430 likes | 662 Views
Belastingrecht. Minor Financieel Advies en Ondersteuning , 2012-2013. Belastingrecht. Blok 1. Belastingrecht - literatuur. Inkomstenbelasting , theorieboek Inkomstenbelasting , werkboek Tip: Belastingalmanak van Elsevier. Agenda blok 1 belastingrecht. Week 1: H 1 en 2
E N D
Belastingrecht Minor FinancieelAdvies en Ondersteuning, 2012-2013
Belastingrecht Blok 1
Belastingrecht - literatuur • Inkomstenbelasting, theorieboek • Inkomstenbelasting, werkboek • Tip: Belastingalmanak van Elsevier
Agenda blok 1 belastingrecht Week 1: H 1 en 2 Week 2: H 4 (4.19 t/m 4.46) en H11 Week 3: H 3 en 4 (4.1 t/m 4.19) Week 4: H 5 en 6 Week 5: H 7 en 9 Week 6: aangifteinkomstenbelasting Week 7: aangifteinkomstenbelasting en tentamentraining
Hoofdstuk 1 Inleiding in het belastingrecht
De plaats van het belastingrecht in het nederlandse rechtstelsel
Financiering van de overheid Belangrijkste doel belastingheffing: Financiering van de overheid. Nevendoelen: Bereiken van sociaal / financieel / economische doeleinden
Financiering van de overheid • Inkomsten van de overheid 246 • Uitgaven van de overheid 270 • Tekort 2011 24 • Bron: begroting 2011 (alle bedragen x 1 Mrd) http://www.prinsjesdag2011.nl/)
Financiering van de overheid: Inkomsten Via Belastingdienst • Belastingen • Socialepremies • Volksverzekeringen • Werknemersverzekeringen Niet via belastingdienst • Overigeinkomsten • Retributies
Inkomsten van de overheid • Indirecte belastingen 69 mrd • Directe belastingen 63 mrd • Premies 87 mrd Via belastingdienst 219 mrd • Andere inkomsten 27 mrd- aardgasbaten- overheidsondernemingen- overheidsdeelnemingen
Opbrengst indirecte belastingen 68,7 MRD kostprijsverhogende belastingen: • Omzetbelasting (BTW) 41,6 • Accijnzen 11,3 • Belastingen van rechtsverkeer 3,0 • Belastingen op milieugrondslag 4,4 • Belastingen op Personenauto’s en Motorrijwielen (BPM) 2,0 • Motorrijtuigenbelasting 3,6 • Invoerrechten 2,3 • Verpakkingenbelasting 0,3 • Overige indirecte belastingen 0,3
Opbrengst directe belastingen, premies en niet belastingbaten Belasting op inkomen, winst en vermogen. • Loon- en inkomstenbelasting 46,4 • Vennootschapsbelasting 12,4 • Dividendbelasting 2,6 • Erf- en schenkbelasting 1,5 • Kansspelbelasting 0,6 Premies • Volksverzekering 37,1 • Werknemersverzekering 49,5 Niet-belastingontvangsten 27,4 verkopen gas staatsbedrijven/deelnemingeRetributies
Financiering van de overheidsUitgaven 270,1 MRD • Zorg 72,6 • Sociale zaken, zekerheid en arbeidsmarkt 71,1 • Onderwijs, cultuur en wetenschap 33,9 • Gemeente- en provinciefonds 19,8 • Infrastructuur en milieu/infrastructuur 12,0 • Buitenlandse zaken/internationale samenwerking 11,9 • Veiligheid en justitie 11,4 • Nationale schuld (rente) 9,3 • Defensie 7,9 • Financien 7,1 • Economische zaken, landbouw en innovatie 5,8 • Binnenlandse zaken en koningkrijksrelaties 5,3 • Overige begrotingen/uitgaven 3,9 • Kas- transverschillen - 1,9
Plaats van het belastingrecht (Bijna) niemandbetaaltgraagbelasting. De belastingwet “dwingt” de belastingplichtigemeetewerkenaan de totstandkoming van belastingheffing. Belastingrecht, ookwelpubliekrecht of dwingendrechtgenoemd, regelt de verhoudingtussenoverheid en belastingbetaler. Publiekrechtkenmerktzich door dwingendrechtelijkeverplichtingen en sanctiesbijnietnakoming van die verplichtingen.
Twee stellingen • Stelling I: Ik mag blij zijn dat ik belasting moet betalen. • Stelling II: ik vind het erg dat ik belasting moet betalen.
Beginselen van belastingrecht • Draagkrachtbeginsel • Profijtbeginsel • Beginsel van de minste pijn • Beginsel van bevoorrechte verkrijging
Het boxenstelsel Box 1: inkomen uit werk en woning (progressief tarief) Box 2: inkomen uit aanmerkelijk belang (tarief 25%) Box 3: inkomen uit sparen en beleggen (tarief 30% over 4% verondersteld rendement)
Box 1: werk en woning • + Winst uit onderneming • + Belastbaar loon • + Belastbaar resultaat overige werkzaamheden • + Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen • + Belastbare inkomsten eigen woning • + Negatieve uitgaven inkomensvoorzieningen • + Negatieve persoonsgebonden uitgaven • - Aftrek geen/geringe eigen woningschuld • - uitgaven inkomensvoorziening • - Persoonsgebonden aftrek ------------------------------------------------------------------- +/+ • Inkomen uit werk en woning • Te verrekenen verlies uit werk en woning ------------------------------------------------------------------- -/- Belastbaar inkomen uit werk en woning
Hoofdstuk 2 Algemene bepalingen en raamwerk Wet IB 2001
Raamwerk Inkomstenbelasting • Subject inkomstenbelasting:Natuurlijke personen (art. 1.1 IB)a. inwoner van Nederland (art. 2.1 IB)b. niet-inwoner van Nederland met Nederlands inkomen (art. 2.1. IB)
Woonplaats • Feitelijkeomstandighedenomstandighedenbepalen of eennatuurlijkepersoon in Nederland woont (art. 4 AWR) • Woonplaatsficties: • naarbuitenland, binnenjaarweerterug • diplomatenfictie
Object inkomstenbelasting (Drieboxen) • Box 1 (art. 2.3)belastbaar inkomen uit werk en woning. Tarief progressief. 2 tarieven: < 65 jaar en > 65 jaar • Box 2 (art. 2.3)belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang. Tarief 25% • Box 3 (art. 2.3)belastbaar inkomen uit sparen en beleggen.4% van het vermogen wordt belast tegen 30%. Effectief tarief 1,2%
Drieboxen (1) • Belasting wordt geheven over de inhoud van de drie boxen: de heffingsgrondslag. De heffingsgrondslag wordt gedetailleerd in de wet inkomstenbelasting omschreven. • Wat in een box tot de heffingsgrondslag behoort kan niet in de heffingsgrondslag van een andere box begrepen worden. • Box arbitrageBij twijfel in welke box een inkomstenbestanddeel moet worden ingedeeld gaat box 1 voor aan box 2 en 3. Box 2 gaat voor box 3. • Het tariefverschil tussen de boxen maakt het aantrekkelijk om bijvoorbeeld box 1 inkomen naar box 3 te schuiven. De wetgever heeft dit voorzien en heeft maatregelen getroffen.
Drieboxen (2) Belasting wordt geheven zodra het inkomen “genoten” is. D.w.z. veelal op het eerste moment dat de belastingplichtige in juridische zin kan zeggen: het is van mij. In art. 3.146 IB zijn de genietingsmomenten opgesomd:- ontvangst- verrekend- ter beschikking gesteld-rentedragend- vorderbaar en inbaar
Vraag 1 Jan heeft met een opdrachtgever de volgende afspraak: Jan declareert € 100 per gewerkt uur. Voor iedere 10 gedeclareerde uren krijgt Jan een uitkering in 2015 van € 50. Aan het eind van 2012 krijgt Jan de mededeling van zijn opdrachtgever dat 120 uren door hem gedeclareerd zijn en dat een recht van 12 x € 50 = € 600 is opgebouwd. Is de € 600 door Jan genoten?
Vraag 2 Jan (uit vraag 1) heeft een schuld bij P. Zij spreken af dat Jan 1 uur per week bij P werkt en dat daarmee de schuld is voldaan. Is hier sprake van genieten?
Vraag 3 Jan werkt op maandag 6 uur bij klant Q. Jan declareert altijd aan het eind van de maand. Als Jan thuiskomt, belt Q hem op en zegt dat het geld al voor hem klaar ligt en dat Jan het op kan komen halen. Is deze 6 uur x uurtarief door Jan genoten?
Drie boxen/3 Inkomen kan in geld maar ook op andere wijze, in natura, genoten worden.Natura inkomen wordt als regel tegen de waarde in het economisch verkeer in de belastinggrondslag opgenomen.
Vraag 4 Jan krijgt als beloning voor zijn diensten 3 zakken wortelen en € 1.500. De zakken wortelen kosten € 50 p/s. Welk inkomen is genoten? Katrien krijgt van haar werkgever het recht voor 31-12-2012 10 kaartjes voor de Efteling te kopen voor € 2,50 p/s. De kaartjes kosten normaal € 27,50 p/s. Het recht kan alleen worden uitgeoefend als Katrien op de besteldatum nog in dienst is van de werkgever. Welk inkomen is genoten?
Het verschil in heffingspercentages wordt veroorzaakt doordat van personen ouder dan 65 geen premies AOW geheven wordt. >65 betalen wel premie ANW en AWBZ. Tarieven 2012 incl. premies box 1 voor en na 65 jarige leeftijd
Drieboxen • Box 1 inkomen * tarief = Belasting • Box 2 inkomen * tarief = Belasting • Box 3 grondslag* tarief = Belasting + • Verzamelinkomen Belasting • Af: Heffingskortingen • Af: Voorheffingen • Af: Voorl. AanslagenTe betalen/te krijgen
Belastingberekening2012 (1) • Box 1 inkomen € 45.000 • Box 2 inkomen € 20.000 • Box 3 grondslag € 3.000 • Heffingskortingen€ 0 • Voorheffingen € 0 • Voorl. Aanslagen € 0 Hoeveel belasting is verschuldigd/wordt teruggekregen indien: a. jonger dan 65 b. ouder dan 65
Belastingberekening2012 (2) • Box 1 inkomen € 45.000 • Box 2 inkomen € 20.000 • Box 3 grondslag € 3.000 • Heffingskortingen € 3.500 • Voorheffingen € 6.500 • Voorl. Aanslagen € -7.500 (al ontvangen) Hoeveel belasting is verschuldigd/wordt teruggekregen indien: a. jonger dan 65b. ouder dan 65
Heffingskortingen(1) • Algemene heffingskorting • Arbeidskorting • Doorwerkbonus • Inkomensafhankelijke combinatiekorting • Ouderschapsverlofkorting
Heffingskortingen (2) • Alleenstaande-ouderkorting • Jonggehandicaptenkorting • Ouderenkorting • Alleenstaande-ouderenkorting • Levensloopverlofkorting
Toerekeningsregels Toerekening tussen: • Ouders en hun minderjarige kinderen • partners onderling
Partnerregeling Fiscaalpartnerschap • Gehuwden • Ongehuwdsamenwonenden (onderbepaaldevoorwaarden) • Samenlevingsovereenkomst (van rechtswege) • Sameneen kind hebben • Een van de partners een kind heeft en de anderdit kind heefterkend • Men als partners staangeregistreerdbijpensioenfonds • Men sameneigenaar is van eenwoning die alshoofdverblijfdient
Enkele belangrijke begrippen (2) • In belangrijke mate onderhouden van kinderen (art. 1.5 Wet IB) -> € 408 per kwartaal • Lijfrente en pensioenregeling (art. 1.7 Wet IB) • Wederzijdse erkenning (art. 1.8 Wet IB 2001)