130 likes | 319 Views
3.4 Immigratie en bevolkingsgroei. In de 17 e en 18 e eeuw vestigden zich een helf miljoen vreemdelingen in de Republiek, de meeste in de Hollandse en Zeeuwse steden. Amsterdam.
E N D
In de 17e en 18e eeuw vestigden zich een helf miljoen vreemdelingen in de Republiek, de meeste in de Hollandse en Zeeuwse steden
Amsterdam In Amsterdam kwam tussen 1600-1650 slechts een kwart van de bruidegoms uit de stad zelf, bijna de helft kwam uit het buitenland 1585 1613 Grachtengordel
Groei bevolking door immigratie uit: • Zuidelijke Nederlanden • Duitse Rijk • Scandinavië • Engeland • Joden • Hugenoten (na 1685) Er kwamen ook honderdduizenden transmigranten naar de Republiek; dit waren vreemdelingen die ook weer verder trokken, meestal in dienst van VOC of WIC of waren seizoensarbeiders op het land Motieven migranten: op zoek naar werk, op de vlucht voor oorlog of vervolgingen en in de Republiek heerste een tolerant klimaat Republiek grote behoefte aan arbeidskrachten
Immigranten uit Zuidelijke Nederlanden Stevin Bredero Vondel
Sturen Vandaag Tillen Al Graag Huilen Taart Zenden Heden Heffen Reeds Gaarne Wenen Gebak Invloed Zuidelijke Nederlanders op de taal:
Dirck Barendsz 1566 Pieter Izaacsz 1599 Bartholomeus v.d.Helst, 1648
Bevolkingsgroei Inwonertal Republiek groeide van 1,3 miljoen in 1580 naar 1,9 miljoen in 1670 Vooral groei steden → urbanisatiegraad stijgt in Holland naar 60% • Natuurlijke groei beperkt in Republiek door: • Kindersterfte • Epidemieën • Slechte hygiëne • 10-20% bevolking ongehuwd • Hoge huwelijksleeftijd→ kleine gezinnen (4 personen) • Groei veroorzaakt door immigratie
Positie vrouwen Grote huwelijksvrijheid→ vrij partnerkeuze Kerkelijk huwelijk niet verplicht, in Republiek kon je ook alleen voor de overheid trouwen Scheiden was in bepaalde gevallen toegestaan Vrouwen sterke positie Ongetrouwde vrouwen en weduwen handelingsbekwaam→ hebben dezelfde rechten als mannen Veel vrouwen konden lezen en schrijven Mannen en vrouwen golden als gelijkwaardige huwelijkspartners
Vrouwen waren verantwoordelijk voor het huishouden maar vrouwen werkten vaak als partner mee in het bedrijf van hun man of zetten als weduwe het bedrijf voort In de arbeidersklasse was vrouwenarbeid normaal Maar helemaal gelijkgesteld aan de man waren ze niet. Ze deden vaak minder geschoold werken of werkten in typisch vrouwenberoepen