150 likes | 307 Views
HUISWERK. Eenheid 4 Les 10. De stam. Een groep mensen die bij elkaar wonen en dezelfde taal spreken. Voorzien van. Zorgen dat ze eten krijgen. De knol, de knollen. Een dikke wortel van een plant. De wigwam. Een indianentent. De berkenbast.
E N D
HUISWERK Eenheid 4 Les 10
De stam • Een groep mensen die bij elkaar wonen en dezelfde taal spreken.
Voorzien van • Zorgen dat ze eten krijgen.
De knol, de knollen • Een dikke wortel van een plant.
De wigwam • Een indianentent.
De berkenbast • De schors, het buitenste van de stam van een berkenboom.
Weven • Draden door elkaar vlechten.
Voornaam • Deftig en belangrijk.
Vastbesloten • Vast van plan om te gaan doen wat je wilt doen.
Spoedig • Gauw
De krijger • Iemand die vecht, meestal met eenvoudige wapens.
De daad • Iets wat je doet.
De varen • Een soort plant.
De weduwnaar • De man van wie de vrouw gestorven is.
EINDE Leer de woorden goed!!!