460 likes | 740 Views
Passieve diffusie doorheen membraan. membraan. C in. C out. L. C a. C b. C a =C in K. C b =C out K. P: permeabiliteitsconstante = DK/L . Passieve diffusie doorheen membraan. J. P. P. P. (C out -C in ). Lineair verband tussen flux en concentratieverschil.
E N D
Passieve diffusie doorheen membraan membraan Cin Cout L Ca Cb Ca=CinK Cb=CoutK P: permeabiliteitsconstante = DK/L
Passievediffusiedoorheenmembraan J P P P (Cout-Cin) Lineairverbandtussen flux en concentratieverschil.
Voorbeeld 1 [K+]o = 5 mM [K+]i = 150 mM Em =-80 mV R = 8.315 J K-1 mol-1 F = 96500 C mol-1 z: valentie (+1 voor K+) K+ G = +8484 J mol-1 –7720 J mol-1 = +764 J mol-1 Energetisch ongunstig
Voorbeeld 2 [Na+]o =150 mM [Na+]i = 10 mM Em =-80 mV R = 8.315 J K-1 mol-1 F = 96500 C mol-1 z: valentie (+1 voor Na+) Na+ G = -6755 J mol-1 –7720 J mol-1 = -14475 J mol-1 Energetisch zeer gunstig
Evenwichtspotentiaalvoorionen niet permeabel Em = 0 mV
Evenwichtspotentiaalvoorionen Permeabel voor Em = ENa
Evenwichtspotentiaalvoorionen Permeabel voor Em = EK
Ca2+-ATPases 1Ca2+ ATP ADP + Pi ATP ADP + Pi ATP ADP + Pi 2Ca2+ 2Ca2+ [Ca2+]o ~1-2 mM [Ca2+]i ~100nM golgi SR/ER PMCA: plasma membrane Ca2+-ATPases SERCA: sarco/endoplasmic reticulum Ca2+-ATPases SPCA: secretorypathway Ca2+-ATPases
Na+ influx gaatgepaard met eendaling van de vrijeenergie (G<0) GNa = -13.15 kJ mol-1 Remember: 1 kcal = 4.184 kJ
Voorbeeld: twee Na+/glucose cotransporter (symporter) Stel: [Na+]i = 10 mM [Na+]o = 150 mM Em = -80 mV Bij evenwicht (G = 0):
Na+ -glucose cotransporters • SGLT1,3: 2 Na – 1 Glucose cotransporter • SGLT2: 1 Na – 1 Glucose cotransporter
Effect van stoichiometrie op transport 2 Na – 1 Glucose cotransporter (SGLT1,SGLT3) 1 Na – 1 Glucose cotransporter (SGLT2) Stel GNa = -13.15 kJ mol-1 2 Na – 1 Glucose cotransporter 1 Na – 1 Glucose cotransporter Bij evenwicht (G = 0) :
Na+/ Ca2+-uitwisselaar (NCX) [Ca2+]o ~1-2 mM 3 Na+ 1 Ca2+ [Ca2+]i ~100nM 3 Na+o + 1 Ca2+i 3 Na+i + 1 Ca2+o « Elektrogeen! »
Evenwicht van Na+/Ca2+-uitwisselaar 3 Na+o + 1 Ca2+i 3 Na+i + 1 Ca2+o G = 3x GNa - GCa golgi SR/ER Bij welke membraanpotentiaal is NCX in evenwicht? Als Em < ENCX : forward mode (Ca2+ naar buiten) Als Em > ENCX : reverse mode (Ca2+ naar binnen)
Stroom over een weerstand Wet van Ohm: V = IR = I/G
G1 G2 G1 G2 Weerstanden in parallel of serie Gtot = G1 + G2 Rtot = 1/(1/R1+ 1/R2) Rtot = R1 + R2 Gtot = 1/(1/G1+ 1/G2)
Voorbeeld: stroom door een enkel Na+- kanaaltje i = 1.6 pA = 1.6 x 10-12 A = 1.6 x 10-12 C/s (A = C/s) Lading van een Na+-ion = 1 elementaire lading = 1.6 10-19 C Natriumflux: Na = 1.6 x 10-12 (C/s) /1.6 10-19 C = 107 Na+ ionen/s Dus ongeveer 10000 Na+ ionen per opening van 1 ms.
X Equivalent circuit voor een ionenkanaal Em iX = X•(Em- EX) EK
Stroom doorheen N identieke ionenkanalen IX = N Popen iX IX = N PopenX•(Em- EX) Enkelvoudige kanaaltjes IX = gX•(Em- EX) Met gx= N PopenX Ensemble
topen topen topen open closed ttotaal Open probabiliteit van een ionenkanaal
Selectiviteit op basis van lading Positief Negatief KcsA CLC Cl-kanaal K+ kanaal
Oorsprong van de actiepotentiaal I Em (mV) EK IK=gK•(Em-EK) Achtergrond gK (vb. Lekkanalen)
Oorsprong van de actiepotentiaal I Em (mV) ENa INa=gNa•(Em-ENa) gNa= N PopenNa Spanningsgeschakelde Na+-kanalen
Oorsprong van de actiepotentiaal I Em (mV) Membraanstroom i.f.v. Em : Itotaal = IK+ INa
Oorsprong van de actiepotentiaal drempelpotentiaal rustpotentiaal piek van actiepotentiaal I Em (mV)
Heropname van in de presynaptische cell Na+/GABA cotransporter Na+/dopamine cotransporter Na+/serotonine cotransporter Na+/noradrenaline cotransporter Uitzondering: Acetylcholine! Acetylcholine Acetaat + choline Acetylcholinesterase AchE Na+/choline cotransporter
Actiepotentiaal na activatie van GABA-R gCl = 3gK ECl EK
Actiepotentiaal na activatie van GABA-R gCl = 7gK ECl EK
Ligand-receptor binding Kd >> [L]rust
Rekenvoorbeeld EPO stimuleert vorming van rode bloedcellen uit erythroide progenitorcellen. Binding van EPO aan 100 EPO-receptoren volstaat voor dit effect. Kd van de receptor is 100 pM. Vraag: welke EPO-concentratie is nodig voor het stimuleren van een cel met 1000 EPO-receptoren? En een andere cel met 120 EPO-receptoren? Conclusie: het aantal receptoren per cel is bepalend voor de cellulaire reactie !
Signaalmoleculen binden aan tyrosine-fosfaat in geactiveerde receptor SH-2 Tyrosine-fosfaat: specifieke aandokplaats voor eiwitten- SH2-domein (src homology) - PTB-domein (phosphotyrosine-binding)
Signaaltransductie na cytokine-binding:2) STAT STAT: Signal Transducer and Activator of Transcription proteins Gebrek aan STAT5 anemie
Cytokine receptoren versusreceptor tyrosine kinasen (RTK) RTK Cytokine receptor Tyrosine kinase (JAK) gebonden aan receptor Tyrosine kinase domein maakt deel uit van receptor
Actief MAP-kinase stimuleert genexpressie SRE: serum response element SRF: serum response factor TCF: ternary complex factor Expressie van ‘early genes’* * >100 genen die een rustende cel ‘wakker schudden’ en doen prolifereren
Motorwerking: (2) ATP hydrolyse De boog wordt opgespannen!!!
Motorwerking: (5) ADP vrijgave En we zijn een stap verder!!!