Psalm 93:1 De HEER regeert, bekleed met majesteit, omgord met kracht en grote heerlijkheid.

2. Psalm 93:1  De HEER regeert, bekleed met majesteit, omgord met kracht en grote heerlijkheid. De wereld staat, bevestigd door zijn hand. Van eeuwigheid zijt Gij, uw troon houdt stand.

3. Psalm 93:2  Een woest geweld klinkt op van stroom en vloed, een luid gedruis dat alles beven doet. Hoog boven zee en golven, hoe vol kracht, troont onze HEER, onwankelbaar in macht.

4. Psalm 93:3  Getrouw en waar is uw getuigenis, het woord dat door U zelf gesproken is. De heiligheid is voor uw huis, o HEER, de eeuwen door tot sieraad en tot eer.

5. Lezen: Psalm 27:1,4,7-10 De HEER is mijn licht, mijn behoud,wie zou ik vrezen? Bij de HEER is mijn leven veilig,voor wie zou ik bang zijn? Ik vraag aan de HEER één ding,het enige wat ik verlang: wonen in het huis van de HEER, alle dagen van mijn leven, om de liefde van de HEER te aanschouwen, hem te ontmoeten in zijn tempel.

6. Lezen: Psalm 27:1,4,7-10 Hoor mij, HEER, als ik tot u roep, wees genadig en antwoord mij. Mijn hart zegt u na: ‘Zoek mijn nabijheid!’ Uw nabijheid, HEER, wil ik zoeken, verberg uw gelaat niet voor mij, wijs uw dienaar niet af in uw toorn.  U bent mij altijd tot hulp geweest, verstoot mij niet, verlaat mij niet, God, mijn behoud. Al verlaten mij vader en moeder, de HEER neemt mij liefdevol aan.

7. Gebed

8. Toerusting II

9. Vragen?

10. Dus…. • Begrijp het belang voor de ander (identiteit) • Luister, toon begrip en respect, ziede ander • Probeer nooit de ander te overtuigen van zijn ongelijk (= afwijzing) • Wordt zelf vrij-in-Christus… • …dus slaaf van de ander (1 Kor 9:19-23) • Getuig van je vrijheid (vooral door je leven en minder met woorden)

11. In gesprek... • Vorm drietallen • Verdeel de rollen: spreker, luisteraar, observeerder • De spreker vertelt wat hij belangrijk vind aan gemeente-zijn/ kerkdienst/ liturgie… • De luisteraar luistert begripvol en stelt vragen • De observeerder neemt waar en geeft na het gesprek reactie.

12. Evaluatie • Hoe voelde het voor je als spreker? • Hoe voelde het voor je als luisteraar? • Hoe diep gingen de vragen? • Feiten / gedrag / wensen/ principes? • Motivatie/gevoelens? • Identiteit?

13. Voorbeeld vragen • Feiten / gedrag / wensen/ principes? • Wat vind jij belangrijk? • Hoe zou je het willen? • Wat vind je fijn? • Waar geniet je van? • Wat is jouw overtuiging? • Wat is jouw idee? • ….

14. Voorbeeld vragen • Motivatie/gevoelens? • Hoe belangrijk vind jij het? • Hoe graag wil je het? • Hoe fijn vind je het? • Hoe sterk geniet je ervan? • Hoe belangrijk is die overtuiging voor jou? • Hoe graag zie je jouw idee uitgevoerd? • ….

15. Voorbeeld vragen • Identiteit? • Hoeveel (zelf)vertrouwen geeft je dit? • Hoeveel invloed heeft dit op jouw (geloofs)zekerheid? • Wat betekent die voor jouw relatie met God? • Wat doet dit met jouw ‘kind van God’ zijn?

16. Opmerkingen • Toon begrip en respect voor mening, gevoelens, principes en wensen van de ander (symptomen) • Maar blijf niet onverschillig als het zijn/haar identiteit bepaalt = (dodelijke) ziekte • liefde ≠ lievigheid !!

17. GOD zegt: Jij bent mijn geliefde zoon/dochter Ik zorg voor jou identiteit identiteit ZEKERHEID & BETEKENIS intenties, motivatie, intenties, motivatie, gaven, talenten gaven, talenten gedrag gedrag kerkgemeenschap

18. Gezang 147:1  Maak muziek voor God de Vader in de ruimte van de tijd, Die in Christus ons bewaarde, door Zijn Geest ons heeft geleid. Met de hemel als een koepel. Als een klankbord van de Heer, Komt het loflied als geroepen Stijgt het op en daalt het neer.  Dank aan God die zetelt op de troon Glorie aan het Lam, de Mensenzoon.

19. Gezang 147:4  Heer, blijf bij ons als tevoren, in uw licht zien wij elkaar en bezingen wij uw glorie als de sterren jaar na jaar. Wijs ons wat wij niet aanschouwen en behoed ons voor de val. Wij gaan verder in vertrouwen dat de Heer ons leiden zal. Dank aan God die zetelt op de troon Glorie aan het Lam, de Mensenzoon.