130 likes | 213 Views
15. Detailhandel. Detailhandel, kleinhande l: levering in kleinverpakking aan eindgebruiker. 10% werkgelegenheid in deze sector: arbeidsintensief. Functies: inkopen, assortiment maken, te koop aanbieden info en reclame (via persoonlijke verkoop)
E N D
15. Detailhandel Detailhandel, kleinhandel: levering in kleinverpakking aan eindgebruiker. 10% werkgelegenheid in deze sector: arbeidsintensief. Functies: • inkopen, assortiment maken, te koop aanbieden • info en reclame (via persoonlijke verkoop) • voorraad houden, prijsbepaling, verkoopbevordering • verkopen, service verlenen, soms krediet verlenen
Trends in detailhandel • Schaalvergroting, per punt en per keten, eenmanszaken verdwijnen • Branchevervaging (diepvries K&K maaltijd bij benzinepomp, telefoonkaarten bij AH). Doel: one stop shopping • Hevige concurrentie, met zelfde A-merken, geen verticale prijsbinding meer • Noodzaak kostenverlaging, dus integratie
Wheel of retailing-model Een continue golfbeweging in 6 fasen: • nieuwe winkelformule, lage prijs, weinig toegevoegde waarde (low margin retailing strategie) • gevestigde orde trading down en downgrading • discounters krijgen last, marge onder druk • discounters gaan upgraden en trading up, meer service, hogere prijzen • verschillen gevestigd – nieuwkomers vervagen • er ontstaat (nieuw) gat aan de onderkant van de markt. Start weer bij 1. Conclusie: elke formule heeft beperkte life-cycle In welke fase zitten we nu?
Winkeltypen Perceptie klanten: • assortiment (breed, diep, merken, producten, kwaliteit) • prijs (marges, kortingen, aanbiedingen) • service (bediening, parkeren, bezorgen, krediet) Winkel typen: • Speciaalzaak (smal, diep, deskundig, goede marges). Of kleine zelfstandige. Of vaak grootfiliaal bedrijf (C&A, Blokker, etc.) • Buurtwinkel (klein, convenience goods, primaire levensbehoeften, niet goedkoop). Bestaat steeds minder. • Supermarkt (breed en beetje diep food, en smal ondiep non-food, scherpe prijzen) • Discounter (smal en ondiep, sober, lage prijzen) • Warenhuizen (verre parallellisatie/branchevervaging, minimaal 8 branches non-food en food; shop in the shop, funshop voorzieningen (restaurant, coffeecorner)) • Zelfbedieningswarenhuis, hypermarkt (breed en diep in food en non-food ook duurzame consumptiegoederen, ruim parkeren)
Winkelcentra • Voordelen: trekpleister consumenten, veel traffic, synergie speciaalzaken/publiekstrekkers, speciaalzaken profiteren van groot verzorgingsgebied, gevarieerd aanbod, gezamenlijke promotie, sfeer/aankleding collectief) • Nadelen: hoge huur, minder eigen identiteit, samenstelling winkels kan niet goed zijn, risico criminaliteit, vervuiling, sfeer (Hoog Catharijne) Typen: • Buurtwinkelcentrum • Wijkwinkelcentrum • Stadsdeelwinkelcentrum, regionaal winkelcentrum • Stadswinkelcentrum Trends: • Schaalvergroting • Samenwerking • Vestiging buitenlandse/Europese ketens
Niet-winkelverkoop • Ambulante handel (geen vaste vestigingsplaats): markthandel, straathandel, rivierhandel (parlevinker), automatenverkoop. (Eigenlijk ook: telefonische verkoop, direct selling, postorderaars) • Direct selling (colportage): onvoorbereide aankoop, smal assortiment, eenmalige ontmoeting. Persoonlijk contact: verkoopparty, houseparty. Colportage wet: boven €35: contract en 8 dagen afkoelingsperiode. • Netwerkmarketing, multi-level marketing (zelfstandige ondernemers, met commissie over eigen verkoop en verkoop in down-line, vrij agressief) • Postorderbedrijf (hogere prijs, goede (ruil)service, gemak). Soms clubformule (ECI). • Catalogus winkel (Kijkshop)
E-commerce Lees artikel bij Errata. Voordelen E-commerce: • nieuwe productmogelijkheden/vormen; in potentie hoogste impact, indien mogelijk • nieuwe doelgroepen eenvoudig/goedkoop te benaderen • lage kosten promotie, voorlichting (t.o.v. klassieke mail, brochures, catalogus) en vaak nog beter toegankelijk ook • lage transactiekosten (geen persoonlijke tussenkomst) • eenvoudige toegankelijkheid, vindbaarheid, verkrijgbaarheid, zeer ruim afzetgebied Weinig bedrijven hebben nog een actieve uitgebalanceerde E-commerce strategie gekozen. En, er zijn zeer succesvolle voorbeelden (Wehkamp, KvK)
Organisatievormen in de handel Samenwerkingverbanden: • inkoopcombinatie (Combi foto) • vrijwillig filiaalbedrijf (Spar en C1000); gemeenschappelijke grossier • grootwinkelbedrijf en grootfiliaalbedrijf • franchising (Holiday Inn, Mc Donald’s); strikte contracten met franchisegever; entreegeld plus omzetfee. Vaak gemengde vormen.
Trade marketing Detaillistenmarketing = trade marketing: gericht op detailhandel; uiteraard in combinatie met denken aan eindgebruiker. Inspelen op eisen van detailhandel m.b.v. accountmanager Strategie: • prijsdistributie: low cost, low margin, low service, • service distributie: kwaliteits- en service gevoelige klanten, ruimere marges
Detailhandelsmarketing Detailhandels- of retailmarketing: gericht op consumenten • onderzoek analyse concurrentie, klantprofiel, winkelgedrag • winkelformule ontwikkelen • detailhandelsmix toepassen. Winkelformule, winkelconcept: doelgroep, assortiment, positionering, vestigingsplaats, inrichting, presentatie Leidt tot winkelimago: subjectieve indruk van consumenten.
Detailhandelsmix Detailhandelsmix, variatie op MM: • Product (kern assortiment + keuze- of randassortiment (bijv. imagoverhogende, exclusieve, serviceartikelen, promotie/seizoenartikelen) • Promotie • Prijs • Plaats • Presentatie (extern: pui, verlichting, buitenreclame etc.) (intern: sfeer, ruimteverdeling (lay-out, routing, schapindeling (hoogte, facing)) • Personeel (deskundigheid, service gericht, klantgericht, klantvriendelijk, uitstraling)