wordt gestimuleerd.

  3. intra- en interpersoonlijke conflicten 1. Begripsdefiniëring • Conflict = een botsing tussen tegengestelde wensen/belangen bij een individu, binnen een groep of tussen groepen. • Conflictmaterie (de grond) • Conflictgedrag • Conflictproces (context) • Conflict is subjectief, verschillende interpretaties • Meer conflictvaardig, minder conflictgevoel

  4. intra- en interpersoonlijke conflicten • 2. Soorten conflicten • Conflicten naargelang de oorzaak • A. belangenconflict: tegenstrijdige belangen. Vb: Rokers vs Niet-rokers: de grens tussen een discriminerende (benadelende) inperking van de zelfbeschikking en de bescherming van anderen Vb: Godsdienstvrijheid en schoolplicht:de beperking van vrije godsdienstuitoefening op school. • B. waardenconflict Vb: Taliban vinden dat meisjes geen onderwijs mogen genieten. • C. Machtsconflict Vb: Jelle is 16 jaar en wil een piercing in zijn lip. Zijn ouders vinden piercings maar niets en vinden dit niet toelaatbaar zolang hij nog thuis woont.

  5. intra- en interpersoonlijke conflicten • Conflicten op het niveau van mensen en groepen • 1. Intrapersoonlijke conflicten  Psychologie • 2. Interpersoonlijke conflicten  Sociale Psychologie • 3. Intragroepsconflicten  Sociologie • 4. Intergroepsconflicten  Sociologie Geef voor elke groep een voorbeeld

  6. intra- en interpersoonlijke conflicten • 2.3 Soorten conflicten nader bekeken • 2.3.1 Intrapersoonlijke conflicten • A. het dilemma • B. de cognitieve dissonantie • C. het rolconflict • D. psychische aandoeningen

  7. Intrapersoonlijkeconflicten: Het dilemma • A. HET DILEMMA = een keuze uit twee (of meer) even (on)aantrekkelijke alternatieven Geen logica maar persoonlijke keuze vb: snel met de auto naar school of gezond met de fiets  We lezen en bespreken de dilemma’s p 28, 29 en 30

  8. Intrapersoonlijkeconflicten: Het dilemma • We bekijken één van volgende fragmenten • Een stukje uit de verfilming van het boek Sophie’schoice http://www.youtube.com/watch?v=R2Dxx3_iF14 • Twee stukjes uit de film ‘the box’ http://www.youtube.com/watch?v=jVD0CmsMFDQ http://www.youtube.com/watch?v=kFdJLku5yQE • Omschrijf het dilemma: • Welke oplossing kiest Sophie/Cameron Diaz? • Kan je haar keuze begrijpen?

  9. Intrapersoonlijkeconflicten: Het dilemma • De methode van de Potter box (een instrument voor het maken van ethische dilemma’s) • Doorloop een 4-tal stappen • De volgorde van de stappen is triviaal • Het kan zijn dat je heen en terug gaat tussen verschillende stappen alvorens je een beslissing kan maken • Stap 5: maak je beslissing in lijn met de vorige stappen Lukt dit niet, moet je terug naar voorgaande stappen.

  10. Potter Box

  11. Intrapersoonlijkeconflicten: Het dilemma • Lees het voorbeeld p. 33 • Probeer nu zelf het dilemma in Sophie’sChoice/the box op te lossen volgens de Potter Box • Taak: Bedenk een eigen dilemma en gebruik de Potter Box om tot een oplossing te komen.

  12. Intrapersoonlijkeconflicten: Rolconflicten • Iedere mens: meerdere sociale posities (positieset) Sociale rol Conflict tussen verschillende rollen die bij eenzelfde positie horen  Intrarolconflict of intern rolconflict Vb: President tussen achterban en internationale druk Conflict tussen rollen die bij verschillende posities horen  interrolconflict of extern rolconflict. Vb: Dokter en moeder

  13. Intrapersoonlijkeconflicten: Rolconflicten • Vraag: wanneer sprake van een conflict, van ‘moeilijk verenigbare verwachtingen en normen’? • Cultuurconflict (onderzoeker) • Potentieel / actueel rolconflict • Subjectief rolconflict

  14. Intrapersoonlijkeconflicten: Rolconflicten Vb: • Cultuurconflict: Een Afrikaanse onderzoeker in Europa ziet vrouwen halftijds werken en het huishouden doen. • Potentieel rolconflict: Persoon ervaart dat er verschillende eisen worden gesteld met betrekking tot de werkvloer en het huishouden (maar kan makkelijk kiezen). • Actueel rolconflict: Persoon wil goed werk leveren (voor klanten, baas, zichzelf) en het huishouden in orde hebben (voor partner, kinderen, zichzelf) en werkt dus van thuis uit zodra de kinderen en het huishouden klaar zijn. • Subjectief Rolconflict: Persoon ervaart dat laat werken (omdat van thuis uit werken niet kan) en het huishouden samen niet verenigbaar is.

  15. Intrapersoonlijkeconflicten: Rolconflicten • Oplossen van rolconflicten • Prioriteit toekennen • Minimaliseren van het rolgedrag (vluchtgedrag) • Zoeken naar een compromis • Rolversterking • Vb: kameraadschappelijk optredende vader door jeugdleider vs hoofdambtenaar • Vb: dienstplichtig militair door jongen uit traditioneel gezins- en schoolmilieu vs uit ‘alternatieve’ opvoeding Deze voorbeelden komen uit een boek verschenen in 1984. Zijn ze gedateerd? Wat loopt er volgens jou anders vandaag de dag? Probeer op p.37 zelf een definitie te geven van de belangrijkste termen

  16. Intrapersoonlijkeconflicten: Rolconflicten Definities: Cultuurconflict: wanneer rolconflicten onderzocht worden en de onderzoeker vindt zelf dat er een conflict is tussen rollen, spreken we slechts van een cultuurconflict. Potentieel rolconflict: mensen die onderzocht worden zien ook zelf dat anderen tegenover hun gedrag blijkbaar verschillende eisen stellen. Actueel rolconflict: Op basis van de gepercipieerde verwachtingen ontstaat er actueel conflict als de persoon zich wil confirmeren aan de verschillende rollen. Subjectief rolconflict: wanneer rolconflicten door de onderzochte ook werkelijk worden ervaren als onverenigbaar en niet enkel verschillend.

  17. Intrapersoonlijkeconflicten: Rolconflicten Voorbeeld beoordelen: “During Katrina, New Orleans police officer caught in a dilemma between police and family obligations. Although the officer at the end of the clip says it was a "no-brainer" as to the decision he made (to stay with his family), he later in the interview indicates the adverse consequences of failing to fulfill his police role (e.g., constant feelings of regret, nightmares, etc.). This discussion is not included in this clip.” http://www.youtube.com/watch?v=2WGNAwdkoGo

  18. intra- en interpersoonlijke conflicten • 2.3 Soorten conflicten nader bekeken • 2.3.1 Intrapersoonlijke conflicten • A. het dilemma • B. het rolconflict • C. de cognitieve dissonantie • D. psychische aandoeningen

  19. Intrapersoonlijkeconflicten: de cognitieve dissonantie • Probeer o.b.v. het artikel p38-39 een eigen definitie van cognitieve dissonantie te formuleren

  20. Intrapersoonlijkeconflicten: de cognitieve dissonantie • Cognitieve dissonantie is het ongemakkelijke gevoel dat we hebben als iets wat we geloven of hopen wordt tegengesproken door de feiten, of als ons gedrag niet overeenkomt met het positieve beeld dat we van onszelf hebben. Of als we twee verschillende ideeën hebben die elkaar uitsluiten.

  21. Intrapersoonlijkeconflicten: de cognitieve dissonantie • Van nature geneigd te streven naar cognitieve consistentie (Festinger). • Bij cognitieve dissonantie  spanning We passen onze attitude aan. Opnieuw cognitieve consistentie

  22. Intrapersoonlijkeconflicten: de cognitieve dissonantie • Vb: Je bent op dieet maar wil dolgraag wat chocolade. • Gedrag (dieet) is in strijd met je gedachten (chocolade)  cognitieve dissonantie Je past je attitude aan opdat er weer cogntieve consistentie ontstaat: ‘Zo dik ben ik nu ook weer niet’ of ‘Het is maar met af en toe vals te spelen dat je een dieet volhoudt.

  23. intra- en interpersoonlijke conflicten • 2.3 Soorten conflicten nader bekeken • 2.3.1 Intrapersoonlijke conflicten • A. het dilemma • B. het rolconflict • C. de cognitieve dissonantie • D. psychische aandoeningen

  24. Intrapersoonlijkeconflicten: Psychische stoornissen Psychische stoornis: definitie (volgens APA) • Syndroom van psychologische en/of gedrags-symptomen • Klinisch relevant • Leidend tot ongemak, handicap, en/of toegenomen risico op dood, pijn, handicap, of belangrijke mate van verlies van vrijheid

  25. Intrapersoonlijkeconflicten: Psychische stoornissen • Lees het artikel p43.  Welke tendensen stelt men vast?  Welke verklaring ziet men hiervoor?

  26. Intrapersoonlijkeconflicten: Psychische stoornissen • Lees het artikel p43.  Welke tendensen stelt men vast? • Toename in aandoeningen • Toename relatief sneller bij vrouwen • Op steeds jongere leeftijd  Welke verklaring ziet men hiervoor? • De veranderende rol van de vrouw in onze samenleving

  27. Intrapersoonlijkeconflicten: Psychische stoornissen • Lees het artikel p 44-46 • Probeer de verklaring van het vorig artikel verder uit te diepen. • Wat kan men doen om het Dertigers dilemma te bestrijden?

  28. Intrapersoonlijkeconflicten: Psychische stoornissen • Probeer de verklaring van het vorig artikel verder uit te diepen. • Behoeftenpiramide wordt sneller doorlopen  men stelt zich sneller existentiële vragen • Toename aan keuzemogelijkheden veroorzaakt keuzestress • Tijdsdruk om alles gedaan te krijgen • Vrouwen zijn emotioneel gevoeliger

  29. Intrapersoonlijkeconflicten: Psychische stoornissen • Wat kan men doen om het Dertigers dilemma te bestrijden? • Erkennen en herkennen van het Dertigers dilemma • Een coach of loopbaanadviseur raadplegen

  30. Intrapersoonlijkeconflicten: Psychische stoornissen Depressie • Zoek op de site www.fitinjehoofd.be meer informatie over depressie. Probeer volgende vragen te beantwoorden (= leerstof) • Wat is het verschil tss ‘een dipje’ en een depressie? • Welke kenmerken heeft een depressie? • Welke drie vormen van depressie kan je herkennen? • Waarom is iemand depressief? • Wat kan je tegen een depressie doen? • Welke tips kan je geven aan de omgeving?

  31. Intrapersoonlijkeconflicten: Psychische stoornissen http://www.psyonline.nl/stoornissen.html Nog veel andere stoornissen die we niet in detail bekijken. Belangrijkste zijn: • Angststoornissen: gegeneraliseerd, fobieën • Obsessief-compulsieve stoornissen • Eetstoornissen • Persoonlijkheidsstoornis: Schizofrenie • Ouderdomsstoornissen: dementie • Slaapstoornissen: insomnia • …..

More Related