Afra Veken en Gerard Beukeveld

1. Afra Veken en Gerard Beukeveld Westfries Gasthuis Afdeling: KCL

2. Probleemgericht aanvraagformulier

3. Allergie • Allergie:immunologische reactie gericht tegen vreemd (niet infectieus) materiaal (allergeen) • Soms is deze reactie overdreven of ongericht en schiet het zijn doel voorbij. • Dit leidt tot ontsteking, weefselschade en soms de dood. • Intolerantie: berust op een enzymdefect of overgevoeligheid • Aversie: psychologische afkeer rook koude lucht water galactose Spruitjes kaas

4. Prevalentie allergie en overgevoeligheid • Kinderen 21% • Tieners 26% • Volwassenen 36-47% • Trend is stijgende Allergie 2 – 5%

5. Overgevoeligheid en allergie Darmen worden steeds rijper en er komen meer immuunglobulinen. Darmen zijn daardoor minder gevoelig voor lichaamsvreemde stoffen Als voorbeeld: na enkele jaren verdwijnt koemelkintolerantie

6. Johannes 3 maanden oud • Meteen vanaf de geboorte heeft Johannes last van de voeding en dit laat hij duidelijk merken. • De huisarts laat alleen voedselallergie testen uitvoeren is dit juist?

7. Atopische (erfelijke) invloed • Geen allergie in de familie 5-15% kans • een van de ouders 25-35% kans • beide ouders 40-60% kans • met identieke symptomen 50-70% kans

8. Allergenen creëren problemen als • Zij het menselijk lichaam binnen dringen via: lucht, voedsel of de huid • het lichaam hier immunologisch op reageert via 1 van de 4 typen allergische reacties • een orgaan hyperactief is zoals: long, neus, huid, mond, darmen, enz

9. 4 Typen Immunologische Reacties bij Allergie • Type I Mestcel-degranulatie door IgE • Type II Cytotoxiciteit door IgG en IgM • Type III Immunologische complexen door IgG • Type IV Cellulair door lymfocyten, contacteczeem

10. Type I Mestceldegranulatie door IgE en allergeen • Bij eerste contact allergeen wordt een IgE antistof gevormd. • Deze hecht zich aan basofiele granulocyten en mestcellen. Hierdoor is de patient gesensibiliseerd (jaren lang!) • Bij tweede contact met allergeen hecht deze zich aan de mestcel. Deze barst open en scheidt stoffen uit. • Dit leidt tot vasodilatie, hypotensie, contractie gladde spieren, produktie van slijmen, oedeem, jeuk, acute urticaria, en soms een fatale anafylactische shock

11. Sensibilisatie

12. Sensibilisatie Reactie Allergeen B Cel Clinische Effecten asthma eczema hooikoorts anafylaxisch Antigeen Presentatie IgE T Helper Cel Mediatoren Mechanisme type I allergiereacties

13. Type I Mestcel-degranulatie • Tijdsduur eerste reacties 10 - 20 minuten • Dan chemotaxe van witte bloedcellen, met name eosinofiele granulocyten. • Deze eosinofielen zijn geactiveerd en daardoor toxisch voor epitheel en luchtwegen, zenuwuiteinden, enz. • Door de beschadiging die zij aanrichten versterken zij de allergische reactie. • Deze late reactie duurt uren

14. Immuunglobulinen

15. Anamnese: IgE-allergeen mestcel-degranulatie • Berust meestal op erfelijk aanleg (atopisch) • Longen: piepen/hoesten/kortademigheid in rust of bij inspanning • Neus: niezen/loopneus/verstopte neus/jeuk • Ogen: gezwollen oogleden/jeuk/branderigheid/ tranenvloed/roodheid • Huid: zwellingen/jeuk/uitslag/wonden • Keel: pijn/veelvuldig schrapen/slijm opgeven • Darmen: diarree/braken/buikpijn

16. Atopische Allergenen • Stuifmeel mos, varens, bloeiende bomen, grassen en bloemen • Schimmels Aspergillus, Penicilinium • Athropoden kakkerlakken, mijten • Dieren hond, kat, konijn, paard • Voedsel zeevoedsel, groente, fruit, koemelk, noten en vruchten Meer plantaardige dan dierlijke eiwitten en suikers veroorzaken een allergie

17. Inhalatie allergenen • Pollen. • Schimmels. • Dier producten. • Stof. • Algen.

18. Kruisreactiviteit • Hazelnoot en berkenpollen gaan samen • Berkenpollen en appels • Latex, banaan, kiwi en ficus benjamins • Boekweit en kastanje (poffertjes) Appel en appelmoes geven niet altijd dezelfde allergie

19. Hannes 4 jaar • Hannes heeft de laatste weken last van zijn neus, die loopt. • Daarnaast krijgt hij prikkels in zijn mond als moeder hem een appel geeft. • Na een maand is de loopneus over maar Hannes weigert appels te eten. • Welke aanvullende allergietesten laat de huisarts uitvoeren?

20. Atopische Allergie

22. Allergeen klassifikatie • Allergenen worden ingedeeld aan de hand van binnentreding lichaam: • inhalatie. • voeding. • kontakt. • Injectie.

23. Diagnose dan preventieve maatregelen • Atopisch, seizoen, periode (weekend vakantie), plaats (binnen of buiten), snelheid (kwartier bij inhalatie, bij voedsel na 3-4 uren en expositie kan 8 uren duren) vochtigheid, dieren, beroep, genotsmiddelen, hobby’s, medicatie, kruisreactiviteit (noten voedselallergeen vertoont kruisreactiviteit met berken inhalitie-allergeen) • Kriebel, roodheid, rode ogen, loopneus, niesbuien, benauwdheid, enz.

24. Boom-pollen

25. Dermatophagoïdes pteronissinus ,(D1)

28. Type IV Allergisch contact-eczeem door lymfocyten • Na contact via de huid ontstaan 12-48 later eczeemreacties. • Deze sensibilisatie blijft jaren bestaan • Beroepsziekten • epoxyharsen • emersie olie • latex • cement

29. Parfum Overgevoeligheid

30. Nikkel Overgevoeligheid

31. Rubber contact

32. Johan is ruim 20 jaar schilder • De laatste tijd heeft Johan rode vlekken op zijn hand en armen, die behoorlijk jeuken. • Deze jeuk treedt op als hij met de nieuwe verven heeft gewerkt. • Met de rode vlekken en ernstige klachten komt hij bij de huisarts. • Aan welk type allergie lijdt Johan?

33. Onderzoek • Laboratorium: • Eosinofiele granulocyten • IgE totaal • IgE groepstesten • IgE specifiek • Huidtesten

35. Probleemgericht aanvraagformulier