540 likes | 671 Views
Zondag 2 februari 2012 middagdienst. Welkom in deze dienst. In deze dienst zal ds. H. de Bruijne voorgaan. Orde van de dienst - 1. Welkom en mededelingen Gezang 308 Stil gebed, votum en groet Psalm 16 Gebed Schriftlezing I: I Korintiërs 1: 1 – 9
E N D
Welkom in deze dienst. In deze dienst zal ds. H. de Bruijne voorgaan.
Orde van de dienst - 1 Welkom en mededelingen Gezang 308 Stil gebed, votum en groet Psalm 16 Gebed Schriftlezing I: I Korintiërs 1: 1 – 9 Schriftlezing II: I Korintiërs 10: 14 – 22 Schriftlezing III: II Korintiërs 13: 11 – 13
Orde van de dienst - 2 Psalm 22: 11 Preek Psalm 133 Gebeden Collectes: werelddiaconaat en kerk Zingen: “’k Geloof in God de Vader…” Zegen
Vanuit onze kerken richten deputaten diaconaat zich het hele jaar door op hulp aan de naaste dichtbij en ver weg. De diaconie van de Singelkerk draagt ook haar steentje bij. Dit jaar vragen zij in het bijzonder uw aandacht voor 4 hulpprojecten: Eerlijk is eerlijk - Diaconale projecten Christelijke Gereformeerde Kerken 2012
Diaconale projecten 2012: 1. Dorpsontwikkeling – Mocuba, Mozambique 2. Kleuterscholen – Bokamoso, Botswana 3. Hazenlipproject – Makassar, Indonesië 4. Watervoorziening – Kampong Speu, Cambodja Eerlijk is eerlijk - Diaconale projecten Christelijke Gereformeerde Kerken 2012
Ook dit jaar rekenen we weer op uw steun. Alvast hartelijk bedankt! Eerlijk is eerlijk - Diaconale projecten Christelijke Gereformeerde Kerken 2012
“Als de storm is uitgewoed, zijn de goddelozen weggevaagd, wie rechtvaardig zijn, staan voor altijd overeind.” (Spreuken 10: 25)
Gezang 308: 1, 2, 3 en 4 In Christus is noch west noch oost in Hem noch zuid noch noord, één broederschap rust in zijn troost, één wereld in zijn woord.
Gezang 308: 1, 2, 3 en 4 Tot ieder hart, dat Hem behoort, met Hem gemeenschap vindt. De dienst aan Hem is ’t gouden koord dat allen samen bindt.
Gezang 308: 1, 2, 3 en 4 Broeders, één band is 't die ons bindt vanwaar en wie g’ ook zijt wie onze Vader dient als kind, is Christus toegewijd.
Gezang 308: 1, 2, 3 en 4 Laat zuid en noord nu zijn verblijd, Hem prijzen west en oost. Aan Christus hoort de wereld wijd, in Hem is zij vertroost.
Stil gebed Votum en groet
Psalm 16: 1, 2, 3 en 4 Bewaar mij, want ik schuil bij U, o God, Gij zijt mijn Heer, en mijn geluk is zeker. Gij maakt bestendig mijn voorspoedig lot, Gij zijt mijn heil, mijn erfdeel en mijn beker. Gij deelt mij toe zo lieflijke landouwen dat mijn hart in mij opspringt bij ’t aanschouwen.
Psalm 16: 1, 2, 3 en 4 In de gemeente die U trouw betuigt, ’t geheiligd volk, vind ik mijn welbehagen, maar ’t boos geslacht, dat voor afgoden buigt, vermeerdert zelf zijn smarten en zijn plagen. Ik volg hen niet waar zij hun offers plengen en nimmer zal mijn mond hun naam uitbrengen.
Psalm 16: 1, 2, 3 en 4 Ik prijs de HEER; Hij heeft mijn hart verlicht, dat in de nacht zelfs blijft van Hem gewagen. Ik houd bestendig naar zijn aangezicht mijn ogen vol vertrouwen opgeslagen. Ik wankel niet, want aan mijn rechterzijde staat God, mijn HEER, die mij tot hiertoe leidde.
Psalm 16: 1, 2, 3 en 4 Daarom verheug ik mij van harte zeer, want zelfs mijn vlees zal hier behouden wonen. Naar ’t rijk des doods zendt Gij uw vriend niet neer, Gij zult U tegen ’t graf een helper tonen. Het pad des levens doet Gij mij betreden en overvloed van vreugde schenkt uw vrede.
Schriftlezing I: I Korintiërs 1: 1 – 9 (HSV)
I Korintiërs 1: 1 – 9 Afzender, geadresseerden, groet 1 Paulus, een geroepen apostel van Jezus Christus door de wil van God, en Sosthenes, de broeder, 2 aan de gemeente van God die in Korinthe is, aan de geheiligden in Christus Jezus, geroepen heiligen, met allen die de naam van onze Heere
I Korintiërs 1: 1 – 9 Jezus Christus aanroepen, in elke plaats, zowel hun als onze Heere: 3 genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heere Jezus Christus.
I Korintiërs 1: 1 – 9 Dankzegging voor de genade van God 4 Ik dank mijn God altijd voor u, vanwege de genade van God die u gegeven is in Christus Jezus. 5 U bent namelijk in alles rijk geworden in Hem, in alle spreken en alle kennis, 6 naarmate het getuigenis van Christus bevestigd is onder u,
I Korintiërs 1: 1 – 9 7zodat het u aan geen genadegave ontbreekt, terwijl u de openbaring van onze Heere Jezus Christus verwacht. 8 God zal u ook bevestigen tot het einde toe, zodat u onberispelijk zult zijn op de dag van onze Heere Jezus Christus.
I Korintiërs 1: 1 – 9 9 God is getrouw, door Wie u geroepen bent tot de gemeenschap van Zijn Zoon Jezus Christus, onze Heere.
Schriftlezing II: I Korintiërs 10: 14 – 22 (HSV)
I Korintiërs 10: 14 – 22 Avondmaal en afgoderij 14 Daarom, mijn geliefden, vlucht weg van de afgodendienst. 15 Ik spreek toch tot u als tot verstandige mensen, beoordeelt u dan zelf wat ik zeg. 16 De drinkbeker der dankzegging, die wij met dankzegging zegenen, is die
I Korintiërs 10: 14 – 22 niet de gemeenschap met het bloed van Christus? Het brood dat wij breken, is dat niet de gemeenschap met het lichaam van Christus? 17 Omdat het brood één is, zijn wij, die velen zijn, één lichaam, want wij allen hebben deel aan het ene brood.
I Korintiërs 10: 14 – 22 18 Let op het Israël naar het vlees: hebben niet zij die de offers eten, gemeenschap met het altaar? 19 Wat zeg ik hiermee dan? Dat een afgod iets is, of dat een afgodenoffer iets is? 20 Nee, ik zeg dit omdat wat de heidenen offeren, zij dat aan demonen
I Korintiërs 10: 14 – 22 offeren en niet aan God, en ik wil niet dat u met de demonen gemeenschap hebt. 21 U kunt niet de drinkbeker van de Heere drinken én de drinkbeker van de demonen. U kunt niet deelhebben aan de tafel van de Heere én aan de tafel van de demonen.
I Korintiërs 10: 14 – 22 22 Of willen wij de Heere tot jaloersheid verwekken? Wij zijn toch niet sterker dan Hij?
Schriftlezing III: II Korintiërs 13: 11 – 13 (HSV)
II Korintiërs 13: 11 – 13 Groet en zegenbede 11 Ten slotte, broeders, verblijd u, laat u terechtbrengen, laat u aansporen, wees eensgezind, leef in vrede. En de God van de liefde en de vrede zal met u zijn. 12 Groet elkaar met een heilige kus. Al de heiligen groeten u.
II Korintiërs 13: 11 – 13 13 De genade van de Heere Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen. Amen.
Psalm 22: 11 Van U komt, HEER, het loflied dat ik zing: laat mij vergelden al wat ik ontving. Laat mij U loven in de grote kring van die U vrezen! Gij needrig volk, gij zult gezeten wezen aan een festijn! Die God zoekt, moet Hem prijzen! O, haal uw hart op aan zijn gunstbewijzen, die eeuwig zijn.
Psalm 133: 1, 2 en 3 Zie toch hoe goed, hoe lieflijk is ’t dat zonen van ’t zelfde huis als broeders samenwonen. Eén liefdeband houdt hen tezaam. De zegen van Gods hoog verheven naam daalt op hen neer vol zoete tederheid, als olie die den priester wijdt.
Psalm 133: 1, 2 en 3 Als olie die Aärons baard en kleren met geur doordringt, zo is de gunst des Heren voor wie eendrachtig samen zijn. Als dauw is het, die ligt zo mild en rein op Hermons top en daalt op Sion neer. ’t Wordt al een tuin voor God den Heer.
Psalm 133: 1, 2 en 3 Jeruzalem! Hier geeft de HEER zijn zegen, hier woont Hij zelf, hier wordt zijn heil verkregen en leven tot in eeuwigheid.
Er zal nu gecollecteerd worden voor: 1. werelddiaconaat deputaten werelddiaconaat 2. kerk
“’k Geloof in God de Vader…” Bron: onbekend Tekst: Ds. J. Winter Melodie: Psalm 89
“’k Geloof in God de Vader…”: 1a, 2 en 3 ’k Geloof in God de Vader, eindloos groot in macht. De hemel en de aarde heeft Hij voortgebracht. ’k Geloof in Jezus Christus; Hij is onze Here, Gods eengeboren Zoon, die wij als Heiland eren.
“’k Geloof in God de Vader…”: 1b, 2 en 3 Ontvangen van de Geest, voor mensen diep verloren, zo werd Hij uit de maagd Maria ons geboren.
“’k Geloof in God de Vader…”: 1, 2a en 3 Zijn leven was één lijden, ver van ’t Vaderhuis. Hij stierf onder Pilatus aan zijn vreeslijk kruis. Ter helle neergedaald heeft Hij Gods toorn gedragen, en is uit dood en graf gewekt ten derden dage.
“’k Geloof in God de Vader…”: 1, 2b en 3 Hij voer ten hemel op, zit aan Gods rechterzijde. en oordeelt over allen aan het eind der tijden.
“’k Geloof in God de Vader…”: 1, 2 en 3a In God de heil’ge Geest, geloof ik mét de kerk die één is, heilig, vrucht van Christus’ heerlijk werk, gemeenschap van de heiligen, door God verkoren; voor eeuwig mag ik, vrijgekocht, tot haar behoren.
“’k Geloof in God de Vader…”: 1, 2 en 3b ’k Geloof dat op Gods tijd zijn kinderen herrijzen om, uit de dood verlost, Hem voor altijd te prijzen.