1 / 15

Lenzen

Lenzen. Voor het beste resultaat: start de diavoorstelling. Lichtbreking. Convergerende werking: het licht breekt naar de hoofdas (de lens is positief) Divergerende werking: het licht breekt van de hoofdas weg (de lens is negatief). Brandpuntsafstand.

agatha
Download Presentation

Lenzen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Lenzen Voor het beste resultaat: start de diavoorstelling

  2. Lichtbreking Convergerende werking: het licht breekt naar de hoofdas (de lens is positief) Divergerende werking: het licht breekt van de hoofdas weg (de lens is negatief)

  3. Brandpuntsafstand Brandpuntsafstand (f): de afstand van optisch midden (O) tot brandpunt (F) Brandpunt: de plaats waar alle lichtstralen samenkomen als een evenwijdige lichtbundel op de lens valt

  4. Eenheid: dioptrie (dpt) Symbool: Lenssterkte De sterkte waarmee een lens licht breekt De eenheid dioptrie wordt soms ook als m-1 geschreven.

  5. Beeld- en voorwerpsafstand Beeldafstand (b): de afstand van optisch midden (O) tot het beeld Voorwerpsafstand (b): de afstand van optisch midden (O) tot het voorwerp

  6. Constructiestralen tekenen (1) a) Een lichtstraal evenwijdig aan de hoofdas gaat na breking door het brandpunt aan de andere kant van de lens b) Een lichtstraal gaat recht door het optisch midden c) Een lichtstraal door het brandpunt aan dezelfde kant, gaat na breking evenwijdig aan de hoofdas verder d) De lichtbundel die door breking naar het beeldpunt gaat, is over de hele breedte van de lens. Alle lichtstralen gaan naar het beeldpunt. Hiervoor had je de constructiestralen nodig. + Deze tekening geldt als: v>f bij een positieve lens

  7. Constructiestralen tekenen (2) a) Een lichtstraal evenwijdig aan de hoofdas gaat na breking door het brandpunt aan de andere kant van de lens b) Een lichtstraal gaat recht door het optisch midden c) Een lichtstraal vanuit het brandpunt aan dezelfde kant, gaat na breking evenwijdig aan de hoofdas verder d) Het beeld is virtueel en de lichtstralen lijken vanuit een ander punt te komen. Dit punt is het beeldpunt. Hier ontstaat het beeld. + Deze tekening geldt als: v<f bij een positieve lens

  8. Constructiestralen tekenen (3) a) Een lichtstraal evenwijdig aan de hoofdas komt na breking vanuit het brandpunt aan dezelfde kant van de lens b) Een lichtstraal gaat recht door het optisch midden c) Een lichtstraal naar het brandpunt aan de andere kant, gaat na breking evenwijdig aan de hoofdas verder d) Het beeld is virtueel en de lichtstralen lijken vanuit een ander punt te komen. Dit punt is het beeldpunt. Hier ontstaat het beeld. _ Deze tekening geldt bij een negatieve lens

  9. Lenzenformule Gebruik SI-eenheden!!

  10. Vergroting Vergroting heeft geen eenheid. Bijvoorbeeld bij een vergroting van 3x geldt: N = 3 Een verkleining is een breuk. Bijvoorbeeld bij een verkleining van 2x geldt: N = 0,5

  11. Fotocamera’s • Camera obscura: camera zonder lens • Klassiek toestel • Diafragma • Sluiter • Film • Lens (S = ± 20 dpt) • Digitaal toestel • Resolutie (aantal pixels is van belang)

  12. Lenzen in fotocamera’s Complexe lenzen Groothoeklens: f is klein Standaardlens: f = 50 mm Telelens: f is groot

  13. Het oog (1) Pupil: het diafragma van je oog Ooglid: de sluiter van je oog Netvlies: de film/sensor van je oog

  14. Het oog (2) Accommoderen: het vergroten van de sterkte van je ooglens Verziendheid: je ooglens is dan te plat Bijziendheid: je ooglens is dan te bol Oudziendheid: je oogspieren zijn te slap om voldoende te accommoderen

  15. Het oog (3) Nabijheidspunt: het punt waarop je de kortste afstand hebt waarbij je scherp kunt zien Vertepunt: het punt waarop je de grootste afstand hebt waarbij je scherp kunt zien

More Related