140 likes | 461 Views
Bloedgroepen. De bloedgroep = gen op chromosoom 9 . Er zijn drie verschillende allelen en dus 4 types Allel A (B) zorgt voor glycoproteïne A (B) op het membraan vd rode bloedlichaampjes. Bij allel O (recessief) wordt geen glycoproteïne aangemaakt.
E N D
De bloedgroep = gen op chromosoom 9. • Er zijn drie verschillende allelen en dus 4 types • Allel A (B) zorgt voor glycoproteïne A (B)op het membraan vd rode bloedlichaampjes. • Bij allel O (recessief) wordt geen glycoproteïne aangemaakt.
Het bloedplasma bevat proteïnen of ANTISTOFFEN die kunnen reageren met lichaamsvreemde antigenen (agglutinatie). http://www.bioplek.org/animaties/afweer/bloedgroep.html
Bloedklontering of agglutinatie kan optreden tussen antigenen vd donor en antistoffen van de acceptor. • Bij de afbraak van de bloedklonters ontstaat bilirubine. De lever en de nieren kunnen die stof nauwelijks verwerken met vaak de dood tot gevolg. • Transfusieschema
Bloedgroep AB = universele acceptor want heeft als acceptor geen antistoffen geen agglutinatie • Bloedgroep O = universele donor want heeft als donor geen antigenen geen agglutinatie