780 likes | 1.95k Views
Ontvanger prikkel = receptor. Zenuwstelsel = conductor = geleider. Effector. - Geeft informatie in lichaam door - Coördinerende functie. Indeling op basis van:. Bouw en ligging organen : Centraal zenuwstelsel : hersenen + ruggenmerg Perifeer zenuwstelsel : Hersenzenuwen
E N D
Ontvanger prikkel = receptor Zenuwstelsel = conductor = geleider Effector - Geeft informatie in lichaam door - Coördinerende functie
Indeling op basis van: • Bouw en ligging organen: • Centraal zenuwstelsel: • hersenen + ruggenmerg • Perifeer zenuwstelsel: • Hersenzenuwen • Ruggenmergzenuwen • grensstrengen • Functie: • Animaal zenuwstelsel: • Regelt interactie tussen individu en omgeving • Autonoom zenuwstelsel: • Controleert onbewuste levensprocessen
Functie: zenuwimpulsen opvangen en geleiden • Bouw: • Cellichaam celkern + cytoplasma • Uitlopers cytoplasma • Dendrieten = korte vertakte uitlopers • Transport zenuwimpulsen naar cellichaam • Axon = 1 lange uitloper • Transport weg van cellichaam Impulsgeleiding =éénrichtingsverkeer
Myelineschede: - Vetachtig laagje rond axonen - Vorming door cellen van Schwann - Knopen van Ranvier
Soorten neuronen volgens de richting van impuls: - Afferente (aanvoerende) = sensorische neuronen - Efferente (afvoerende) = motorische neuronen - Schakelneuronen geleiden zenuwimpulsen binnen het CZS
Verband tussen neuron en zenuw: Zenuwvezels (lange uitlopers van neuronen) Zenuwbundel bindweefselschede Zenuw bindweefselmantel Soorten zenuwen: - Sensorische: zenuwvezels van afferente neuronen - Motorische: zenuwvezels van efferente neuronen - Gemengde: zenuwvezels van afferente en efferente
Verband tussen neuron en witte/grijze stof Witte stof gemyeliniseerd Grijze stof niet gemyeliniseerd (cellichamen/dendrieten)
Rol in werking + instandhouding neuronen = steuncellen in het perifeer zenuwstelsel Functie: vorming myelineschede rond axonen van perifere zenuwen - Impulsgeleiding verbeteren - Zenuwvezels isoleren Normale myelineschede Beschadigde myelineschede
Neuronen samen + op hun plaats houden • Neuronen beschermen en isoleren • Beschadigde/dode neuronen opruimen • Neuronen voorzien van voedinsstoffen en zuurstofgas en afvalstoffen verwijderen
Depolarisatie • Drempelwaarde • Zenuwimpuls • Actiepotentiaal • Impulsgeleiding
Afhankelijk van: • Dikte axon • Dikte myelineschede • Sprongsgewijze impulsgeleiding !
Neuro-transmissie 1 richting!
Stimulerende drugs: • Amfetamines • Stimulatie neurotransmitter afgave • Stimulatie impulsoverdracht • Hallucinogene drugs: • Verstoring zenuwstelsel • Hallucinaties Neveneffecten: Angst, paniek, depressie, lichamelijke schade, sociale gevolgen, …
Hersenen + ruggenmerg Grote hersenen Hersenbalk Tussenhersenen Hersenstam Kleine hersenen Hersenvliezen Hersenholten (ventrikels)
bescherming van ruggenmerg • → schokken dempen • → voeding en zuurstof
5.2 Bouw van het perifeer zenuwstelsel 5.2.1 hersenzenuwen • verbonden met zintuigen • en spieren van hoofd • - zwervende zenuw
5.2.2 Ruggenmergzenuwen • zenuwen vertakken • - ganglion
5.2.2 Grensstrengen • inwendige organen • zijkant wervelkolom
6. Informatieverwerking in de hersenen 6.1 Hersencentra • bepaald hersenschorsgebied bestaande uit groep • cellichamen van neuronen
6.2 Centra in de grote hersenen • verhoudingen afhankelijk van • nauwkeurigheid waarmee spieren • kunnen bewegen 6.2.1 Motorische centra - primair motorische centra: beweging of motoriek
6.2 Centra in de grote hersenen 6.2.1 Motorische centra • secundair motorische centra: geheugen van motorische • vaardigheden
6.2 Centra in de grote hersenen • verhoudingen afhankelijk van • gevoeligheid van lichaamsdelen 6.2.2 Sensorische centra • primaire sensorische centra: zintuiglijke waarnemingen
6.2 Centra in de grote hersenen 6.2.2 Sensorische centra • secundaire sensorische centra: ervaring, • herinneringsgebieden
6.2.3 Overeenkomsten en verschillen tussen 2 hemisferen • overeenkomstige zones en functies • verschillen in functies • verbinding via hersenbalk 6.2.4 Limbisch systeem • geheel van hersengebieden in • centrum van hersenen • verwerking emotie, motivatie, • genot en emotioneel geheugen
6.3 Centra in andere hersendelen 6.3.1 Centra in kleine hersenen • evenwichtscentrum • bewegingen bijsturen 6.3.2 Centra in tussencentra • thalamus: schakelstation tussen sensorische neuronen en grote hersenen (concentratie) • hypothalamus: invloed op hypofyse – andere centra (dorst, honger, temperatuur) 6.3.3 Centra in hersenstam - automatische lichaamsfunctie: reflex
7. Zenuwbanen • traject afgelegd door een zenuwimpuls 7.1 Reflexboog • snelle, ongewilde reactie • traject afgelegd door impuls bij een reflex van prikkel tot • reactie = reflexboog
dezelfde kant lichaam • niet kruisen van CZ
dezelfde kant lichaam • niet kruisen van CZ
7. Zenuwbanen • niet dezelfde kant lichaam • kruisen van CZ 7.2 Gewilde bewegingen • uit het motorisch centrum
8. Animaal en autonoom zenuwstelsel • indeling op basis van functies 8.1 Animaal zenuwstelsel • onder invloed van wil • interactie van individu met omgeving • grote en kleine hersenen, ruggenmerg, sensorische en • motorische zenuwen + skeletspieren
8.2 Autonoom zenuwstelsel • niet onder invloed van wil • onafhankelijk van • grote hersenen… • werking hart, bloedvaten… • zenuwen van hersenstam • en ruggenmerg • gladde spieren, hartspier • en klieren • verdere indeling: • parasympathisch en sympathisch
8.2 Autonoom zenuwstelsel 8.2.1 Sympathisch zenuwstelsel • actief zijn • stimuleren van lichaamsactiviteiten • ruggenmerg en grensstrengen
8.2 Autonoom zenuwstelsel 8.2.2 Parasympathisch zenuwstelsel • terug in rusttoestand • stimuleren ↔ remmen • zwervende zenuw & bekkenzenuw 8.2.3 Antagonistische werking van beide stelsel • nauwkeurig op • elkaar afgesteld • stimuleren ↔ remmen