260 likes | 538 Views
Hoofdstuk 3 Op de grens van continenten. Deelvragen bij paragraaf 3.1: Actieve aarde -Wat zijn de oorzaken en gevolgen van de tektonische bewegingen / schuivende platen in het Middellandse Zee gebied? -Hoe wordt het reliëf in het Middellandse Zeegebied beïnvloed door deze endogene processen?.
E N D
Hoofdstuk 3 Op de grens van continenten
Deelvragen bij paragraaf 3.1: Actieve aarde -Wat zijn de oorzaken en gevolgen van de tektonische bewegingen / schuivende platen in het Middellandse Zee gebied? -Hoe wordt het reliëf in het Middellandse Zeegebied beïnvloed door deze endogene processen?
Een supercontinent valt uiteen. 1-Lees dit stukje, en bekijk de gebeurtenissen op BA 193 A of DEZE animatie. 2-Zie BA 192 E. Als gevolg van de bewegingen van de platen is de Alpiene gebergtegordel ontstaan. 2-a-In welke geologische periode(s) is de Alpiene gebergte gordel ontstaan?
2-b-Hoeveel jaar geleden was de Alpiene plooiingsfase en hoelang heeft die geduurd?
2-Gebruik de kaart Aarde; geologie. 2-a-Kaart B. Wat valt je op als je de plaatranden en de randen van de continenten met elkaar vergelijkt?
2-b-Vergelijk kaart B met D en 188-189. Welke conclusie kan je trekken als je kijkt naar de ligging / spreiding van zowel gebergten, aardbevingen als vulkanen? B B
3-“Gedurende Jura, Krijt en het begin van het tertiair lagen deze continenten verder uiteen dan tegenwoordig. In de Tethyszee bevond zich een oceanische rug die magma uitstootte…….” Let op! Wat komt er in figuur 3.1 NIET overeen met deze beschrijving? Wat gebeurt er met het sediment op de oceaanbodem bij een subductiezone. ?
Het westelijk deel van de middellandse Zee in de knel. 4-“Vanaf de Krijtperiode schoof Afrika weer noordwaarts en werd de westelijke Thetyszee kleiner, (zie figuur 3.2)” 4-a-Leg aan de hand van deze twee tekeningen het ontstaan van de Alpiene gebergtegordel uit. 4-b-Leg uit waarom je in de Alpen sedimenten van de (Thetys)zeebodem tegen kan komen. sediment
5-Op verschillende Griekse eilanden kom je antieke tempels tegen die, terwijl ze tegenwoordig enkele meters boven zeeniveau liggen, zijn aangetast door boormosselen. De tempels zijn natuurlijk niet onder water gebouwd. Verklaar dit verschijnsel met behulp van het ‘roll-back’ principe.Lees de uitleg bij het figuur!
6-Maak opdracht 7 a en c van blz 86. Gebruik de figuren 3.4 en 3.5-a-De subductiezone ten oosten van Spanje verplaatst zich in oostelijke richting. Hoe wordt dat zichtbaar op de kaart?
6-Maak opdracht 7 van blz 86. Gebruik de figuren 3.4 en 3.5 -c-In figuur 3.4 is in het eerste plaatje een vulkaan getekend. Bekijk GB kaart 76B e.a. kaarten en noteer welke vulkanen op deze wijze ontstaan zijn.
Vuurwerk in de oostelijke Middellandse Zee. 7-“Op dat moment breken er stukken af van de Afrikaanse plaat. Op dat moment……….. …………..deel uitmaakt van deze aardschol.” 7-a-Zie BA 126 A. Schrijf de namen op van de twee stukken aardkorst waar het in het bovenstaande citaat over gaat.
7-b-Zie ook vraag 7 c! Waarom ligt de vulkanische boog waarvan Santorini deel uitmaakt parallel aan de Helleense boog? Leg dit uit aan de hand van een eenvoudige doorsnede. (volgende blz)
7-c-Vergelijk de kaarten 126 A en B. Geef de verklaring voor het hoge aardbevingsrisico in het gebied tussen de Helleense boog en Roemenië. Leg dit uit aan de hand van dezelfde doorsnede van vraag 7 b.
8-Zie BA 121 A en de tekst op blz 84 en 85 over vulkanisme. 8-a-Waarover gaan de kaarten A4 en A5?
8-b-Bereken de afstand in km langs de lijn van de doorsnede. 1 5,8 cm op de kaart. 2 Schaal = 1: 300.000 3 Afstand = ……?…. km
Het Arabische blok. 9-Zie BA 126 A en BA192 B. 9-a-Wat voor type breuklijn (convergent, divergent, transform) is de Dode Zee breuklijn? 9-b-Waarom is de naam Dode ZEE hier eigenlijk niet correct?
10-a-Wat voor type breuklijn is de Noord-Anatolische breuklijn? 10-b-Leg aan de hand van BA 126 A uit waarom de Anatolische plaat naar het westen schuift.
10-c-Zie figuur 3.8 a + b. Leg aan de hand van BA 126 A uit waarom Griekenland steeds verder in elkaar wordt gedrukt.
Vulkanisme. 11-c-Vulkanisme ontstaat in zowel divergente als convergente breukzones. Leg in beide gevallen aan de hand van een eenvoudige doorsnede uit hoe het vulkanisme ontstaat. Vulkanisme bij convergente breuk Vulkanisme bij divergente breuk
12-Waarom zijn de vulkanen in een subductiezone wel explosief en die bij een spreidingszone niet?
13-Waarom zijn de hellingen van vulkanen in subductiezones (stratovulkaan) steiler dan die van vulkanen bij een spreidingszone. (schildvulkaan)