180 likes | 411 Views
Spelling hst. 2. Overige spellingregels. Leestekens. Punt: LET OP! Schrijf afkortingen als ze als woord worden uitgesproken zonder punten! TROS, STER, havo. LET OP! Schrijf maten en gewichten ook zonder punt! km, kg, mg. Komma: Tussen delen van een opsomming
E N D
Spelling hst. 2 Overige spellingregels
Leestekens • Punt: • LET OP! Schrijf afkortingen als ze als woord worden uitgesproken zonder punten! TROS, STER, havo. • LET OP! Schrijf maten en gewichten ook zonder punt! km, kg, mg. • Komma: • Tussen delen van een opsomming • Tussen twee persoonsvormen!! (Wat jij daar doet, vind ik heel vreemd) • Voor en na aanspreking of tussenwerpsel • Bij lange zinnen voor een voegwoord bij bijzin (De docent vindt mij maar vervelend, omdat ik veel praat.)
Leestekens • Puntkomma: • Betekent “en” • Bij opsommingen die uit zinnen bestaan • Tussen die zinnen die heel erg met elkaar te maken hebben. • Dubbele punt: • Aankondiging van opsomming • Directe rede: Piet zei: “Ik heb honger.” • Aankondiging verklaring • LET OP!! Geen hoofdletter na dubbele punt, behalve bij directe rede.
Leestekens • Aanhalingsteken: • Bij een citaat • Bij een directe rede • LET OP!!! LEESTEKENS ALTIJD BINNEN DE AANHALINGSTEKENS! • Andere betekenis dan normaal • Vraagteken: • Aan het eind van een letterlijk gestelde vraag • Uitroepteken: • Bij een bevel of uitroep • LET OP! Eentje is genoeg!
Leestekens • Haakjes: • Bij toelichting, uitleg of voorbeeld. Gebruik dit echter niet vaak! • Beletselteken • Drie puntjes … • Als je iets aan het einde van een zin wilt suggereren. • Om onvolledige citaten aan te geven.
Hoofdletters • Wanneer gebruik je een hoofdletter? • Aan het begin van een zin • LET OP! ‘s Morgens ga ik naar school. • LET OP BIJ DIRECTE REDE! • “Wie goed zijn best doet,” zei Jan,” kan zeker een acht halen.” • MAAR: “Ik koop veel platen,” zei Hans. “Laat ik dus ook maar een nieuwe platenspeler kopen.” • Bij persoonsnamen: • LET OP! • Jan van den Hof • J. van den Hof • de heer Van den Hof • Ellen van den Hof-ten Berge • mevrouw Van den Hof-ten Berge
Hoofdletters • Wanneer gebruik je een hoofdletter? • Namen van verenigingen, instellingen en bedrijven: • Feyenoord, het Rode Kruis, Mars. • Aardrijkskundige namen, namen van merken en historische gebeurtenissen, straten, hemellichamen, gebouwen, feestdagen en titels: • Nederland, Zuid-Afrika, Philips, de Tweede Wereldoorlog, Distelstraat, de Grote Beer, de Mariakerk, Kerstmis, Pasen, De ontdekking van de hemel, Gravity.
Hoofdletters • Wanneer gebruik je GEEN een hoofdletter? • LET OP!! • Soortnamen: hamburger, een glas bordeaux • Historische periodes: middeleeuwen • Afleidingen van feestdagen: kerstvakantie • Maanden: april • Dagen: vrijdag • Jaargetijden: winter • Windstreken: zuidwesten • Geloven: christendom, islam
Meervouden van ZNW’s • Meervoud op –s • Als je het goed blijft uitspreken: gewoon vast! • MAAR ‘s: • Bij afkortingen: cd’s, lp’s, cao’s • Bij woorden die eindigen op lange klinkers (a,i,o,u,y): bikini’s, panda’s, baby’s • LET OP! Etuis, jockeys, cowboys (want geen uitspraakproblemen –en uit andere taal afkomstig) • Meervoud met –en • Normaal: gewoon vast • MAAR: • Klinkerweglating: leraar –leraren • Medeklinkerverandering: brief – brieven, • LET OP! Paragraaf -paragrafen • Medeklinkerverdubbeling: rok - rokken
Meervouden van ZNW’s • Meervoud met –en • Belangrijke uitzonderingen! • Als een woord eindigt op een onbeklemtoonde –ik,-es of –et, dan verdubbelt de laatste medeklinker NIET!!! • Havik –haviken, dreumes – dreumesen, lemmet – lemmeten • Woorden op –ie • Soms gewoon een –s • Directies, kanaries • Klemtoon op –ie • Meervoud met –ën: industrie – industrieën • Klemtoon elders • Meervoud met –n en trema: olie - oliën
Meervouden van ZNW’s • Meervouden met –s of –en • aardappels & aardappelen • zoons & zonen • groentes en groenten • Vreemde meervouden: • Uit het Latijn: • Basis – bases (en basissen) • Museum – musea (en museums) NIET musea’s • Datum – data (en datums) NIET data’s • MAAR: medium – media, musicus - musici
Tussenklanken in samengestelde woorden • Tussen –s • BASIS: je schrijft hem als je hem hoort • stationSklok • kokSmuts • Hoor je hem niet omdat het tweede deel van de samenstelling met een s-klank begint? Vervang dan het tweede deel van de samenstelling door een woord zonder s-klank: • stationSstraat want stationSklok • personeelSchef want personeelSkamer
Tussenklanken in samengestelde woorden • Tussen –N • BASIS: als het eerste deel van een samenstelling enkel een meervoud op –en heeft, dan schrijf je de tussen-n • paardeNbloem, want paard-paarden • MAAR! Geen tussen-n: • Eerste deel meervoud op –s (horloge-horloges: dus horlogemaker) • Eerste twee meervouden (groente – groenten en groentes: dus groentesoep) • Eerste deel geen meervoud: (rijst: dus rijstepap) • Eerste deel versterkt een BNW (beregoed, want bere versterkt goed) • Eerste deel geen ZNW (spinnewiel, want komt van ww spinnen) • Eerste deel verwijst naar iets unieks (maneschijn, want maar 1 maan) • Woord wordt niet meer als samenstelling gezien (elleboog, takkewijf)
Verkleinwoorden • Korte klanken worden soms lang: • Blad – blaadje • LET OP! Woorden die op een klinker eindigen: • Pyjama – pyjamaatje, café – cafeetje, ski – skietje • MAAR! Baby – baby’tje • Afkortingen krijgen een apostrof: • A4’tje, tv’tje, 6’jes
Aan elkaar of los • Aan elkaar: • Samenstellingen van twee of drie woorden: • Huissleutel, tweedeklascoupe, derdewereldland • Getallen tot honderd (in letters) en samenstellingen met honderd en duizend: • Vierendertig, vijftienhonderd, zesendertigduizend • Voornaamwoordelijke bijwoorden: • Waarheen, daarover, eronderdoor, hierentegen
Liggend streepje • Koppelteken: • Uitspraakproblemen voorkomen: • auto-ongeluk, koffie-uurtje (de twee klinkers vormen anders een nieuwe klank) • In de naam van getrouwde vrouwen • Ellen Janssen-de Vries • In woorden met voorvoegsels adjunct, aspirant, ex, interim, niet, non, oud: • oud-leraar, adjunct-directeur • Voor een hoofdletter: • oer-Hollands, pro-Frans • Combinatie van titels en beroepen: • trainer-coach, minister-president • Aardrijkskundige namen of afgeleide woorden: • Zuid-Frankrijk, Noord-Hollander • Bij letters, cijfers, andere tekens en St of Sint: • vwo-student, 20+-kaas, $-teken, Sint-Janskerk • In woorden niet anders onoverzichtelijk worden, maar wel bij elkaar horen! • Doe-het-zelver, woon-werkverkeer, huis-aan-huisblad
Liggend streepje • Weglatingsteken: • Zet een streepje op de plek waar een deel van het woord is weggelaten: • Voor- en nadelen (want delen is weggelaten) • Binnen- en buitenbanden (want banden is weggelaten) • Carnavalsfeesten en –optochten (want carnavals is weggelaten) • MAAR!! • Dure en goekope kleding (WANT GEEN SAMENSTELLING EN DUS GEEN DEEL VAN HET WOORD WEGGELATEN) • Ijsberen en bruine beren (want geen DELEN van het woord weg te laten)