Dia 1

1. Dia 1 • Module 1: kennismaking

2. Dia 2 • Marja (8 maanden) • Marja wordt midden in de nacht huilend wakker. • Als tante Jennie probeert haar te troosten, strekt Marja haar rug, duwt haar handen tegen Jennies schouders en schreeuwt nog harder. • Wanneer Jennie probeert oogcontact te maken met Marja, draait de baby haar hoofd weg. • ‘Deze kleine baby geeft me het gevoel compleet afgewezen te worden’, zegt Jennie. ‘Soms voel ik mij zo hulpeloos, dat ik haar gewoon moet neerleggen en laten huilen.’

3. Dia 3 • Rachel (17 maanden) • Sinds Rachel in een pleeggezin zit, heeft zij weinig interesse in eten en is zij een pond afgevallen. • Rachel zei ‘mamma’, ‘pappa’, ‘hallo’ en ‘dag’, maar is gestopt met praten. • Rachel staat vaak bij de deur of het raam stil om zich heen te kijken, alsof ze op iemand wacht.

4. Dia 4 • Tom (4 jaar) • Tom speelt vaak met een politiewagen en een ambulance. Hij laat ze tegen elkaar botsen, terwijl hij het geluid van sirenes nadoet. • Wanneer zijn pleegvader probeert in te grijpen in het spel van Tom, schreeuwt Tom en gooit met de autootjes.

5. Dia 5 • Andrea (9 jaar) • Andrea houdt van lezen met haar pleegvader. Op een dag, als zij op zijn schoot zit, begint zij zichzelf op en neer tegen zijn kruis aan te wrijven. • Geschrokken duwt Andrea’s pleegvader haar van zich af en zegt dat ze moet maken dat ze wegkomt. • Andrea rent snikkend naar haar kamer, zich afvragend waarom iedereen haar haat,en begint verwoed haar koffer in te pakken.

6. Dia 6 • Jamie (12 jaar) • Jamie is teruggetrokken en reageert niet op zijn pleegouders. Als iemand hem vraagt wat hij wil, zegt hij: ‘Weet ik veel?’, en haalt zijn schouders op. • Jamie blijft achter op school en gaat om met kinderen die zich in het zwart kleden. • Toen Jamie bij zijn pleegouders kwam wonen, vroegen ze of hij een foto van zijn grootouders wilde ophangen. ‘Nee, dat wil ik niet. Laat me met rust!’, snauwde hij, en trok zich terug op zijn slaapkamer.

7. Dia 7 • Danny (15 jaar) • Danny is in de problemen gekomen, omdat hij niet oplet en kliert in de klas. Nu spijbelt hij, om in een park in de buurt te gaan drinken of een blowtje te roken. • Op een feestje ziet Danny dat een vriend een meisje uitscheldt. Als zijn vriend het meisje een duw geeft, slaat Danny hem in elkaar. • Als de medewerker van de jeugdreclassering vraagt wat er gebeurd is, zegt Danny: ‘Ik weet het niet. Ik ging gewoon in de aanvalsstand.’

8. Dia 8 • Klinkt dit bekend?

9. Dia 9 • Uitdaging • De zorg voor getraumatiseerde kinderen kan bij opvoeders de volgende gevoelens oproepen: • verwarring; • frustratie; • onderwaardering; • boosheid; • hulpeloosheid.

10. Dia 10 • Oplossing: opvoeden met kennis van trauma

11. Dia 11 • Oplossing: opvoeden met kennis van trauma • Als je begrijpt wat een trauma is en hoe het je kind beïnvloedt, wordt het makkelijker om: • met je kind te communiceren; • gedrag en overtuigingen van je kind te verbeteren; • voor je kind de hulp te krijgen die het nodig heeft; • het risico op uitputting van jouw medeleven of secundaire traumatisering te verminderen; • een meer effectieve en tevreden pleegouder te worden.

12. Dia 12 • Essentiële elementen van opvoeden met kennis van trauma • 1 Herken het effect van het trauma op je kind.

13. Dia 13 • Essentiële elementen van opvoeden met kennis van trauma • 1 Herken het effect van het trauma op je kind. • 2 Help je kind zich veilig te voelen.

14. Dia 14 • Essentiële elementen van opvoeden met kennis van trauma • 1 Herken het effect van het trauma op je kind. • 2 Help je kind zich veilig te voelen. • 3 Help je kind overweldigende emoties te begrijpen en beheersen.

15. Dia 15 • Essentiële elementen van opvoeden met kennis van trauma • 1 Herken het effect van het trauma op je kind. • 2 Help je kind zich veilig te voelen. • 3 Help je kind overweldigende emoties te begrijpen en beheersen. • 4 Help je kind probleemgedrag te begrijpen en veranderen.

16. Dia 16 • Essentiële elementen van opvoeden met kennis van trauma • 1 Herken het effect van het trauma op je kind. • 2 Help je kind zich veilig te voelen. • 3 Help je kind overweldigende emoties te begrijpen en beheersen. • 4 Help je kind probleemgedrag te begrijpen en veranderen. • 5 Respecteer en ondersteun positieve, stabiele en blijvende relaties in het leven van je kind.

17. Dia 17 • Essentiële elementen van opvoeden met kennis van trauma • 1 Herken het effect van het trauma op je kind. • 2 Help je kind zich veilig te voelen. • 3 Help je kind overweldigende emoties te begrijpen en beheersen. • 4 Help je kind probleemgedrag te begrijpen en veranderen. • 5 Respecteer en ondersteun positieve, stabiele en blijvende relaties in het leven van je kind. • 6 Help je kind om begrip van zijn of haar eigen levensverhaal te ontwikkelen, gebaseerd op kracht.

18. Dia 18 • Essentiële elementen van opvoeden met kennis van trauma • 1 Herken het effect van het trauma op je kind. • 2 Help je kind zich veilig te voelen. • 3 Help je kind overweldigende emoties te begrijpen en beheersen. • 4 Help je kind probleemgedrag te begrijpen en veranderen. • 5 Respecteer en ondersteun positieve, stabiele en blijvende relaties in het leven van je kind. • 6 Help je kind om begrip van zijn of haar eigen levensverhaal te ontwikkelen, gebaseerd op kracht. • 7 Wees een pleitbezorger van je kind.

19. Dia 19 • Essentiële elementen van opvoeden met kennis van trauma • 1 Herken het effect van het trauma op je kind. • 2 Help je kind zich veilig te voelen. • 3 Help je kind overweldigende emoties te begrijpen en beheersen. • 4 Help je kind probleemgedrag te begrijpen en veranderen. • 5 Respecteer en ondersteun positieve, stabiele en blijvende relaties in het leven van je kind. • 6 Help je kind om begrip van zijn of haar eigen levensverhaal te ontwikkelen, gebaseerd op kracht. • 7 Wees een pleitbezorger van je kind. • 8 Bevorder en ondersteun traumagericht onderzoek en behandeling voor je kind.

20. Dia 20 • Essentiële elementen van opvoeden met kennis van trauma • 1 Herken het effect van het trauma op je kind. • 2 Help je kind zich veilig te voelen. • 3 Help je kind overweldigende emoties te begrijpen en beheersen. • 4 Help je kind probleemgedrag te begrijpen en veranderen. • 5 Respecteer en ondersteun positieve, stabiele en blijvende relaties in het leven van je kind. • 6 Help je kind om begrip van zijn of haar eigen levensverhaal te ontwikkelen, gebaseerd op kracht. • 7 Wees een pleitbezorger van je kind. • 8 Bevorder en ondersteun traumagericht onderzoek en behandeling voor je kind. • 9 Zorg voor jezelf.

21. Dia 21 • Mythen • Mijn liefde moet genoeg zijn om de effecten van alle slechte dingen die hiervoor gebeurd zijn te kunnen uitwissen. • Mijn liefde moet genoeg zijn om de effecten van alle slechte dingen die hiervoor gebeurd zijn te kunnen uitwissen. • Mijn kind mag niet houden van of loyaal zijn aan een ouder die misbruik heeft gepleegd. • Het is beter om gewoon door te gaan, alles te vergeten en niet te praten over pijnlijke gebeurtenissen in het verleden.

22. Dia 22 • Werkblad ‘Mijn kind’ (groepsactiviteit) • Stel je het kind voor dat nu bij jou thuis is. • Vul op het werkblad de basale informatie over het kind in (naam, leeftijd en geslacht). • Schrijf op wat je weet van het leven van dit kind voordat het bij jou thuis kwam. • Schrijf alles over dit kind op dat je beter wilt leren begrijpen.

23. Dia 23 • Start van de zelfzorg: ademvierkant (groepsactiviteit)