E N D
2. Koninklijk Dromen in de kerk De Koninklijke Droom
De Schepping
Zijn Kerk
3. De Koninklijke Droom Zou God Dromen?
Niet in Zijn slaap
Wel in de zin van verlangens
Genesis 1:26:
laten wij (ons) mensen maken
die Ons evenbeeld zijn
4. De Koninklijke Droom
5. De aarde was nog woest en doods Genisis 1: 1,2In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was nog woest en doods, en de duisternis lag over de oervloed, maar Gods Geest zweefde over het water
6. Inrichten Genisis 1: 3God zei: Er moet licht komen, en er was licht.
8. Bescherming Genisis 1: 6God zei: Er moet midden in het water een gewelf komen dat de watermassa`s van elkaar scheidt.
10. Aankleding Genisis 1: 11God zei: Overal op aarde moet jong groen ontkiemen; zaadvormende planten en allerlei bomen die vrucht dragen met zaad erin.
12. Lampen Genisis 1: 14God zei: Er moeten lichten aan het hemelgewelf komen om de dag te scheiden van de nacht. Ze moeten de seizoenen aangeven en de dagen en de jaren, en ze moeten dienen als lampen aan het hemelgewelf, om licht te geven op aarde
14. Levende wezens Genisis 1: 20God zei: Het water moet wemelen van levende wezens, en boven de aarde, langs het hemelgewelf, moeten vogels vliegen.
17. Levende wezens Genisis 1: 24God zei: De aarde moet allerlei levende wezens voortbrengen: vee, kruipende dieren en wilde dieren
19. Gods doel: De mens Genisis 1: 26God zei: Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken
21. Voltooid Genisis 2: 1Zo werden de hemel en de aarde in al hun rijkdom voltooid. Op de zevende dag had God zijn werk voltooid, op die dag ruste hij van zijn werk dat Hij gedaan had
23. Had God ook mij in gedachte? Genesis 1:
God maakte alle soorten levende dieren. En God zag dat het goed was.
God zei: Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn.
Dieren: soorten (aard)
Mensen: evenbeeld
24. Naar het beeld van God Niet:
Foto Kopie
Ontwerp
Maar:
Representant
Vertegenwoordiger
25. Wij zijn relationele wezens Vers 26: heb gezag over de dieren
Gezag = in liefde zorgen voor
Gericht op de ander, zoals God
Vers 28: wees vruchtbaar
Niet (alleen): verwek veel nakomelingen
Maar: verspreid Gods liefde
26. Dieren zijn levende wezens Die gericht zijn
Op hun bestemming
Op hun voortbestaan
Op hun soort in stand te houden
Als wij op dieren gaan lijken ontstaat egoďsme
27. Gods droom aan diggelen? Wat een verdriet voor God!
Afgedaald tot het niveau van de dieren
Gericht op voortbestaan en levensgenot
Is onze situatie dan hopeloos?
Nee
28. Want God blijft dromen ook al zal blijken dat Hem dat alles kost!
29. Droom jij ook nog?
30. Droomd de kerk nog?
31. We hebben een boodschap voor de wereld!
32. Want God blijft dromen Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
33. Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn.