1 / 31

Bloedsomloop

Bloedsomloop. Rode kleur: met veel zuurstof = zuurstofrijk Blauwe kleur : met veel koolstofdioxide = koolstofdioxiderijk Volwassene: 5 a 6 liter bloed. Bloedvaten. 3 verschillende typen Slagaders Aders Haarvaten. slagaders  bloed stroomt van het hart af haarvaten

anahid
Download Presentation

Bloedsomloop

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Bloedsomloop Rode kleur: met veel zuurstof = zuurstofrijk Blauwe kleur : met veel koolstofdioxide = koolstofdioxiderijk Volwassene: 5 a 6 liter bloed

  2. Bloedvaten 3 verschillende typen • Slagaders • Aders • Haarvaten

  3. slagaders  bloed stroomt van het hart af haarvaten aders  bloed stroomt naar het hart toe Bloedvaten H A A R V A T E N A D E R S L A G A D E R

  4. Waar ligt je hart? In het midden van de borstholte-de punt is naar links-voor gericht

  5. Uitwendige bouw van het hart kransslagaders R L Blauw = zuurstofarm bloed Rood = zuurstofrijk bloed

  6. bovenkant linkerboezem rechterboezem Onderkant linkerkamer rechterkamer Kleppen Hartkleppen : 2x Slagaderkleppen : 2x Het hart(Je kijkt altijd vanuit de persoon )

  7. Kleppen zorgen voor éénrichtingsverkeer in het hart Slagaderkleppen Waar ? ingang slagaders Hartkleppen: Waar ? tussen boezem en kamer

  8. Schematische tekening v/h hart hersenen aorta longen longslagader(s) longaders onderste en bovenste holle aders linkerboezem linkerkamer rechterboezem rechterkamer lichaam

  9. De werking van het hart boezems trekken zich samen en persen het bloed in de kamers ( 0,1 s ) kamers trekken samen en persen het bloed in de aorta (rood) en in de longslagader(s) (blauw) (0,4 s ) rustperiode voor het hele hart ( 0,4 s ) passieve vulling van de boezems = 70 hartslagen / min

  10. BloedsomloopHoe stroomt het bloed in de kleine bloedsomloop? • Kleine bloedsomloop: • bloed uit rechterkamer • longslagader naar longen • longblaasjes / haarvaten: zuurstof in bloed, koolzuurgas uit bloed • bloed via longader terug naar het hart: linkerboezem

  11. BloedsomloopHoe stroomt het bloed in de grote bloedsomloop? • Grote bloedsomloop: • bloed uit linkerkamer • lichaamsslagader of aorta • bloed naar organen, hersenen en spieren • zuurstof uit bloed, afvalstoffen erin • bloed via aders naar rechterboezem

  12. De bloedsomloop 1. Bovenste holle ader 2. Hersenen 3. Longslagader 4. Longen LB LK 5. Onderste holle ader RB RK 6. Longaders 7. Lever 8. Aorta of lichaamsslagader poortader 9. Nieren 10. Hart 11. Onderlichaam (dij) 12. Maag - darmkanaal

  13. Tekenregels • Naam : type : schematisch • Klas : Titel: bloedvaten ader en slagader Datum : Vergroting 40 of 100x ______________________________________________________ • Dit ga je doen: Maak een schematische tekening van de bloedvaten • Werk netjes • Teken met potlood • Teken groot ;minimaal 2/3 van je tekenblad • Benoem de namen van de verschillende onderdelen • Horizontale verbindingslijnen

  14. glasstaaf snede 1 snede 2 Afbeelding 1 Snede bij stap 4 Afbeelding 2 Snede bij stap 7

  15. Vergelijking slagaders – aders - haarvaten

  16. Neem het volgende schema over en vul in. Gebruik daar bij • Bij 1 : naar het hart toe – van het hart af • Bij 2 : hoog - laag • Bij 3 : dun, weinig elastisch – dik, stevig, elastisch • Bij 4 : regelmatig (niet kloppend) – kloppend • Bij 5 : meestal diep in het lichaam - meestal minder diep in het lichaam • Bij 6 : vrijwel overal kleppen – alleen halve maanvormige kleppen Slagader Ader • Stroomrichting ......... ......... • Bloeddruk ......... ......... • Wand ........ ......... • Bloedstroom ......... ......... • Ligging ......... ......... • Kleppen ......... .........

  17. De bloedcellen

  18. Bloed • Rode bloedlichaampjes: • Rood van kleur • Vervoeren zuurstof • Witte bloedcellen: • Bescherming tegen infecties: bacteriën, virussen • Afweersysteem • Bloedplaatjes: • Stoppen bloeden van wond  korstje

  19. Bloedgroepen

  20. + Anti-B + Anti-A geen Anti + Anti-A en Anti-B De rode bloedcellen van de mens hebben bloedfactoren.

  21. DUS ...Aan rode bloedcellen kan antigeen A en/of antigeen B zitten • Bloedgroep : A B AB O (nul) • Antigeen aan rode bloedcel : A B A en B - • Antistof in bloedplasma : anti-B anti–A geen anti-A en anti-B

  22. Bloedtransfusie = het overbrengen van bloed van een donor naar een ontvanger • Donor : geeft bloed met daarin alleen rode bloedcellen aan de rode bloedcel kunnen dus antigenen zitten • Ontvanger : krijgt alleen rode bloedcellen van de donor. zijn bloedplasma kunnen antistoffen bevatten tegen de antigenen. AB (universele ontvanger) A B O (universele donor)

  23. Een andere bloedgroep is de resusfactor. in bloedplasma Antigeen aanwezig = Rh + (85%) geen Antigeen afwezig = Rh - (15%) anti-resus

  24. Er kan alleen een probleem ontstaan als de moeder Rh- is en het kind Rh+ . Tegenwoordig kan de moeder anti-antistoffen krijgen. Hierdoor heeft het kind geen kans op afwijkingen.

  25. Het bloed van het kind kan in aanraking komen met dat van de moeder (tijdens de bevalling), de moeder maakt dan anti-resus aan.

  26. Bij een tweede zwangerschap valt dan de anti-resus van de moeder het kind aan.

  27. lymfvaatstelsel • Een lymfvaatstelsel is noodzakelijk om weefselvloeistof, die niet direct teruggaat naar de haarvaten, te verzamelen en terug te voeren naar het bloedvatenstelsel. • Bovendien maak je in de lymfeklieren antistoffen als je een infectieziekte doormaakt. Die worden ook in het lymfvaatstelsel verzameld en naar het bloed vervoerd.

More Related