240 likes | 436 Views
Bosontwikkeling op de Veluwe: relaties met bodem en landgebruik 1832 Rienk-Jan Bijlsma. Veluwe: historische ecologie van een intacte geomorfologie. Vragen: rol historisch landgebruik bij huidige vegetatieontwikkeling relatie geomorfologie/bodem en landgebruik 1832
E N D
Bosontwikkeling op de Veluwe: relaties met bodem en landgebruik 1832 Rienk-Jan Bijlsma
Veluwe:historische ecologie van een intacte geomorfologie Vragen: • rol historisch landgebruik bij huidige vegetatieontwikkeling • relatie geomorfologie/bodem en landgebruik 1832 • gedrag karakteristieke plantensoorten tov historisch landgebruik en huidige vegetatieontwikkeling Project: Nationaal bosreservatenprogramma (LNV) Met dank aan Rein de Waal, Peter Mekkink, Sandra Clerkx e.a.
Samengevat (1): relaties landgebruik, bodem en vegetatie • Duidelijke relatie landgebruik 1832 en bodem/landvorm • hakhout c 50% op moderpodzol, c 50% overstoven • heide 1&2 meer op moderpodzol dan hakhout en opgaand bos • heide 3 evenredig op moderpodzol, humuspodzol en vaaggrond • Heide met struiken (‘groene heide’) vnl op moderpodzolen, deels overstoven, als gedegradeerd hakhout en spontaan bos in sterk begraasde heide • Bosontwikkeling nivelleert verschillen in landgebruik 1832: convergentie in dominante soorten en humusvorm richting bos- en holtxeromormoders
Samengevat (2): relaties karakteristieke soorten • Verspreiding van karakteristieke planten (doelsoorten, RL-soorten, z-soorten) in ‘ontsnipperd’ bos correspondeert nog steeds met percelen hakhout en heide1&2 in 1832 (<20% landgebruik!) • Randwallen, hakhout op stuifzand en strubbenbos op moderpodzolen zijn belangrijke refugia • Vegetatieontwikkeling richting meer en ouder bos leidt niet zonder meer tot uitbreiding van doel(planten)soorten van bossen en boslandschappen
Conclusies • Kennis van historisch landgebruik irt bodem, landvormen en waterhuishouding is essentieel voor beheer en ontwikkeling van biodiversiteit • Monitoring van soorten geeft meer inzicht in beperkingen en kansen van vegetatieontwikkeling dan monitoring van vegetatietypen • Referentiebeelden voor bosontwikkeling moeten worden aangepast