770 likes | 1.09k Views
HST 5 . Les 1: herhaling hst 4. Ken je elementen. Binas tabel 31 Afkortingen uit je hoofd Ag, Al, Ar, Au, Ba, Br, C, Ca, Cd, Cl, Cr, Cu, F, Fe, H, He, Hg, I, K, Mg, N, Na, Ne, Ni, O, P, Pb, Pt, S, Si, Sn, Zn (exameneis). kommaformules.
E N D
HST 5 Les 1: herhaling hst 4
Ken je elementen • Binas tabel 31 • Afkortingen uit je hoofd • Ag, Al, Ar, Au, Ba, Br, C, Ca, Cd, Cl, Cr, Cu, F, Fe, H, He, Hg, I, K, Mg, N, Na, Ne, Ni, O, P, Pb, Pt, S, Si, Sn, Zn (exameneis)
kommaformules • Verbinding: stof met moleculen die uit meerdere atoomsoorten bestaat. • Voorbeelden: • Koolwaterstoffen: C,H • Ijzeroxide: Fe,O • Een oxide is een verbinding van één element met zuurstof • Alcohol: C,H,O
Chemische reactie • Dit is een proces waarbij stoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan. • Nieuwe stoffen betekent andere eigenschappen • In een reactievergelijking: Beginstof(fen) reactieproduct(en)
Reactieschema Hoe stel je een reactieschema in symbolen op voor de verbranding van koolstof?
Reactieschema 1verbranding van koolstof • Wat zijn de beginstoffen? • Beginstoffen: koolstof en zuurstof • Wat zijn de reactieproducten? • Reactieproduct: koolstofdioxide
Reactieschema 2verbranding van koolstof Schrijf het reactieschema in woorden op. koolstof + zuurstof koolstofdioxide
Reactieschema 3verbranding van koolstof Zoek van elke stof het symbool of de kommaformule. koolstof = C zuurstof = O koolstofdioxide = C,O
Reactieschema 4verbranding van koolstof Schrijf het reactieschema in symbolen op. C + O C,O Met toestandsaanduidingen. C(s) + O(g) C,O(g)
Reactieschema 5 verbranding van koolstof Controleer of elk symbool vóór de pijl ook na de pijl voorkomt. C + O C,O Voor de pijl staan de symbolen: C en O Achter de pijl staan ook: C en O
OverzichtReactieschema in symbolen voor de verbranding van koolstof • Beginstoffen: koolstof en zuurstofReactieproducten: koolstofdioxide • Reactieschema: koolstof + zuurstof koolstofdioxide • koolstof = Czuurstof = Okoolstofdioxide = C,O • C(s) + O(g) C,O(g) • Voor de pijl: C en O Achter de pijl: C en O
5.1: moleculen en atomen • Wat is een molecuul? • Een molecuul is een eenheid van een zuivere chemische stof. Het bestaat uit atomen • Wat is een atoom? • Een atoom is van alle (scheikundige) elementen de kleinste, nog als zodanig herkenbare, bouwsteen. Vrijwel alle scheikundige en natuurkundige eigenschappen van de op aarde voorkomende materie zijn gekoppeld aan de eigenschappen van atomen.
Wat moet ik me daarbij voorstellen? molecuul atoom atoom
Iets eenvoudiger… Watermoleculen bestaan uit waterstofatomen (witte bolletjes) en zuurstof atomen (rode bolletjes).
Of… Moleculen van de stof koolstofdioxide bestaan uit koolstofatomen (zwarte bolletjes) en zuurstof atomen (rode bolletjes).
Wat gebeurt er bij een reactie? • Bron 3 blz 131 • Opnieuw rangschikken van atomen. • Atomen raken los van elkaar • Atomen maken nieuwe ‘groepjes’ • Dit zijn nieuwe moleculen en dus nieuwe stoffen.
Ontleedbaar of niet-ontleedbaar • Een stof met moleculen van één atoomsoort is niet ontleedbaar (± 100) • IJzer (Fe) • Waterstof (H) • Zuurstof (O) • Een stof met moleculen van meerdere atoomsoorten is wel ontleedbaar (± 20 miljoen) • Water • Alcohol • Suiker • Benzine
Zijn ze ooit gezien? Oordeel zelf:
Periodiek systeem • Tabel 31 Binas
5.2 scheiden • Scheiden is het sorteren van moleculen van dezelfde soort. • Ontstaan er nieuwe moleculen? NEE!!!
fasen • Hoe zag het er ook alweer uit?
Moleculen bij een fasenovergang NEE!!! • Veranderen de moleculen? • Wat gebeurt er met de moleculen? • Ze raken verder van elkaar af of komen dichter bij elkaar. • De onderlinge aantrekkingskracht wordt groter of kleiner
oplossen • Moleculen gaan tussen elkaar zitten. • Ontstaan er daardoor nieuwe moleculen?? NEE!!!
Ontleden • Reactie met één beginstof en meerdere reactieproducten • Ontstaan er daardoor nieuwe moleculen?? JA!!
Scheiden en ontleden • Verschil • Bij scheiden ontstaan geen nieuwe stoffen. Je sorteert de verschillende moleculen. Ze waren al aanwezig. • Bij ontleden ontstaan wel nieuwe stoffen. Dit is een chemische reactie.
demo • Ontleding van suiker • Welke stoffen ontstaan er? • Waarom is dit een ontleding?
5.3 molecuulformules • Kommaformule wordt molecuulformule • Molecuulformule geeft meer informatie • Lezen en schrijven van scheikunde • Gebruik van modellen • Kleur • Grootte atomen • Beperkt • Verschillende modellen laten zien
Wat is een molecuulformule? • Dit is een schrijfwijze voor het noteren van moleculen. Ze laten zien welke atoomsoorten in de moleculen voorkomen en hoeveel atomen van elke soort in het molecuul voorkomen. • Getallen in de formule • Voor de molecuulformule: aantal moleculen. (coëfficient) • In de molecuulformule: aantal atomen van één soort. (index)
Voorbeelden • Vier Water moleculen • Verbinding waterstof en zuurstof-atomen • H,O (l) (kommaformule) • H2O (l) (molecuulformule) • Twee atomen waterstof en één atoom zuurstof 4 H2O Geen index coëfficient Index
Voorbeelden • drie Koolstofdioxide-moleculen • Verbinding zuurstof en koolstof • C,O(g) (kommaformule) • CO2 (g) (molecuulformule) • Één atoom koolstof en twee atomen zuurstof 3 CO2 coëfficient Index
Voorbeelden • Een molecuul methaan (hoofdbestanddeel aardgas) • Verbinding van koolstof en waterstof • C,H(g) (kommaformule) • CH4(g) (molecuulformule) • Één atoom koolstof en 4 atomen waterstof CH4 Coëfficient?? Index
Voorbeelden 4. Drie moleculen difosforpentaoxide Verbinding van fosfor en oxide P,O(s) (kommaformule) P2O5(s) (molecuulformule) twee atomen fosfor en 5 atomen zuurstof Wat is een oxide???? 3 P2O5(s) Index
Handige rijtjes (1) Bron 20 Ontleedbare stoffen Water H2O(l) Ammoniak NH3(g) Koolstofdioxide CO2(g) Zwaveldioxide SO2(g) Glucose C6H12O6(s) Alcohol C2H6O(l) Zwavelzuur H2SO4(l) Methaan (aardgas) CH4(g) Niet-ontleedbare stoffen Waterstof H2(g) Stikstof N2(g) Zuurstof O2(g) Fluor F2(g) Chloor Cl2(g) Broom Br2(l) Jood I2(s) IJzer Fe(s) Zwavel S(s) Ken ze uit je hoofd!!! In je boek met potlood erbij schrijven
Handige rijtjes (2) (Bron 23) (Bron 22) verbindingen van één element met zuurstof -oxide jood -jodide fluor -fluoride chloor -chloride zwavel -sulfide Broom -bromide Voorvoegsels mono 1 di 2 tri 3 tetra 4 penta 5 Ken ze uit je hoofd!!!
Handige rijtjes (3) Belangrijkste atoomsoorten H Waterstof He Helium C Koolstof N Stikstof F Fluor O Zuurstof Ne Neon Na Natrium Mg Magnesium Al Aluminium P Fosfor S Zwavel Cl Chloor K Kalium Ca Calcium Fe IJzer Cu Koper Br Broom Ag Zilver I (hoofdletter i) Jood Au Goud
Reactieschema opstellen Een voorbeeld: Een reactieschema met molecuulformules voor de elektrolyse van water.
Reactieschema 1elektrolyse van water Reactieschema in woorden: water waterstof + zuurstof Reactieschema in kommaformules: H,O H + O
Reactieschema 2elektrolyse van water Reactieschema in molecuulmodellen: + Reactieschema in molecuulformules: H2O H2 + O2 (l) (g) (g)
FOUT!! Reactieschema 2elektrolyse van water Reactieschema in molecuulmodellen: + Reactieschema in molecuulformules: H2O H2 + O2 (l) Waar komt het extra zuurstof atoom Nu vandaan?? (g) (g)
5.4 reactievergelijkingen • Reactieschema kloppend maken • Reactieschema reactievergelijking Het aantal atomen van één soort is voor en na de pijl gelijk
Afspraken • Aan molecuulformules mag je niets veranderen. • Het getal voor de molecuulformules (coëfficient) is altijd zo klein mogelijk • Controleer alle atoomsoorten nauwkeurig
Kloppend maken (1) + Reactieschema in molecuulformules: H2O (l) H2 (g) + O2(g) • Voor de pijl: • Twee atomen waterstof-één atoom zuurstof • Na de pijl • Twee atomen waterstof-twee atomen zuurstof 2 H2O(l) 2 H2 (g) + O2(g) • Voor de pijl: • vier atomen waterstof-twee atoom zuurstof • Na de pijl • vier atomen waterstof-twee atomen zuurstof
+ Kloppend maken (2) Reactieschema in molecuulformules: Cl2 (g) + H2 (g) HCl (g) • Voor de pijl: • Twee atomen chloor • twee atomen waterstof • Na de pijl • Één atomen chloor-een atoom waterstof Cl2 (g) + H2 (g) 2 HCl (g) • Voor de pijl: • Twee atomen chloor • twee atomen waterstof • Na de pijl: • Twee atomen chloor • twee atomen waterstof
+ Kloppend maken (3) Reactieschema in molecuulformules: N2 (g) + O2 (g) N2O5 (g) • Voor de pijl: • Twee atomen stikstof • Twee atomen zuurstof • Na de pijl • Twee atomen stikstof • Vijf atomen zuurstof 2 N2 (g) + 5 O2 (g) 2 N2O5 (g) • Voor de pijl: • vier atomen stikstof- tien atomen zuurstof • Na de pijl • vier atomen stikstof-tien atomen zuurstof
Antwoorden 5.4 Reactievergelijkingen
54 • o.a. ‘Marlboro’ • Reactievergelijkingen zien er over de hele wereld hetzelfde uit.