450 likes | 565 Views
Zondag 1 april 2012. Gezang 178 : 1, 5, 6, 8, 9 Psalm 3 : 1, 2, 3 Psalm 51 : 1, 2, 5 Ev. Liedbundel 233 : 3, 5 Ev. Liedbundel 233 : 6, 7 Psalm 116 : 1, 2, 3 Markus 14: 27 – 52 (HSV). Welkom in deze dienst Voorganger: ds. H. de Bruijne Ouderling: Anne Geurtsen
E N D
Zondag 1 april 2012 Gezang 178 : 1, 5, 6, 8, 9 Psalm 3 : 1, 2, 3 Psalm 51 : 1, 2, 5 Ev. Liedbundel 233 : 3, 5 Ev. Liedbundel 233 : 6, 7 Psalm 116 : 1, 2, 3 Markus 14: 27 – 52 (HSV)
Welkom in deze dienst • Voorganger: ds. H. de Bruijne • Ouderling: Anne Geurtsen • Organist: Krijn van Veen Intro
Gezang 178 : 1, 5, 6, 8, 9 • Jezus, om uw lijden groot, • om uw leven en uw dood • die volbrengen 't recht van God, • Kyrie eleison.
Gezang 178 : 1, 5, 6, 8, 9 • Here, om uw bloedig zweet, • als Ge alleen de wijnpers treedt, • om de kelk vol bitter leed, • Kyrie eleison.
Gezang 178 : 1, 5, 6, 8, 9 • Om het zwijgen, het geduld, • waarmee Gij de wet vervult, • als men vruchtloos zoekt naar schuld, • Kyrie eleison.
Gezang 178 : 1, 5, 6, 8, 9 • Om de doornen van uw kroon, • om de geesling en de hoon, • roepen wij, o Mensenzoon, • Kyrie eleison.
Gezang 178 : 1, 5, 6, 8, 9 • Om uw kruis, Heer, bidden wij, • om de speerstoot in uw zij, • ga aan onze schuld voorbij, • Kyrie eleison.
Psalm 3 : 1, 2, 3 • HEER, de vijand stelt zijn • overmacht in 't veld • en staat mij naar het leven. • Ook hoor ik overal dat niets mij baten zal • daar God mij heeft begeven. • ….
… • Maar, HEER, Gij zijt mijn schild. • Ik heb bij U geschuild • met opgerichten hoofde. • Uit Sions heilig oord kwam • steeds uw wederwoord • als ik U riep en loofde.
Psalm 3 : 1, 2, 3 • Ik legde mij en sliep. • Ik wist dat wie mij schiep • voor mijn behoud zou waken. • De morgen is gekeerd • en ik mocht ongedeerd, • dank zij Gods trouw ontwaken. • …
… • Nu is mijn vrees voorbij, • God ondersteunde mij • en blijft mij vergezellen. • Zo treed ik in het perk • hoe dreigend ook en sterk • tienduizenden zich stellen.
Psalm 3: 1, 2, 3 • Sta op, verlos mij HEER, • Gij sloegt reeds menig keer • met uw geduchte handen • mijn vijand op de kaak, • ja, Gij vergruisde vaak • der goddelozen tanden. • …
… • O Helper, help ook nu. • Elk heil berust bij U. • Wees met ons en strijd mede. • Dan daalt uw zegen neer, • want uw triomf, o HEER, • omgeeft uw volk met vrede.
Psalm 51 : 1, 2, 5 • Ontferm U God, ontferm U, • hoor mijn klacht, • ik roep tot U, vergeef, • vergeef mijn zonden. • Herstel mijn hart, zie, • hoe het is geschonden. • Door eigen schuld verzink ik in de nacht. • ….
… • Wees mij nabij naar uw barmhartigheid, • reinig mij door uw diepe mededogen. • Om al mijn kwaad kwelt zich • mijn hart en schreit, • mijn zonden staan mij dagelijks voor ogen.
Psalm 51 : 1, 2, 5. • Want tegen U, want tegen U alleen • heb ik gezondigd. Red mij van het kwade. • In diep berouw belijd ik U mijn daden, • hoor naar de donkre stem • van mijn geween. • …
… • Ik heb gedaan wat kwaad was in uw oog, • ja, ik erken, ik ben uw gunst niet waardig. • Gij zetelt in gerechtigheid omhoog, • uw woord is waar, • uw vonnis is rechtvaardig.
Psalm 51 : 1, 2, 5 • Schep in mij, God, • een hart dat leeft in 't licht, • geef mij een vaste geest, • die diep van binnen • zonder onzekerheid U blijft beminnen, • verwerp mij niet van voor uw aangezicht. • …
… • Ontneem mij niet uw heilge Geest, o God, • laat in uw heil mijn hart zich nu verblijden, • en richt geheel mijn wil op uw gebod, • dan zal ik zondaars op uw wegen leiden.
Lezen uit de bijbel • We lezen uit de Herziene Staten Vertaling • Marcus 14 : 27-52 • Gethsémané
Marcus 14 • 27 En Jezus zei tegen hen: U zult in deze nacht allen aanstoot aan Mij nemen, want er is geschreven: Ik zal de Herder slaan en de schapen zullen uiteengedreven worden. • 28 Maar nadat Ik opgewekt zal zijn, zal Ik u voorgaan naar Galilea. • 29 En Petrus zei tegen Hem: Ook al zullen allen aanstoot aan U nemen, ik echter niet.
30 En Jezus zei tegen hem: Voorwaar, Ik zeg u dat u vandaag, in deze nacht, voordat de haan twee keer gekraaid zal hebben, Mij driemaal zult verloochenen. • 31 Maar hij zei nog krachtiger: Al moest ik met U sterven, ik zal U beslist niet verloochenen! En evenzo spraken zij ook allen.
32 En zij kwamen op een plaats waarvan de naam Gethsémané was, en Hij zei tegen Zijn discipelen: Ga hier zitten totdat Ik gebeden zal hebben. • 33 En Hij nam Petrus, Jakobus en Johannes met Zich mee en begon ontdaan en zeer angstig te worden;
34 en Hij zei tegen hen: Mijn ziel is zeer bedroefd, tot de dood toe; blijf hier en waak. • 35 En toen Hij iets verder gegaan was, wierp Hij Zich ter aarde en bad dat, als het mogelijk was, dat uur aan Hem voorbij zou gaan.
36 En Hij zei: Abba, Vader, alle dingen zijn mogelijk voor U; neem deze drinkbeker van Mij weg, maar niet wat Ik wil, maar wat U wilt. • 37 En Hij kwam en trof hen slapend aan en Hij zei tegen Petrus: Simon, slaapt u? Was u niet in staat één uur te waken?
38 Waak allen en bid, opdat u niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak. • 39 En toen Hij weer weggegaan was, bad Hij en sprak dezelfde woorden. • 40 En toen Hij terugkwam, trof Hij hen opnieuw slapend aan, want hun ogen waren zwaar geworden; en zij wisten niet wat zij Hem moesten antwoorden.
41 En Hij kwam voor de derde keer en zei tegen hen: Slaap nu maar verder en rust; het is genoeg, het uur is gekomen; zie, de Zoon des mensen wordt overgeleverd in de handen van de zondaars. • 42 Sta op, laten wij gaan; zie, hij die Mij verraadt, is dichtbij.
Evangelische Liedbundel 233 : 3, 5 • Welke herder zoekt zijn schapen • zoals deze Herder doet, • die niet sluim'ren zal noch slapen, • die zo trouw zijn kudde hoedt? • Als er één is afgedwaald , • 't wordt door Hem weer thuisgehaald. • Ja, Hij wil zijn eigen leven • voor 't behoud der zijnen geven.
Evangelische Liedbundel 233 : 3, 5 • Hoe hoog ook de bergen reiken • En hoe diep de zeeen zijn, • Hoe oneindig 't al mag blijken, • 't allergrootste zelfs is klein • tegenover het geduld, • dat Gods Vaderhart vervult • en waarmee Hij ons wil gragen • tot aan 't einde onzer dagen.
Thema • Het evangeliebericht over Jezus’ doodsangst en de slapende discipelen die moesten waken. • de overlevering van dat bericht • Jezus’ doodsangst • de slaap van de discipelen • de noodzaak van de wakende geest
Evangelische liedbundel 233 : 6, 7. • Zelfs al zouden alle zonden, • van de aanvang af begaan, • in uw hart worden gevonden • en gij zoudt tot Jezus gaan: • voor die schuld, onmeetlijk groot, • werd de Heer aan 't kruis gedood – • dan nog hadt gij niets te vrezen, • Gods gena zou groter wezen.
Evangelische liedbundel 233 : 6, 7 • Wil de poort dan open maken • tot uw heil, laat mij altijd • bij U zijn en doe mij smaken, • Here, dat Gij liefde zijt • Geef dat ik van dag tot dag • in uw liefde groeien mag • en U wederom beminnen • met geheel mijn hart en zinnen.
Collecten: • Diaconie • Kerk
Psalm 116 : 1, 2, 3 • God heb ik lief, want die getrouwe HEER • nam, toen ik riep, met toegenegen oren • mijn woorden aan. Hij zal mij blijven horen • en levenslang ben ik niet eenzaam meer.
Psalm 116 : 1, 2, 3. • Toen de benauwdheid dreigend op mij viel • en angsten voor het doodsrijk mij bekropen, • heb ik de naam des HEREN aangeroepen • en weende: HEER mijn God, • bewaar mijn ziel.
Psalm 116 : 1, 2, 3. • Hij is goedgunstig in gerechtigheid, • Hij wil zich altijd over ons ontfermen. • Zijn kracht kwam mij, • eenvoudige, beschermen. • Rust nu, mijn ziel, de HEER heeft u bevrijd.
Zegen te beantwoorden met
Vanmiddag om 17.00 uur dienst met • Ds. H. de Bruijne • Er is vandaag wel koffiedrinken bij de kerk