390 likes | 800 Views
Vorige les (7/11/2005). Doelstellingen leerstof WN WN – GEWW Invloed op WN Waarnemingsproces (4 fasen) Functies van WN Allerlei vbn …. Beïnvloedende factoren. Deze les (14/11/2005). Kenmerken van WN WNdrempels Psychologische en subjectieve factoren die ons WN beïnvloeden
E N D
Vorige les (7/11/2005) • Doelstellingen leerstof WN • WN – GEWW • Invloed op WN • Waarnemingsproces (4 fasen) • Functies van WN • Allerlei vbn ….
Deze les (14/11/2005) • Kenmerken van WN • WNdrempels • Psychologische en subjectieve factoren die ons WN beïnvloeden • Organisatieprocessen (gestaltpsych.) van de WN Vbn uit consumentenpsychologie
Kenmerken van WN – 1 (p. 8) • ZT passen zich aan, merken vooral veranderingen op • WN = relatief • WN = selectief • Absolute drempel: • drempel VOOR er iets wordt waargenomen • de minimumkracht (of intensiteit) die een stimulus moet hebben om opgemerkt te worden
Kenmerken van WN – 2 (p. 8) • Differentiële drempel: • onderscheidingsdrempel tussen prikkels • hoe sterk twee stimuli in intensiteit moeten verschillen om opgemerkt te worden. • Geleidelijke veranderingen worden moeizaam waargenomen • WN = vatbaar voor beïnvloeding
Invloed van psych.factoren (p. 7) = factoren die onze manier van kijken beïnvloeden!! • Merk jij ‘brommerwinkels’ op? • Hoor jij op de radio iets vermelden over voetbal? • Weet jij of er het voorbije weekend een jumping in Brussel is geweest? • Vinden jullie deze les allemaal tof? • ….
Aandacht opvallendheid behoeften interesses persoonlijke smaak gevoelens uit ons geheugen Voorkennis Context en verwachtingspatroon Gewoonten Verlangens Sociale factoren Verwachtingspatroon Weneffect Irritatie-effect Psychologische factoren en consumentenpsychologie
Opvallendheid Behoeften, smaak, verlangen Gevoelens …
Gewoonten: Stroopeffect You begin to slow down because your mind becomes confused. Your brain can recognise the word faster than it can remember the name of the colour ….
blootstelling aandacht interpretatie Opfrissing: de waarneming Is het proces waarbij het individu … • wordt blootgesteld aan informatie • aandacht schenkt aan deze informatie • de informatie tracht te begrijpen = verwerken van de binnenkomende informatie (= top down) Invloed????
Consumentenpsychologie en blootstelling • De consument ontvangt informatie langs zijn zintuigen. • Selectieve blootstelling: consumenten beslissen actief aan welke informatie ze willen blootgesteld worden • bv. hoe krijg je de klant in je winkel? • AIDA(S)
Consumentenpsychologie en blootstelling (vervolg) • WNdrempels: • niet alle sensorische informatie wordt opgemerkt • Zie: absolute drempel: het laagste niveau van stimulatie dat kan opgemerkt worden • vbn: kort gepresenteerde visuele S, intensiteit van geluid van reclamespots (vs dat van normale tv-uitzending), verwerken van seksueel getinte woorden/beelden in reclame (in rookwolkjes, blokjes ijs, water, gras, ….)
Selectieve aandacht: focussen op beperkte hoeveelheid informatie om met beperkingen om te gaan. Selectieve perceptie = selectief blootstellen, selectief interpreteren, selectief onthouden, selectief doorgeven Komt tot uiting in: Plaats van advertenties (hoog-laag, vooraan, ooghoogte …) Soort advertenties Onverwachte, nieuwe … Consumentenpsychologie en aandacht
Consumentenpsychologie en interpretatie • De consument organiseert en interpreteert de informatie om er betekenis aan te verschaffen. • Stimulusorganisatie: onze hersenen verbinden binnenkomende wn aan informatie die we al eerder in ons geheugen hebben opgeslagen
Consumentenpsychologie en interpretatie (2) Deze advertenties voor Beka (matrassen …) roepen meteen het beeld van een dier op, niettegenstaande er alleen gebruik wordt gemaakt van menselijke figuren (uiteraard trekt het ook de aandacht ….)
Consumentenpsychologie en interpretatie (3) • Het interpretatieproces gebeurt aan de hand van een aantal fundamentele organisatieprincipes (gestaltwetten). • ‘Closure’: een toestand waarin mensen onvolledige beelden zien als volledig.
Consumentenpsychologie en interpretatie (4) • ‘groepering’: mensen hebben de neiging om zaken die fysiek dicht bij elkaar staan, als gelijkaardig te beschouwen. ‘Er is intelligent leven op aarde ….’
Voorkennis Invloed van psych.factoren
Invloed van psych.factoren • Context en verwachtingspatroon Waarneming van relaties: Halo effect Horn effect
Taak van de hersenen bij WN (p. 10) • Top down informatie toevoegen, bewerken van de binnenkomende prikkels • Selecteren • Actief proces • Relatief en subjectief proces • Wegfilteren en toevoegen om tot aanvaardbaar geheel te komen • Beslissen op basis van binnenkomende informatie
Beweging, verandering Intensiteit Herhaling Grootte Veranderende reclameborden Volume (radio) bij verkeersmeldingen Teasers, actiecomm. in allerlei media Grote borden …. Factoren in de prikkel die WN beïnvloeden
Factoren in prikkel die tot foute WN kunnen leiden (p. 12) • Verhouding figuur-achtergrond, opvallende zaken, bewegende zaken, camouflage-effecten, ….
Organisatieprocessen van de WN • = gestaltpsychologie (< cognitieve psychologie) • (ook: gestalttherapie) • Begrijpen, interpreteren van resultaat. Wat vormt één object, wat is achtergrond? Wat is het object dat ik zie? • 3 wetten in gestaltpsychologie: • Figuur-achtergrond waarneming (of: alternerende gestalten) • Geheel is meer en anders dan som van de delen • Groeperingswetten
Gelijkheid X O X O X X O X O X X O X O X X O X O X X X X X X O O O O O X X X X X O O O O O Ook met auditieve stimuli (bijv. toonreeksen) Ook met natuurlijke stimuli: Muziek Spraak Automatische neiging tot groepering (tikken klok) Vreemde spraak: geen pauzes horen Wet 3: groeperingswetten
Nabijheid X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X Goede voortzetting Auto achter omheining Iemand die achter bus doorloopt
Evaluatie gestaltpsychologie: • Vertellen ons WAT we zien als bij elkaar horend (vaas, gezichten, gelijke kruisjes, …) • Maar: vertellen niet hoe we HERKENNEN: waarom zien we bv een banaan en niet een komkommer?