280 likes | 381 Views
Nominaal versus reëel inkomen. Klik om verder te gaan. Hoe gebruik je deze uitleg?. Je kunt in deze presentatie ‘ bladeren ’ door de pijltjestoetsen te gebruiken. Vooruit ga je met de pijltjestoets (of ). Werk alle sheets en voorbeelden rustig door.
E N D
Nominaal versus reëel inkomen Klik om verder te gaan
Hoe gebruik je deze uitleg? • Je kunt in deze presentatie ‘bladeren’ door de pijltjestoetsen te gebruiken. • Vooruit ga je met de pijltjestoets (of ). • Werk alle sheets en voorbeelden rustig door. • Als je iets niet meteen snapt kun je terug gaan naar een vorige uitleg met de pijltjestoets (of ). Klik om verder te gaan.
Nominaal inkomen • Het nominaal inkomen is het inkomen uitgedrukt in geld. • Het is het geld in je portemonnee. • Je houdt nog geen rekening met prijzen en prijsstijgingen.
Reëel inkomen • Het reëel inkomen is het inkomen uitgedrukt in goederen (= KOOPKRACHT). • Het is de inhoud van je boodschappenmandje/karretje nadat je in de winkel boodschappen deed. • Je houdt rekening met prijzen en prijsstijgingen.
Nominaal versus reëel inkomen Voorbeeld 1
Nominaal versus reëel inkomen Voorbeeld 1
Nominaal versus reëel inkomen Voorbeeld 1
Nominaal versus reëel inkomen Voorbeeld 1 Conclusie: Het nominaal inkomen stijgt, het reëel inkomen daalt. De stijging van het nominaal inkomen (10%) < de inflatie (prijsstijgingen, 25%), daarom daalt het reëel inkomen (koopkracht).
Nominaal versus reëel inkomen Voorbeeld 2 +5%
Nominaal versus reëel inkomen Voorbeeld 2
Nominaal versus reëel inkomen Voorbeeld 2 De stijging van het nominale inkomen is +5% +5%
Nominaal versus reëel inkomen Voorbeeld 2 +5% +7,5%
Nominaal versus reëel inkomen Voorbeeld 2 De stijging van de inflatie is +7,5% NB: de inflatie is niet 129 – 120 = +9%. Je moet hier gebruiken, … de formule: (nieuw – oud) / oud x 100% +5% +7,5%
Nominaal versus reëel inkomen Voorbeeld 2 Conclusie: De stijging van het nominaal inkomen (+5%) < de inflatie (+7,5%), dus daalt het reëel inkomen. +5% +7,5%
Reële veranderingen berekenen Veranderingen in het reële inkomen moeten worden berekend met de formule: Afgekort:
Reële veranderingen berekenen Voorbeeld 2 (vervolg) Je maakt van een percentage een indexcijfer door er 100 bij op te tellen. De +5% wordt een index van 105 +5% +7,5%
Reële veranderingen berekenen Voorbeeld 2 (vervolg) Je maakt van een percentage een indexcijfer door er 100 bij op te tellen. De +7,5% wordt een index van 107,5 +5% +7,5%
Reële veranderingen berekenen Voorbeeld 2 (vervolg) +5% +7,5%
Reële veranderingen berekenen Voorbeeld 2 (vervolg) 100 ______ - Reële verandering - 2,33% +5% +7,5%
Reële veranderingen berekenen Voorbeeld 2 (vervolg) 100 ______ - Reële verandering - 2,33% Conclusie: koopkrachtdaling / geldontwaarding = 2,33% +5% +7,5%
Inkomen, inflatie en bevolkingsgroei Voorbeeld 3 Stap 1: Reële verandering bepalen:
Inkomen, inflatie en bevolkingsgroei Voorbeeld 3 Stap 1: Reële verandering bepalen:
Inkomen, inflatie en bevolkingsgroei Voorbeeld 3 Stap 1: Reële verandering bepalen: 100 ________ - Reële verandering +3,41% Conclusie: koopkrachtstijging = 3,41%
Inkomen, inflatie en bevolkingsgroei Voorbeeld 3 (vervolg) Stap 1: Conclusie was: koopkrachtstijging 3,41% Stap 2: Reële verandering per hoofd v.d. bevolking:
Inkomen, inflatie en bevolkingsgroei Voorbeeld 3 (vervolg) Stap 1: Conclusie was: koopkrachtstijging 3,41% Stap 2: Reële verandering per hoofd v.d. bevolking:
Inkomen, inflatie en bevolkingsgroei Voorbeeld 3 (vervolg) Stap 1: Conclusie was: koopkrachtstijging 3,41% Stap 2: Reële verandering per hoofd v.d. bevolking: 100 ________ - Reële verandering +2,39%
Inkomen, inflatie en bevolkingsgroei Voorbeeld 3 (vervolg) Stap 1: Conclusie was: koopkrachtstijging 3,41% Stap 2: Reële verandering per hoofd v.d. bevolking: 100 ________ - Reële verandering +2,39% Koopkrachtstijging per hoofd v.d. bevolking = +2,39%
Indexcijfers EINDE