520 likes | 668 Views
HAIKUS par JOSHU GENKU. Extraits musicaux du CD ‘ Tussen 6 en 7’ par Moyo -Maya. L’Aurore si tôt Deux Mouettes à la chasse Un vieux pêcheur. Seul dans un bateau En attendant qu’on morde La lune sourit. Des vagues sans fin Concarneau mon amour Secret pour toujours.
E N D
HAIKUS par JOSHU GENKU Extraits musicaux du CD ‘Tussen 6 en 7’ par Moyo-Maya
L’Aurore si tôt Deux Mouettes à la chasse Un vieux pêcheur
Seul dans un bateau En attendant qu’on morde La lune sourit
Des vagues sans fin Concarneau mon amour Secret pour toujours
Les haïkus sont des pigeons Sans abri ni éleveur, Le ciel les nourrit Haiku’s zijn duiven Zonder kot, til of melker De hemel voedt hen
Gevecht voor vrede Een doodeenzame bonsaï De laatste samuraï voor vrede
Téméraires Moustiques d’été sans abri Morts après demain Overmoedigen Zomermuggen zonder thuis Overmorgen reeds dood
Sapins dansant Dans un matin Breton Soudain une mouette blanche Dansende sparren In een Bretoense morgen Plots één witte meeuw
Mon refuge maritime, Concarneau à sa façon, Silence éternel Mijn rustplaats aan zee Concarneau op zijn manier En eindeloos stil
Môme à la chasse L’hiver sur la forêt Un chien aboie
Là, la ville close Une dame enceinte Le soleil va se coucher
Vers la basilique Aliéné abandonné Sans un clique
Finalement Je ne pense plus Je pense Uiteindelijk Denk ik niet meer Denk ik
Le parfum de l’encre Touche mes feuilles Naissance
Croissant de lune Hibou observe son reflet Ressemblance zen Bij halfvolle maan Loert de uil naar de schijn Van wat zen blijkt te zijn
Une mouette vole haut Heure matinale, promeneurs Chacun son chemin Een meeuw vliegt hoog op De morgenstondwandelaars Iedereen zijn weg
La neige d’hiver Sous mes pieds glacés Chemin solitaire De wintersneeuw Onder mijn koude voeten De eenzame weg
Jurons des merles Chassant moineaux et pinsons Guerre des cerises Vloekende merels Jagers op mussen en vinken De kersenoorlog
Ronronnement sans fin Couchant dans le soleil d’or Attrape moucherons Eindeloos gespin Zakken in goudgele zon En vliegjes vangen
Le premier début La fleur spirituelle Charme qui m’attire Het prille begin Spirituele bloem Mijn bekoorlijkheid
Arbres et branches Gammes au-dessus de la mer L’automne hèle le vent Bomen en takken Toonladders boven de zee De herfst roept de wind
Ordre dans mon être Le simple petit recueil Poignée de mûres Orde in mijn zijn Het eenvoudige bundeltje De moerbeiloten
Les taches de rousseur Veulent un nez pour y danser Le soleil popcorne Zomersproeten willen Een neus om op te dansen De zon popcornt mee
‘Dois-je aller au Tibet Pour atteindre le Nirvana?’, demande Bouddha. La glace tombe sur son nez ‘Moet ik naar Tibet Voor Nirvana?’, vraagt Boeddha Ijs valt op zijn neus
Enfin, de nouveau chez soi Tous les courants de Chi ne font qu’un Etang divin silencieux Eindelijk weer Thuis Alle stromen Chi in één Stille Godsvijver
Une grenouille silencieuse Pose des questions zen à Dieu Le silence lui répond Een stille kikker Die zen-vragen stelt aan God De stilte antwoordt
Montagnes et collines S’avancent vers l’hiver, seules. Je prie pour la paix Bergen en heuvels Eenzaam naar de winter toe Ik bid voor vrede
Journée bien mûre Dehors temps humide d’automne Bulles créatives De volrijpe dag Buiten nat herfstweer Creatieve luchtbellen
Un haïku se désintègre Maintenant l’illuminée Hiver est été Haiku valt uitéén Ik heb de verlichting nu Winter is zomer
La mésange bleue Palette de Van Gogh Pinceaux d’été Het pimpelmeesje Een palette van Van Gogh Zomer penselen
‘Prêt pour le monde’ Siffle le merle dans sa chanson En route pour le printemps ‘Klaar voor de wereld’ Fluit de merel zijn liedje Op weg naar lente
‘Dieu est un coucou’ Crie le hibou blanc de neige Soleil couchant ‘God is een koekoek’ Roept de sneeuwwitte uil Ondergaande zon
Manger du zen Une coupe pleine de vide Mieux ça que rien Eten uit de zen Een beker vol nu-leegte Beter dat dan niets
Vaincre maintenant C’est lâcher le passé Et recommencer Nu overwinnen Is het verleden lossen En herbeginnen
Mon zen est aussi vieux Que les bonsaïs sur mon armoire Je leur donne de l’eau Mijn zen is zo oud Als de bonsais op mijn kast Ik geef ze water
Le roseau chantant Ploie et danse sur une mélodie d’ailleurs Soleil, ne m’oublie pas Het zingende riet Wuift en danst een vreemd lied Zon vergeet me niet
Le haïku est un Cheval courant dans le printemps Je m’éveille en sursaut De haiku is één Hollend paard in de lente Ik spring plots wakker
Lentement il revient Pas très sûr de lui Le dernier hiver Langzaam komt hij terug Niet zo zeker van zichzelf De laatste winter
‘Je veux du bonheur, maintenant !’ Crie, la mouette solitaire. Hiver lui fait une bise ‘Ik wil geluk, nu!’ Schreeuwt de vereenzaamde meeuw De winter kust haar
‘Je suis heureuse !’ Sourit la mouette illuminée Samadhi est vent ‘Ik ben gelukkig!’ Glimlacht de verlichte meeuw Samadhi is wind
Ne plus s’attacher Aux choses quotidiennes Dieu derrière la porte Niet meer gebonden Aan de alledaagse sleur God achter de deur
Goutte pleurante Tombe soudain de la gouttière Personne ne le voit Wenende druppel Valt zo plots van de dakgoot Dat niemand hem ziet
Een haiku voor God Met wat inkt op hem verzot Leegte uit mijn pen
Je danse comme un pinson Je pique des baies d’églantier Pour un potage de printemps Ik dans als een vink Pik rozenbottel bessen Voor een Lentesoep
Dieu est le poète Dans chaque branche est un ‘vers’ Qui attend une cerise God is de poëet In elke tak zit een vers Wachtend op een kers
Le charme Femme orchidée L’art d’Etre De bekoorlijkheid Vrouwelijke orchidee De kunst van het Zijn
Le soleil veut se lever Seuls les nuages flottent L’automne progresse De zon wil opstaan Alleen wolken drijven mee Terwijl de herfst schrijdt
Vive la lune Partageant nuit et étoile Elle vient de si loin Lang leve de maan Schreide de nacht en een ster Ze komt van zover
Soudain, inattendu Mon papillon favori Peinture éclatée Plots en onverwacht Mijn lievelingsvlinder Uitgespatte verf
Je me laisse guider Comme une petite plume Sur le vent de Dieu Ik laat me leiden Zoals een pluimpje Op de wind van God