460 likes | 756 Views
Vorige week. Huiswerk dinsdag: P1.3 : opdr 10 t/m 17 + samenvattings-opdracht P1.4: Opdr 19 + 21 t/m 24 P2.1: opdr 2 t/m 7 + samenvattingsopdracht 3 a 5 opdrachtjes per paragraaf (waarvan jij vindt dat je daar meerwaarde aan hebt!!!). Korte terugblik. Gesteentecyclus.
E N D
Vorige week • Huiswerk dinsdag: P1.3 :opdr 10 t/m 17 + samenvattings-opdrachtP1.4: Opdr 19 + 21 t/m 24P2.1: opdr2 t/m 7 + samenvattingsopdracht • 3 a 5 opdrachtjes per paragraaf (waarvan jij vindt dat je daar meerwaarde aan hebt!!!)
Korte terugblik Gesteentecyclus
3 soorten verwering • Mechanische (fysische) verwering • Chemische verwering • Organogene (biologische) verwering
Verwering in plaatjes a: Gesteente breekt door druk- en trekkrachten in de aarde
Verwering in plaatjes a: Regenwater loopt in barsten. Daarin opgeloste stoffen lossen het gesteente op (chemische verwering door oplossing).b: Water dat in barsten bevriest, zet uit en duwt het gesteente uit elkaar (mechanische verwering door vorst).
Verwering in plaatjes • a: Gesteenten vallen uit elkaar b: Planten, (bodem)dieren, schimmels en bacteriën tasten het gesteente aan. (organogene verwering).c: Planten drukken het gesteente met hun wortels uit elkaar (organogene verwering).
Waar waren we ook al weer? paragraaf 2.1 en 2.2 (hoofdlijn) Paragraaf 2.1 • Soorten gesteenten • Verwering • Massabewegingen • Kringloop van het water Paragraaf 2.2 • Erosie en sedimentatie • Rivieren • IJs • Zee • Wind
Paragraaf 2.2 Afbraak en opbouw van het landschap • Verweringsmateriaal kan op verschillende manieren getransporteerd worden, namelijk; • Rivieren • Gletsjers • Zeeën • Wind • Deze transporterende en uitschurende werking noem je erosie. • Deze transporterende werking is niet eeuwig, op een gegeven moment leggen ze het materiaal neer, dit noem je sedimentatie.
1: Rivieren • Wat zijn nu eigenlijk rivieren? • Dat zijn ‘geulen’ die het overtollige water van de hydrologische kringloop vervoeren • En smeltwater afvoeren van de gletsjers • Twee begrippen zijn hierbij belangrijk: • Stroomgebied:Al het water (neerslag en/of smeltwater) dat afstroomt op de betreffende rivier • Waterscheiding:De plek die 2 stroomgebieden scheidt. Vaak is dit een gebergte of een wat hoger gelegen gebied!
Voorbeeld:Rijn en Maas • Wat is het stroomgebied van de rijn/maas? • Wat is de waterscheiding?
De meeste rivieren bestaan uit 3 zones • Bij rivieren kun je onderscheid maken tussen drie zones: • Bovenloop (erosie nadrukkelijk aanwezig) • Middenloop (transport de overhand en al gedeeltelijk sedimentatie) • Benedenloop (sedimentatie) • Stroomsnelheid is hierbij de bepalende factor.
Bovenloop: • Helling steil en rivierbedding nauw: rivier snijdt zich in, in het landschap; • V-vormige dalen
Middenloop: • Als de rivier in de middenloop beland krijgt het materiaal de kans om te bezinken, want de stroomsnelheid is niet meer zo hoog! • Allereerst de zware deeltjes (grind ed) tot het allerlichtste materiaal (aan het eind van de rivier) in de rivierdelta bezinkt/sedimenteert.
Benedenloop: • Meanderen • Puinwaaiers
Meanderende rivier • Fig 2.8 bekijken en bespreken. • Nederlanders houden niet van een veranderend rivierlandschap • Dus proberen ze de rivier vast te leggen dmv kribben. • PLUS: De stroomsnelheid word hoger, daardoor bodem uitgesleten en kan er dus meer waterverkeer passeren (ook in droge periodes).
Puinwaaiers • Waar veel sedimentatie plaatsvind bestaat de kans op zogenaamde puinwaaiers! • Voorbeeld: Po-delta • De meeste puinwaaiers komen altijd voor, aan het uiteinde van de rivier: Rivierdelta • Hierdoor groeien kusten aan.
Verschillende puinwaaiers • Delta: Komt van de Griekse letter delta, wat geschreven wordt met een driehoek.
Waar waren we ook al weer? paragraaf 2.1 en 2.2 (hoofdlijn) Paragraaf 2.1 • Soorten gesteenten • Verwering • Massabewegingen • Kringloop van het water Paragraaf 2.2 • Erosie en sedimentatie • Rivieren • IJs • Zee • Wind
Erosie en sedimentatie door: 2. IJs 3. Zee 4. Wind
2. Gletsjers (IJs) • Wat is een gletsjer? • Dik pak sneeuw, samengeperst tot ijs! • Er zijn 2 soorten gletsjers: 1. Alpiene /dalgletsjers • Veranderen het door de rivier gevormde V-dal in een U-dal. (zie fjorden). 2. Uitlopers van landijs.VB: Groenland/ Antartica
U-Dal • Een gletsjer schuift langzaam door zijn eigen gewicht naar beneden. Daarbij schuurt de gletsjer zijn eigen dal uit. Gletsjerdalen hebben een U-vorm, omdat de gletsjer niet alleen aan zijn onderkant uitschuurt, maar ook aan de zijkanten. • Die uitschurende werking is zo groot, omdat aan de randen van de gletsjer rotsenblokken, grind en zand in het ijs vastkomen te zitten en zo de uitschurende werking vergroten.
Voorbeeld U-dal • Het "hengende tverrdal" is een U-vormigdal.De gletsjer daar is nog niet zo lang gelden afgesmolten. De U-vorm van het dal is nog aanwezig.Het lager gelegen dal is een U-dal, maar een rivier is al een V-dal aan het vormen in het U-dal.
Kenmerken gletsjers • Op, in en onder het ijs zit veel verweringsmateriaal! • Dat wordt meegevoerd en ondertussen onder de grote druk geschuurd. [stel je voor: de gletsjer als bulldozer]. • Dit materiaal heet, als het is neergelegd; morene • Zijmorene (aan de zijkant van de gletsjer) • Eindmorene (aan het eind van de gletsjer)
Stenen, die door gletsjers (onder invloed van zwaartekracht) worden meegevoerd, breken en slijten af • a: Stenen schuren over de rotsbodem, zowel de stenen als de rotsbodem slijten af. b: De gletsjer kan zelfs grote stukken steen uit de rotsbodem opdrukken en meevoeren.
De laatste 2,5 miljoen jaar • Afwisselend koude en warme perioden • Zogenaamde glacialen en interglacialen • Momenteel warme periode • Maar volgend glaciaal komt er aan!
3: Zeeën • De zee zorgt ook voor erosie en sedimentatie • Bijvoorbeeld bij kliffen kliferosie. • Sedimentatie vind ook plaats, bijvoorbeeld aanslibbingskusten waddenzee. • Dit vormt nieuw land en er kunnen duinen gevormd worden
4. Wind • De uitschurende werking van wind noem je deflatie • In aride gebieden speelt de wind een grote eroderende rol. (wind vrij spel). • Zwaarste materiaal slaat neer als eerste, licht materiaal kan kilometers worden meegevoerd. • Sedimentatie van wind noem je eolische sedimentatie
Voor nu: • Pw plannen • Ga aan de slag met opdrachten van p 2.2 • Opdr 8 t/m 11 + 20 t/m 22 + samenvattingsopdracht + slotopdracht • Huiswerk voor maandag 02 april