480 likes | 630 Views
Syntaxis 1. Inleiding: Combinaties. Combinaties op verschillende niveaus: Lettergrepen als combinaties van fonemen. (College 3,4) Woorden als combinaties van morfemen. (College 5). Inleiding: Syntaxis. Syntaxis : de combinaties van woorden tot woordgroepen en zinnen. Twee betekenissen:
E N D
Inleiding: Combinaties Combinaties op verschillende niveaus: • Lettergrepen als combinaties van fonemen. (College 3,4) • Woorden als combinaties van morfemen. (College 5)
Inleiding: Syntaxis • Syntaxis: de combinaties van woorden tot woordgroepen en zinnen. • Twee betekenissen: • Als deelsysteem van ons taalvermogen • Als discipline binnen de taalkunde
Inleiding: Colleges • 13 mei: Inleiding, structuur, bomen, herschrijfregels, kenmerken • 15 mei: Processen, transformaties, afhankelijkheden • 22 mei: Formele modellen en grammatica’s • 27 mei: Parsing (Ontleden)
Inleiding: Practicum • Computerpracticum 13 mei: een implementatie d.m.v. Definite Clause Grammars van congruentie.
Inleiding: Literatuur • Hoofdstuk 4: kernliteratuur voor de eerste week • Hoofdstuk 8, 9, 12: achtergrondliteratuur voor de tweede week • Hoofdstukken 11, 15, 27: illustraties van computationele toepassingen
Inleiding: Dit college • Syntactische verschijnselen • Syntactische doelstellingen • Syntactische constituenten • Syntactische categorieën • Syntactische structuren • Syntactische regels • Syntactische kenmerken
Syntactische verschijnselen • Syntaxis is de moderne pendant van de traditionele grammatica: • zinsbouw • woordsoorten (werkwoord, lidwoord, …) • zinsdelen (onderwerp, persoonsvorm, …) • redekundig en taalkundig ontleden • Maar er zijn belangrijke verschillen.
Syntactische verschijnselen • Patronen van (on)grammaticaliteit Jan at een boterham Jan at Jan verorberde een boterham * Jan verorberde * Jan smulde een boterham Jan smulde • Transitief en intransitief
Syntactische verschijnselen • Goed of fout? Hun doen maar wat Een aantal studenten zijn afgevallen • Voor iedereen ongrammaticaal: *Hem doet maar wat *Een van de studenten zijn afgevallen • Congruentie en naamval
Syntactische verschijnselen • Wat betekent deze zin: oude mannen en vrouwen eerst! • En deze zin: Jan zag de man met de verrekijker • Structurele ambiguïteit
Syntactische verschijnselen • Jan zag de man met de verrekijker • *Jan zag wie? • *Jan zag de man hoe? • *Wie Jan zag? • *Hoe Jan zag de man met de verrekijker? • Wie zag Jan? • Hoe zag Jan de man met de verrekijker? • Verplaatsing en afhankelijkheden
Syntactische verschijnselen • Parafrases Romeo kust Julia Julia wordt door Romeo gekust • Actieve en passieve zinnen, met ruwweg dezelfde betekenis.
Syntactische verschijnselen • Jan vond de sleutel • Jan vond de sleutel van de deur • Jan vond de sleutel van de deur van de garage • Jan vond de sleutel van de deur van de garage van de limousine • Recursie en oneindigheid
Syntactische doelstellingen • De onbewuste kennis (competence) van een taalgebruiker karakteriseren. • Het oneindige, grammaticale gebruik van eindige middelen (in dit geval woorden) • Descriptief en niet prescriptief.
Syntactische doelstellingen • Een expliciete karakterisering geven van de taalkennis, door middel van precieze, formele regels. • Generatieve grammatica (Chomsky) • Een definitie van de verzameling grammaticale zinnen en woordgroepen
Syntactische doelstellingen • Verschillen en overeenkomsten tussen talen verantwoorden in één universeel regelsysteem. • Wie zag Jan? - *Jan zag wie? - *Wie Jan zag? • Jan aliona nani? - *Nani Jan aliona? - *Nani aliona Jan? (Swahili) • Universele Grammatica
Syntactische constituenten • Een zin is nooit een platte rij woorden, maar heeft een bepaalde opbouw, structuur. • Vergelijk dit met de structuur die we zagen bij lettergrepen (fonologie) en woorden (morfologie).
Syntactische constituenten • Wat betekent deze zin: oude mannen en vrouwen eerst! • En deze zin: Jan zag de man met de verrekijker • Structurele ambiguïteit
Syntactische constituenten • Woorden vormen met elkaar constituenten = woordgroepen = phrases. • [ oude mannen ] en vrouwen • oude [ mannen en vrouwen ] • Een constituent kan worden aangegeven met rechte haken.
Syntactische constituenten • Jan zag de man met de verrekijker • Jan [ zag de man ] met de verrekijker • Jan zag [ de man met de verrekijker ] • Een constituent gedraagt zich als een eenheid voor bepaalde syntactische verschijnselen (en zo kunnen we een constituent ook motiveren).
Syntactische constituenten • Jan zag [ de man met de verrekijker ] • Het was [ de man met de verrekijker ] die door Jan gezien werd • Jan zag [ hem ] • Wie zag Jan? [ de man met de verrekijker ]
Syntactische constituenten • Maar er zijn meer constituenten: • de verrekijker • met de verrekijker • man met de verrekijker • de man met de verrekijker • zag de man met de verrekijker • Jan zag de man met de verrekijker
Syntactische constituenten Jan zag de De constituenten van een zin kunnen worden aangegeven door middel van een boomstructuur. man met de verrekijker
Syntactische constituenten • Wat is de constituentenstructuur van de andere interpretatie van Jan zag de man met de verrekijker?
Syntactische constituenten Jan met zag de de man verrekijker
Syntactische constituenten • Discussie over de juiste boom is mogelijk: • mannen en vrouwen • welke drie structuren zijn mogelijk? • welke argumenten kun je bedenken voor de structuur [ mannen [ en vrouwen ]]?
Syntactische categorieën • De woorden van een taal vormen niet één grote homogene verzameling, maar er zijn woordsoorten, categorieën, parts of speech.
Syntactische categorieën • Noun, nomen, substantief, zelfstandig naamwoord • mannen, vrouwen, Jan, man, verrekijker • Afgekort als N
Syntactische categorieën • Verb, werkwoord • ziet, at, verorberde, smulde, doen, zijn, zag, kust, gekust, doet, afgevallen, is • Afgekort als V
Syntactische categorieën • Adjective, adjectief, bijvoeglijk naamwoord • oude, vriendelijk, allervriendelijkste • Afgekort als A
Syntactische categorieën • Preposition, prepositie, voorzetsel • met, door, van • Afgekort als P of Prep
Syntactische categorieën • Art(icle), lidwoord: de, het, een • Determiner: ruimer begrip, ook woorden als elke, deze, welke, … • Afgekort als Det of D
Syntactische categorieën • Conjunction, conjunctie: nevenschikkend voegwoord (en, of), afgekort als Conj of C • Complementizer: speciale term voor onderschikkend voegwoord (dat, of), afgekort als Comp of C • Voorbeelden van twee soorten of?
Syntactische categorieën • Maar dit zijn alleen nog maar categorieën van woorden. • Ook constituenten behoren tot een bepaalde categorie. • Zinnen horen bijvoorbeeld tot de categorie S (van sentence).
Syntactische categorieën • Categorieën van phrases: • NP (Noun Phrase): Jan, de verrekijker, de man met de verrekijker, oude mannen en vrouwen • VP (Verb Phrase): ziet de man met de verrekijker • PP: met de verrekijker • AP: oude, heel oude
Syntactische categorieën • Let op: Jan is een N, maar het fungeert in z’n eentje ook als NP • Datzelfde geldt voor oude: een A en tegelijk een AP. • Eén woord kan in z’n eentje een woordgroep zijn.
Syntactische structuren • Met categorieën kunnen we onze boomstructuren nog wat informatiever maken. • Wat we dan krijgen is een phrase structure (tree) of constituent structure (tree). • Elke knoop heeft een categorielabel.
Syntactische structuren S NP VP NP N V Det N PP Jan zag de man met de verrekijker
Syntactische structuren PP NP P Det N met de verrekijker
Syntactische regels • ‘Formules’ om zinnen mee te maken. • A B C • A bestaat uit B en C • C volgt op B • S NP VP
Syntactische regels S S NP VP VP V NP NP VP NP Det N PP NP N V PP P NP Det N PP Jan zag de man met de verrekijker NP N N Jan V zag
Syntactische regels • S NP VP is een herschrijfregel of phrase structure rule • Een kleine herschrijfgrammatica S NP VP N man | vrouw NP Det N Det de VP V NP V ziet | kust • De grammatica genereert een kleine taal.
Syntactische regels • Derivatie: de stapsgewijze productie van een rijtje woorden (en tegelijk een boom) door een grammatica. • De vrouw kust de man
Syntactische regels S startsymbool NP VP door S NP VP Det N VP door NP Det N de N VP door Det de de vrouw VP door N vrouw de vrouw V NP door VP V NP de vrouw kust NP door V kust de vrouw kust Det N door NP Det N de vrouw kust de N door Det de de vrouw kust de man door N man
Syntactische kenmerken • Stel dat we ook meervouden willen: De vrouwen kussen de man • Waarom werkt dit niet? S NP VP NP Det N Det de VP V NP V ziet | zien | kust | kussen N man | vrouw | mannen | vrouwen
Syntactische kenmerken • Kenmerken toevoegen om fijnere onderscheidingen te maken S NPsg VPsg S NPpl VPpl NPsg Det Nsg NPpl Det Npl Det de VPsg Vsg NP VPpl Vpl NP Vsg ziet | kust Vpl zien | kussen Nsg man | vrouw Vpl mannen | vrouwen
Syntactische kenmerken • Een DCG (Definite Clause Grammar) is een Prolog-versie van een herschrijfgrammatica. • Je kunt zelf je grammatica’s schrijven. • Kenmerken kunnen dankzij (Prolog-) variabelen veel mooier dan op de vorige slide.