280 likes | 535 Views
Eutrofiëring van de Nederlandse kust- en overgangswateren. Nutriënten en ecologische effecten. Eutrofiëring van de Nederlandse kust- en overgangswateren. OSPAR / KRW Effecten eutrofiering Effecten saneringsbeleid Normstelling voor nutrienten Bronnen en maatregelen.
E N D
Eutrofiëring van de Nederlandse kust- en overgangswateren Nutriënten en ecologische effecten Theo Prins, Remi Laane, Hanneke Baretta-Bekker (RIKZ)
Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren Eutrofiëring van de Nederlandse kust- en overgangswateren • OSPAR / KRW • Effecten eutrofiering • Effecten saneringsbeleid • Normstelling voor nutrienten • Bronnen en maatregelen
Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren OSPAR strategievastgesteld rond 1990 • Doelstelling: • “to combat eutrophication in the maritime area, in order to achieve, by the year2010, a healthy marine environment where eutrophication does not occur” • Maatregel: • 50 % reductie van riviervrachten van N en P (t.o.v. 1985) • Toetsing aan ecological quality objectives: • Nutrientenconcentraties (< 50% boven natuurlijke achtergrond) • Algenconcentraties (< 50% boven natuurlijke achtergrond) • Specifieke plaagalgen (< grenswaarde) • Voorzorgsbeginsel • Inspanningsverplichting
Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren Beoordeling volgens OSPAR Comprehensive Procedure 1e beoordeling (2003) Update (2007) Excl indicatorsoorten Incl indicatorsoorten
Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren KRW • Goede ecologische toestand in 2015 • “geringe afwijking van onverstoorde staat” • Ecologie leidend • Geen aparte toetsing voor nutriënten • DPSIR (bron-effect) • Doelstellingen en biologische maatlatten • Nationaal ontwikkeld • Internationale afstemming via Intercalibratie • Concrete maatregelen in stroomgebiedsbeheersplan 2009
Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren KRW en eutrofiering • EU Eutrophication Guidance • Voor KRW zoveel mogelijk aansluiten op OSPAR • Nadere omschrijving van Goede Ecologische Toestand • “Geen secundaire ecologische effecten van verhoogde algengroei” (bijv zuurstofloosheid, sterfte bodemdieren, vis, etc)
Vaak genoemde effecten Toxische algenbloeien Schade door Phaeocystis (schuimalg) Zuurstofloosheid Zwarte vlekken in de Waddenzee Maar ook: minder fosfaat. minder vis Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren Effecten van eutrofiëring in Nederlandse kustwateren
Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren Algenbloeien in de Noordzee • Vooral in kustgebieden met rivierinvloed • Globaal verband met nutrientenbelasting REVAMP IVM/Brockmann Consult Peters et al. (2005)
(90-percentiel Chlf-a in ug/l) (DIN wintergemiddeld in uM) Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren Effecten van eutrofieringNederlandse kustwater • relatie tussen nutriënten en fytoplanktonbloeien • Chlorofyl • Maximale bloei Phaeocystis • Grote natuurlijke variatie • Slibconcentraties • Weer / NAO • Stromingspatronen Noordzee • Biologische interacties • Nutrienten niet de enige sturende factor
Noordzee (1985-2005) Sterke vermindering van nutriëntenvrachten naar zee en nutriëntenconcentraties in kustwater Stikstof (DIN) -35% Fosfaat (PO4) -60% Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren Waargenomen veranderingen Hollandse kust 1985-2005: -35% 1985-2005: -60%
Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren Waargenomen veranderingen Noordwijk 2 • Grote natuurlijke variatie overschaduwt effect van nutriëntenreducties
Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren Waargenomen veranderingen Terschelling 4 • Grote natuurlijke variatie overschaduwt effect van nutriëntenreducties
Westelijke Waddenzee (1970-2003) Sterke vermindering nutriëntenvracht en –concentraties Veranderingen vooral in soortensamenstelling (algen, bodemdieren, vogels) Geen duidelijke verandering in biomassa Verandering in voedselweb Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren Waargenomen veranderingen
Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren Conclusies • Saneringsbeleid succesvol voor P (-70%), en in mindere mate voor N (-45%) • Effect op ecologie in kustzone niet waarneembaar • Grote natuurlijke variabiliteit • Wel effect in westelijke Waddenzee (30 jaar waarnemingen) • Nutriënten niet enige sturende factor • Effectiviteit van saneringsbeleid deels onzeker
Aangetoond Weinig goed gedocumenteerde effecten geen effect of geen monitoring? Lokale zuurstofproblemen Oosterschelde (2001) Doggersbank Duitse Bocht Invloed van meteorologie/NAO Nauwelijks overlast door schuim (Belgische studie: recreanten, visserij) Duidelijke problemen in zoete water (nitraat, P) 1981: <4.0 mg/L 1989: 4.0 mg/L 1982: <4.0 mg/L 1994: <4.0 mg/L 1983: <4.0 mg/L 2000: <6.5 mg/L 2003: <4.0 mg/L Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren Secundaire effecten van eutrofiëring (Nederlandse kustwateren) Volkerak-Zoommeer Juni 2007
Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren Afleiding doelstellingen nutriënten voor KRW • Biologie is leidend • Dosis-effect relatie tussen nutriënten en biologisch kwaliteitselement • Nutriënten-norm moet leiden tot verwaarloosbare kans op het niet halen van goede toestand (EU Eutrophication Guidance) • Gehanteerd als: 90% kans op halen goede toestand
Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren Norm gebaseerd op relatie tussen nutriënten en fytoplankton • In Kust- en overgangswateren 5 verschillende watertypen • Meren (M31), estuaria (O2): geen statistisch verband tussen nutriënten en fytoplankton • K1, K3: kustwateren met redelijk identieke fysische omstandigheden • Data aangevuld met gegevens open zee (niet-gestratificeerde delen zuidelijke Noordzee) • Monitoring gegevens 1991-2006 • Werknorm voor stikstof 35 uM (=0,49 mg/l) (wintergemiddeld bij saliniteit 30)
Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren DPSIR benadering • Kwantificeerbare relatie tussen “pressure” (bijv nutriënten) en “state” (bijv chlorofyl, biologische maatlat)
K1, K3, open zee Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren Relatie tussen biologische maatlat en nutriënten-norm
Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren Huidige beoordelingkust- en overgangswateren • Ecologie goed • stikstof < norm: Grevelingen, Veerse Meer (vanaf 2005) • stikstof +/- norm: Wadden kust (sommige jaren) • stikstof > norm: Oosterschelde, Eems-Dollard, Westerschelde, Eems-Dollard kust, Hollandse kust (sommige jaren) • Ecologie niet goed • stikstof < norm: - • stikstof +/- norm: Waddenzee, Wadden kust (sommige jaren) • stikstof > norm: Zeeuwse kust, Delta kust, Hollandse kust (sommige jaren) • Stikstof concentratie 10-40% te hoog (2000-2005)
Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren Bronnen van stikstofVrachten naar zuidelijke Noordzee Noordzeestromingspatroon
Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren Herkomst van stikstof 1997-2003 NL rivieren Atlantische Oceaan Het Kanaal Fractie N in fytoplankton Blauw et al., 2006 (WL | Delft Hydraulics)
Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren Bronnen van stikstofVrachten naar Nederlandse kustwater
Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren Bronnen van stikstofVrachten vanuit Nederland • Rijn (D) ca 70% • Maas (B) ca 12% • NL ca 18%, waarvan: • landbouw 65% • RWZI 25% • atm depo 10%
Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren Afwenteling ook internationaalbijdrage Nederlandse rivieren Fractie N in fytoplankton Blauw et al., 2006 (WL | Delft Hydraulics)
Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren Afwentelingook internationaal
Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren Van een zoute naar een zoete norm • Doorvertaling van stikstof-norm voor kustwateren naar norm voor bovenstroomse wateren • Afhankelijk van aannames: • Verband tussen zoutgehalte en nutriënten • Natuurlijke achtergrondconcentraties • Natuurlijke verwijderingsprocessen in binnenwateren, rivieren, estuaria • 1e schatting op basis van jaren 1995-2005 • Voor grote rivieren: • TN norm = 2-2,5 mg/l
Eutrofiëring van de Nederlandse kustwateren Conclusies • Vermesting leidt tot verhoogde algenbloeien in kustwateren • Alleen incidenteel secundaire effecten van eutrofiering in Nederlandse kustwateren waargenomen • Afwenteling naar Belgische en Duitse kustwateren speelt een rol • Verdergaande reductie van nutriëntenvrachten • Wat is effect van huidige beleid? • afspraken maken in internationale stroomgebieden