1 / 44

Ons Melkwegstelsel

Ons Melkwegstelsel. Galactische coordinaten. Afstandsbepalingen (sterren). Parallax (verschilzicht) Spectra (HRD) afstandsmodulus (M – m) 0 = 5 log (d/10 pc) Cepheiden (heldere variabele sterren) Supernova Type Ia. Lichtkrachtfunctie zonsomgeving. Hipparcos.

ula
Download Presentation

Ons Melkwegstelsel

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Ons Melkwegstelsel

  2. Galactische coordinaten

  3. Afstandsbepalingen (sterren) • Parallax (verschilzicht) • Spectra (HRD) • afstandsmodulus • (M – m)0 = 5 log (d/10 pc) • Cepheiden • (heldere variabele sterren) • Supernova Type Ia

  4. Lichtkrachtfunctie zonsomgeving

  5. Hipparcos Lichtkrachtfunctie (paars Hipparcos)

  6. Figuur 2.3

  7. Massa-lichtkracht relatie

  8. Massafunctie

  9. Lichtkracht- en massafunctie Lichtkrachtfunctie: Present-day luminosity function: Initial mass function (Salpeter):

  10. Initial mass function

  11. Zware en lichte sterren

  12. Stergroepen Open sterrenhoop Pleiaden (M45) Bolhoop M3

  13. Open en bolvormige sterrenhopen h & χ Persei (~10 miljoen jaar)

  14. M67 (~5 miljard jaar)

  15. M80(~12 miljard jaar)

  16. Dwarsdoorsnede Melkweg

  17. Verschillende componenten Melkweg • Thin disk • - 95% sterren in schijf Melkweg • - alle OB (zware) sterren • - gas en stof • Bulge/nucleus • - verdikking in het centrum • Thick disk • - 5% sterren (oudere populatie) • Halo • - miljard sterren • - bolclusters • - donkere materie?

  18. Figuur 2.7 z

  19. Schaalhoogte

  20. Melkweg 21cm radiokaart

  21. Gas in de Melkweg

  22. Hoe neem je dit gas waar? • In zonsomgeving: een ster per 1000 pc3 • een atoom per cm3 • Absorptie van sterlicht • Emissie van straling • - geioniseerd gas (H II gebieden) • recombinatielijnen H (H) en He • - verboden lijnen • bijv. [O III] 5007 A • - fijnstructuur overgangen • O I lijnen 63 en 145 m • - hyperfijnstructuur overgangen • H I 21 cm lijn • - moleculaire lijnen • CO (1.3 en 2.6 mm), HCN, CS (H2 geen dipoolmoment) • - continuum straling (bijv. synchrotron straling)

  23. Afstandsmodulus open sterrenhopen (Trumpler 1930)

  24. Interstellaire extinctie (stof)

  25. Melkweg (2 micron)

  26. Verroding sterlicht

  27. Melkweg op verschillende golflengten

  28. Van radio- tot gammastraling (I) • Radio continuum (=75 cm): • straling relativistische electronen (geproduceerd door supernovae) • in galactisch magneetveld (paar G) • 21-cm lijnstraling: • straling H atomen in interstellaire gaswolken • Radio continuum (=12 cm): • straling heet (~10.000 K) geioniseerd H gas in H II gebieden • rond zware (OB) sterren • 2.6-mm lijnstraling: • straling van CO moleculen in interstellaire moleculaire wolken • Ver-infrarood (12 m blauw, 60 m groen, 100 m rood): • straling van door sterlicht verwarmde stofdeeltjes (30 – 300 K)

  29. Van radio- tot gammastraling (II) • Mid-infrarood ( = 6.8 – 10.8 m): • straling van complexe moleculen (aromatische koolwaterstoffen) • Nabij-infrarood (1.2 m blauw, 2.2 m groen, 3.5 m rood ): • straling van oude sterpopulatie (K-reuzen) relatief ongehinderd door • interstellaire extinctie • Optisch ( = 0.4 – 0.6 m): • licht van sterren en gasnevels, sterk beinvloed door extinctie • Rontgen (X-rays) (E = 0.25 keV rood, 0.75 keV groen, • 1.5 keV blauw): • straling van heet, geschokt plasma geproduceerd in supernovae • (interstellaire extinctie bij laagste energien) • Gamma straling (E > 300 MeV): • straling aangeslagen atoomkernen na botsingen met kosmische • straling (atoomkernen met relativistische snelheden)

  30. European Galactic Plane Surveys

  31. Galactische differentiele rotatie Sterren dichterbij het centrum van de Melkweg voltooien hun baan in kortere tijd dan sterren verder weg: l = 0 sterren halen Zon in l = 90 gelijke afstand tot centrum, houden dezelfde afstand tot de Zon en bewegen “opzij” l = 180 sterren blijven achter ten opzichte van de Zon  eigenbeweging

  32. IAU standard 1985

  33. Oort constanten

  34. Bepaling rotatiecurve V(R) Melkweg • Tangent point method (R<R0): • hoeksnelheid V/R neemt naar buiten • toe af • radiele snelheid is maximaal op zogenaamde tangent point

  35. Rotatiecurve

  36. Rotatiecurve van Melkwegstelsel Massa binnen R0 te berekenen: Gravitatiekracht = centrifugale kracht GM/R2 =v2(R)/R  M(R) = Rv2(R)/G

  37. Rotatiecurve van Melkwegstelsel Zon: R0=8.5 kpc v0=220 km/s Rotatietijd is 2R0/v0 = 240 m jaar Binnen R0 bevindt zich1 x 1011 Mzon  Donkere Materie

  38. Bewegingen rond het melkwegcentrum Opgave: binnen R=1pc ziet men v=10 ld per 10 jaar: Hoeveel massa bevindt zich hier ongeveer?

  39. Preciezere methode geeft voor centrum melkweg: zwart gat 3 miljoen Mzon Opgave: binnen R=1pc ziet men v=10 ld per 10 jaar: Hoeveel massa bevindt zich hier ongeveer? Centrale massa Antwoord: v = 10 ld/10 jaar = 1600 km/s, R = 1 pc = 3.1015 m M(R) = Rv2(R)/G M ~ 1.107 Mzon

  40. Interstellaire extinctiekromme R=AV/E(B-V) Mathis 1990 ARA&A 28, 37

  41. Bijdragen extinctie 1: 1/ (Mie) 0.1 micron 2: 1/4 (Rayleigh) kleinere deeltjes 3: grafiet/roet 4: kleine silicaat deeltjes (0.02 mu)

More Related